De man wil ontsnappen

Een smartlap op niveau, voor wie zich niet ergert aan de sentimentele nomadenromantiek

JANN RUYTERS

Wat wil de man? De man wil ontsnappen. Een vrouw wil dat ook best wel eens, denk aan Heleen van Royen ('De ontsnapping') of Esther Gerritsen ('Superduif') om twee andere romans over vluchtneigingen te noemen, maar in de wereld van schrijver Jan van Mersbergen is de ontsnappingsdrang een mannelijk oerinstinct. Hij legde het bloot in zijn vorige met de BNG Nieuwe Literatuurprijs bekroonde carnavalsroman 'Naar de overkant van de nacht' en het is nu ook het thema in 'De laatste ontsnapping'. Van Mersbergen voert de lezer mee in de vlucht van de man voor verwanten en verantwoordelijkheden ¿ een vlucht die in drank is gedompeld en gaat langs obscure kroegen en schilderachtige zelfkanttypes.

En ook nu is het Van Mersbergens lyrische, rondcirkelende vertelstijl die je meetrekt in het dronkenmansverdriet, al gaat dat niet zonder slag of stoot. Je moet ervan houden, van zijn wat sentimentele nomadenromantiek; zijn ontwortelde, onmachtige mannen die diep voelen zonder veel te zeggen, die in de kroeg kunstig een vrouw verleiden met alleen maar een lichtjes strijken langs haar onderarm en een kus in de nek, maar die in hun bindingsangst ook het contact met zichzelf verloren hebben. Plaats van handeling is de hoofdstad, speciaal de Wallen ¿ door de auteur omgedoopt tot de Delta ¿ een labyrintische no-go-area waar 's nachts in clubs gevaarlijke circusacts worden opgevoerd, onder andere door Ivan, de vriend van de verteller, een zwijgzame ex-Joegoslaaf, die in een houdini-act met langs zijn armen opklimmend vuur, steeds weer het trauma van zijn vlucht uit het vaderland heropvoert. Deze Ivan wordt gekweld door zijn herinneringen: "Hij zweeg maar de beelden in zijn hoofd kwamen en gingen. Een man die zijn glas liet vallen, een vrouw met lippenstift, kringen op de bar, en hij keek me aan en zei dat hij die jongen voor zich zag, zijn donkere ogen, een wit pak, een trap van een voet, een gestrekt been, een schelle stem die iets riep van achter een boom, het was een volwassen jongen die schreeuwde en bewoog en de lucht trilde en de takken van de boom trilden ook en hij hoorde de grappen die de mannen maakten aan de kroegtafel waar natte viltjes op lagen."

Het perspectief ligt bij de naamloze ik-figuur, die in Ivans ban raakt en diens promiscue en dranklustige levensstijl overneemt, als hij zelf in een existentiële crisis verkeert na een ontslag. Ruben, het elfjarige zoontje van de verteller, is bevriend met Ivans zoontje Deedee, die besluit zijn tot dan toe ongekende vader op te bellen omdat hij hem wil ontmoeten. Voor Ivan betekent die ontmoeting met zijn zoon de inkeer en ommekeer. "Alles was duidelijk. Dat is hem." Ivans oorlogsverleden, zijn liefde voor ouders en broer, komen nu in een ander licht te staan.

Van Mersbergen schuwt de opzichtige symboliek niet: van de knappende vlieger die zoon en vader samen oplaten bij de Middellandse Zee, tot het merelnest in de tuin bij het huis waar Ivan tijdelijk zijn intrek heeft genomen en de houdini-act die hapert vanaf het moment dat Ivan zijn zoon in zijn leven toelaat.

Titels van Nederlandse liedjes, de soundtrack van de volkswijk, duiken tussendoor op in de tekst: 'Annabel, het wordt niets zonder jou' en 'Laat me alleen, alleen met al mijn verdriet'. Zo zou dit verhaal van de vluchteling die 'moet gaan landen maar het landingsgestel nog niet krijgt uitgeklapt' dankbaar materiaal zijn geweest voor de Zangeres zonder Naam. Maar dat lijkt ook de bedoeling en de auteur komt ermee weg. 'De laatste ontsnapping' is een smartlap, maar wel een op niveau: goed geschreven en authentiek.

Jan van Mersbergen: De laatste ontsnapping. Cossee, Amsterdam; 208 blz. euro 18,90

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden