De Lourdes-express heeft zijn tijd nu gehad
Pelgrimstocht | reportage | Er komt een einde aan de treinbedevaarten vanuit Nederland naar Lourdes: zondag vertrekt de allerlaatste. Het wordt te druk op het spoor en steeds meer pelgrims kiezen voor de bus en het vliegtuig. Trouw reisde mee met de een na laatste nachttrein naar het Zuid-Franse bedevaartsoord.
Ze is vaak in Kevelaer geweest, een bedevaartsoord in Duitsland, maar Lourdes kent ze niet. Het moet er erg mooi zijn. En dus is Hannie Denissen een paar uur geleden opgehaald door haar dochter en schoonzoon om naar Maastricht gebracht te worden. Daarvandaan vertrekt de nachttrein van de Limburgse Bedevaarten naar Lourdes.
In Maastricht merkt Hannie gelijk dat het druk is. Op het perron krioelt het van de mensen. Pelgrims in rolstoelen worden met zorg de trein in geduwd. Familie mengt zich tussen de verplegers en verpleegsters om hun dierbaren uit te zwaaien. Zelf wordt Hannie met een ingenieuze glijbaan de trein binnengebracht.
Eenmaal in haar eigen coupé vraagt ze zich af hoe het met slapen zal gaan. Hannie is allebei haar benen kwijt en ook nog eens twee vingers. Allemaal de schuld van haar suikerziekte. De bank die straks moet worden omgetoverd tot een slaapbank is te klein. Hannie is bang dat ze eraf gaat vallen.
Met bijna een uur vertraging verlaat de trein rond vijf uur piepend en krakend het station. Al snel meldt pastoor Ed Smeets, geestelijk directeur van de bedevaart, zich vanuit de radiocoupé met een woord van welkom en het eerste gebed. Hij vraagt God en Maria steun voor de reis die in totaal wel achttien uur kan gaan duren. Hij bidt een onzevader en een Weesgegroet voor en zet dan het beroemde Lourdeslied 'Te Lourdes op de bergen in', waarvan de melodie sterk doet denken aan 'Zie ginds komt de stoomboot'. Het lied wordt in de coupés en in de gangen door bijna iedereen meegezongen. Al snel overstemt het gezang van de pelgrims het ritmisch getik van de rails onder trein.
Ziekenwagons
Er gaan ruim zeshonderd pelgrims mee en meer dan honderd vrijwilligers. De meesten komen uit Limburg, maar er zijn ook pelgrimsgroepen uit Almelo, Den Bosch en het bisdom Haarlem-Amsterdam. De zieken die intensieve zorg nodig hebben, onder wie Hannie Denissen, reizen in de voorste wagons. Dat geldt ook voor Catharina van Meijgaarden (82) en Theo van Breemen (88), broer en zus. Catharina heeft een nekhernia en Theo zit in een rolstoel. Allebei zijn ze vaker in Lourdes geweest. Ze gaan erheen, zegt Catharina, "om een beetje steun en rust te krijgen. De sfeer daar is uniek. Dat vind je nergens. Het is één grote familie." Met name Theo kan de steun van Maria goed gebruiken. Vorig jaar is zijn vrouw na een lang huwelijk overleden. Hij heeft moeite met het alleen zijn. "Het is drie keer niks. Je hoort er niet meer bij."
Verderop in de trein zitten, in een 'gewone' coupé, Nico en Sjan Neijssen uit Raamsdonksveer. Allebei Lourdesveteranen. Sjan (69) is ernstig ziek. "Elf jaar geleden heb ik borstkanker gekregen, twee jaar later longkanker. Een borst moest worden afgezet en ik raakte ook een van mijn longen kwijt. En van die long heb ik een open wond overgehouden. Elke dag moet die getamponneerd worden. Nu heb ik er ook nog een zeldzame spierziekte bij gekregen. Ik ga naar Lourdes om kracht op te doen. De keren dat ik geweest ben, heb ik toch wat energie meegekregen. Het is net of Maria zegt: Ga maar naar huis, het komt wel goed."
In het midden van de trein is een restauratiewagon. Daar kun je terecht voor koffie, thee, allerlei soorten frisdrank en ook alcohol. "Geen verkoop tijdens gebedsmomenten", staat op een A4'tje boven de toonbank. Eten moeten de reizigers zelf meenemen. En dus gaan tegen etenstijd de tassen open en worden de broodtrommels en kant-en-klaarsalades uitgestald op de te kleine tafeltjes van de trein. Af en toe staat die trein stil op een Belgisch station. De mensen op het perron kijken verbaasd naar de ouderwets aandoende trein die er niet helemaal bij hoort.
Zieke brancardier
Tegen acht uur is pastoor Smeets weer te horen via de intercom. Hij vraagt de gelovigen om het even stil te maken in hun hart en samen met hem de rozenkrans te bidden. Maar niet iedereen heeft aandacht. Sommigen gaan door met hun sudoku's, de leesportefeuille of kletsen gewoon bij.
Eef Timmermans (63) uit Almelo bidt wel mee. Normaal gaat hij altijd mee als brancardier, dan help je in Lourdes bij het vervoer van de zieken. Maar nu is Eef zelf ziek. Hij loopt met krukken door de gangen van de trein. "Artrose, onder meer in mijn knie." Hij hoopt dat Maria de pijn kan verlichten. "Maar het is niet zo dat je het even kan afroepen. Er zijn maar 68 wonderen erkend in die 158 jaar. Het zou ook met mij kunnen gebeuren. Ik sta er open voor."
Eef vindt het jammer dat de treinbedevaarten stoppen. "Je groeit naar Lourdes toe, daar gaat twintig uur overheen. Dat is heerlijk. Op de terugweg kun je rustig afbouwen."
Pastoor Smeets vraagt God ten slotte om over de pelgrims te waken als zij slapen en doet het verzoek of het vanaf half elf rustig mag worden. Als het buiten donker is, komen de flessen drank tevoorschijn en gaan er schalen met hapjes rond. In de gangen gonst het al snel van de sterke verhalen. Dat er iemand mee is die al 102 keer naar Lourdes is geweest en over Patrick die niet kon lopen, maar in Lourdes naar de geneeskrachtige baden ging en diezelfde avond nog achter een rolstoel meeliep in een processie.
Andere wereld
De volgende ochtend worden de pelgrims wakker in een andere wereld. We rijden door het glooiende landschap van Zuid-Frankrijk. De zon schijnt. Om half acht meldt pastoor Smeets zich voor het ochtendgebed. Ondertussen gaan er tanks met koffie en thee door de trein. Hannie Denissen heeft niet goed geslapen, ook al was er provisorisch een hek rond haar bed gemaakt, zodat ze er niet uit kon vallen.
De tijd die het nog duurt voordat de trein in Lourdes is, wordt gedood met het zingen van liedjes. Een vrijwilligster zingt een liedje over het einde van de treinbedevaarten: "Erg knus en fijn, zo samen op pad. De Lourdes-express heeft zijn tijd nu gehad." De Limburgse troubadour Math Craenmehr brengt vanuit de radiocoupé een liedje vol weemoed over een Limburgs dorp dat inmiddels bijna duizend kilometer achter ons ligt. "De monstrans en de heer is men vergeten. Geen bloemen op straat, geen mensen aan de kant. Geen beelden in de deur, dat is verleden."
Als de trein eenmaal in Lourdes is aangekomen, gaan de zieken op weg naar het accueil (een soort zorgcentrum) en worden de andere pelgrims naar hun hotels gebracht. Er wacht de pelgrims een vol programma met missen, processies, bezinningsmomenten en toeristische uitstapjes.
Na de eerste lunch gaan de pelgrims gelijk op pad. Ze zijn niet de enigen. Lourdes is de best bezochte Mariabedevaartsplaats ter wereld. Rond de grot waar Maria in 1858 maar liefst achttien keer aan de molenaarsdochter Bernadette Soubirous verscheen, is een groot heiligdom verrezen met een basiliek, een grote ondergrondse kerk die 25.000 gelovigen kan herbergen en talloze kapellen. Voordat ze het terrein op kunnen, moeten de tassen open. Sinds de aanslag in Nice zijn de veiligheidsvoorschriften in Lourdes aangescherpt.
Ook de tas van Mieke van der Heijden moet open. Samen met haar man Antoon is ze voor het eerst in Lourdes. Een vriendin die veel in Lourdes kwam, vond dat zij ook maar eens mee moesten. "Ik heb van haar een film gekregen van Bernadette", vertelt Antoon (69). "Onze overbuurman heeft vorige week een longoperatie gehad vanwege kanker. Dat doet me iets. We willen hem kracht geven door in Lourdes aan hem te denken en een kaars voor hem op te steken." Ze hebben nog een andere missie. Voor een vriend die vingerhoedjes verzamelt, moeten ze ook een exemplaar uit Lourdes meenemen.
Tijdens de rondleiding maakt Antoon de ene foto na de andere. Als ze voor de grote basiliek staan, wijst een kapelaan, die ook deel uitmaakt van de groep, op een kapel waar de hele dag door gebiecht kan worden. Het zou voor iedere katholiek goed zijn dat met enige regelmaat te doen, zegt hij erbij. Antoon voelt er weinig voor, ook al is hij net als de meeste pelgrims belijdend katholiek. "Vroeger ging je biechten, maar het is nu min of meer afgeschaft. Ik sta er niet open voor."
Geneeskrachtige bron
Later die middag zijn alle pelgrims bij elkaar in de basiliek voor de openingsviering. Hannie Denissen, de vrouw zonder benen, en Sjan Neijssen zitten vooraan bij de andere rolstoelers. Er is mooie orgelmuziek en natuurlijk wordt 'Te Lourdes in de bergen' weer gezongen. In de trein kon iedereen gebedsintenties inleveren, die nu hardop worden voorgelezen. Misschien dat Maria kan helpen. De lijst lijkt eindeloos. "Voor mijn zieke vrouw, voor een zware operatie, om in vrede te kunnen sterven", dreunt het door de kerk. Na afloop zeggen verschillende pelgrims dat het goed is te beseffen dat anderen het nog zwaarder hebben dan zij.
Meteen na de viering gaat Eef Timmermans naar de baden die achter de grot liggen waar Maria aan Bernadette verschenen zou zijn. De Heilige Maagd zou de molenaarsdochter gewezen hebben op een bron waarvan het water geneeskrachtige werking zou hebben. "Ik heb vandaag veel last van mijn heup. Natuurlijk hoop je dat je wat verlichting vindt. Als dat zou gebeuren, zou ik een gat in de lucht springen."
Mannen en vrouwen gaan gescheiden. De rij bij de mannen is aanmerkelijk korter. Al na zeven minuten is Eef Timmermans terug. "Je gaat met zijn zessen naar binnen. En dan op een gegeven moment word je geroepen. Dan moet je je helemaal uitkleden. Je krijgt een soort badlaken en daarmee ga je het water in. Ik heb Maria gevraagd mij van mijn pijn te verlossen. En als dat niet het geval mocht zijn, om mij in ieder geval de kracht te geven om het aan te kunnen. De verplegers houden je vast en laten je zakken. Het water is zo'n vier à vijf graden. Dan zit je twee tellen en dan tillen ze je weer omhoog. En dan bid je nog een Weesgegroet tegen een Mariabeeld dat tegen de wand aan staat. Ik voel me nu verkwikt. Maar ik laat me niet gek maken."
Een van de hoogtepunten van iedere Lourdesbedevaart is de lichtprocessie die elke avond rond negen uur plaatsvindt. Het verlichte beeld van Maria wordt rondgedragen over de esplanade voor de basiliek. De pelgrims lopen erachteraan met kaarsjes in hun hand terwijl er wordt gebeden en gezongen. De Nederlanders lopen bij elkaar. Sjan Neijssen, die al elf jaar ziek is, loopt mee. Broer en zus Theo van Breemen en Catharina van Meijgaarden zijn er ook. Catharina maakt zich ongerust: "Theo is erg stil."
Waarom ik?
Ook Hannie Denissen maakt de processie mee in haar rolstoel. "Prachtig", zegt ze. "Al die lichtjes en dan dat mooie gezang." Maar hoezeer ze ook geniet, Lourdes maakt gemengde gevoelens bij haar los. "Hoop op genezing heb ik natuurlijk niet. Ik kan er echt geen benen bij krijgen, en ook geen vingers. Je wordt hier geweldig verzorgd. Je krijgt heerlijk te eten. Ik kan er niks van zeggen. Maar ik vraag me toch de hele tijd af: waarom ik? Ik heb altijd hard gewerkt, ging het op mijn 78ste rustig aan doen en kreeg toen allemaal ellende. Twee benen kwijt, twee vingers en ook nog een nieuwe hartklep. Waarom toch? Dat zou ik toch wel heel graag willen weten, maar van Maria krijg ik geen antwoord. Ik geloof best wel, maar vaak weet ik ook niet goed wat ik ermee aan moet."
Handoplegging
Die scepsis heeft Sjan Neijssen niet. Op de vierde dag van de reis ontmoeten we haar in het hotel in Lourdes waar zij samen met haar man Nico en beste vriendin Anny Leenders verblijft. Zeven weken voor vertrek heeft Sjan slecht nieuws gekregen, er is weer een nieuwe tumor bij haar ontdekt. De dokters kunnen er niets meer aan doen. Sjan is uitbehandeld. "Dan stort je wereld in. Nu krijg ik cannabisolie en ben ik begonnen met papajablad. Ik gebruik dat nu twee weken en ik voel me goed. Als ik hier ben, heb ik het nooit benauwd. Lourdes doet gewoon wonderen met je. Ik zie ook uit naar de handoplegging tijdens de ziekenzegen. Die is heel belangrijk voor mij."
Haar vriendin Anny heeft in Lourdes genezing gevonden. "Ik kom hier nu voor het vierde jaar. Daarvoor had ik het echt slecht. Ik heb zware reuma. Na verloop van tijd ging de pijn weg. Ik gebruik nu helemaal geen medicijnen meer. Dat komt echt omdat ik hier elk jaar naartoe ga. Mijn reumatoloog vroeg of ik voor hem ook een kaarsje wilde opsteken. Hij heeft zelf last van zijn schouder. Ik heb tegen Sjan gezegd , ga nou ook in dat bad. Ze dacht: 'Ik heb een open wond, dan kan ik niet in bad.' Maar ze is er gewoon ingegaan."
Sjan knikt. "En dan kom je in dat ijskoude water terecht: dan krijg je toch zo'n apart gevoel van binnen. Ik dacht: Maria, je ziet nu dat ik hier sta en ik weet zeker dat je me helpt."
Weemoed
Maar net nu ze Maria meer dan nodig heeft, stoppen de treinbedevaarten. En dan houdt het voor Sjan op. "Ik mag niet in een vliegtuig met mijn ene long. Toen zeiden ze: dan ga je toch met de bus. Maar dat hou ik niet vol. Ik heb tegen mijn man gezegd: Ik denk dat ik hier maar blijf wonen."
Uiteindelijk gaat het in Lourdes om overgave. Aan Maria, aan God, aan een hogere macht waar je je in al je ellende geborgen voelt. Maar Lourdes gaat ook over weemoed. De dag van vertrek hangt de hele reis als een zwaard van Damocles boven het hoofd van de pelgrims. Ze praten er liever niet over.
Op de vrije middag hebben de meeste zieken zich verzameld in de grote zaal van het accueil voor een gezellige middag. Pelgrim Lia doet dierengeluiden na, er is een kwis met vragen als 'hoeveel keren verscheen Maria aan Bernadette?' en troubadour Math Craenmehr zingt nostalgische liedjes. Het heeft al iets van een afscheid. De middag eindigt met 'Auf Wiedersehen' dat hard wordt meegezongen. "Auf Wiedersehen, blijf niet zolang weg. Want zonder jou is het half zo leuk."
Dan gaat het over Lourdes, Bernadette, Maria, de trein naar haar toe.
Zelden was dat woordje 'jou' zo zwaar beladen als die middag op de bovenste verdieping van het accueil met uitzicht op het heiligdom van Lourdes.
De een na laatste trein
Ruim honderd jaar reden er treinen van Nederland rechtstreeks naar Lourdes. Daar komt nu een einde aan. Morgen vertrekt de laatste treinbedevaart vanuit Maastricht. Het wordt te druk op het spoor. Spoorwegmaatschappijen hebben steeds meer moeite de ouderwetse Lourdestrein tussen de tgv's door te geleiden. Bovendien is het huren van zo'n speciale trein duur. De Limburgse Bedevaarten die deze bedevaart per trein organiseerde, hoopt de pelgrims die hier gebruik van maakten voortaan met het vliegtuig en de bus naar Lourdes te kunnen vervoeren.
undefined
Lourdes
Op 11 februari 1858 loopt de 14-jarige Bernadette Soubirous even buiten Lourdes hout te sprokkelen, als zij opeens een geluid hoort dat lijkt op een windstoot. Maar de bomen bewegen niet. Dan ziet ze een jonge vrouw in het wit gekleed: Maria. Het is de eerste van achttien verschijningen aan de molenaarsdochter. In 1862 stelt de plaatselijke bisschop vast dat de verschijningen een bovennatuurlijk karakter hadden. Vanaf dat moment beginnen de bedevaarten. Lourdes trekt jaarlijks nog altijd zo'n vier à vijf miljoen bezoekers, maar de laatste jaren neemt de toestroom af.
undefined