Levenslessen

De levenslessen van Francisca Kramer: 'Ik moet doen wat mijn hart zegt'

null Beeld Merlijn Doomernik
Beeld Merlijn Doomernik

Francisca Kramer (46) schreef het ‘Psychologisch Handboek voor de niet zo perfecte vrouw’. Niet perfect zijn, daar weet ze alles van. Ze scheidde onlangs van de vader van haar kinderen en viel voor iemand die omstreden is.

Suzanne Rethans

Francisca Kramer (1971) groeide op op Urk. Na school ging ze een jaar naar Amerika en daarna studeerde ze een jaar Nederlands en Engels in Groningen, gevolgd door The New School for Information Services in Amsterdam.

Ze was eigenaar van een communicatiebureau, hoofdredacteur van het tijdschrift Wit Wedding en is journalist voor onder andere Volkskrant Magazine en Flow en schrijft over onderwerpen als depressie en rouw. Op haar 43ste begon ze een studie psychologie. Na haar studie wil ze het schrijven van artikelen en boeken combineren met een eigen praktijk. Onlangs verscheen het ‘Psychologisch handboek voor de niet zo perfecte vrouw’ (uitgeverij Brandt) dat ze samen met Lisette Wevers schreef.

Kramer heeft twee kinderen en woont in Bloemendaal. Ze heeft een relatie met oud-PvdA-politicus en oud-huisarts Rob Oudkerk.

Les 1: Stop nooit met leren

“Mijn grootouders, bèbe en bessien op z’n Urks, liepen in klederdracht. Mijn bèbe was visser op een houten botter waarmee hij de Zuiderzee bevoer. Ik heb hem nooit gekend, hij overleed een jaar voor ik werd geboren. Als ik de verhalen mag geloven was hij een calvinist van de oude stempel met een enorm arbeidsethos en een hoge morele standaard. Zijn vrouw, mijn bessien, was zijn tegenpool: ruimhartig en met een groot gevoel voor plagerige humor. Zeer Urks. Ze bracht negen kinderen groot. Ook mijn moeder kwam uit een groot vissersgezin, ze was de oudste dochter van tien kinderen. Een vergelijkbaar gezin als dat van mijn vader.

Urk gaat over het collectief, de gemeenschap. Het zijn allemaal grote familieverbanden, een paar takken. Urkers komen voort uit maar honderdvijftig mensen. In 1630 werd het eiland getroffen door de pest. Bijna iedereen was dood, op die honderdvijftig na. Als ik me voorstelde was het altijd: Francisca van Frans van Lub van Jan van Bubbe en Geertje van Jannetje Zeezicht. Generaties terug. En dan wisten ze alles.

Mijn moeders grote frustratie was dat ze al op haar elfde van school werd gehaald om thuis mee te helpen. Haar oudere broer mocht wel studeren en was nog maar zestien toen hij geneeskunde ging doen. Ze nam zich voor: als ik later dochters krijg, moeten die allemaal studeren als ze dat willen. Ze kreeg vijf dochters. Naast vier oudere zussen heb ik nog twee broers. Ik ben de een-na-jongste uit een gezin van zeven.

Op mijn 43ste besloot ik psychologie te gaan studeren. Ik zat gewoon te genieten in die collegezalen. Ik stelde heel veel vragen en dan zag je mijn medestudenten denken: heb je haar weer, dat fossiel. Maar het was zo leuk. Als je ervan uitgaat dat je tot je zeventigste werkt, kun je best doen alsof je achttien bent en denken: ik ga nog een keer!”

Les 2: Verwonder je

“Ik was een religieus kind. Ik ervoer veel steun aan Jezus als vriend die er altijd voor me was en me liefhad, ongeacht wat ik had uitgespookt. Als ik ’s avonds in bed lag te piekeren, werd ik door te bidden weer rustig, al maakte ik me wel zorgen of het niet oneerbiedig was om dat liggend onder mijn dekbed te doen en niet op m’n knietjes voor het bed, zoals op de plaatjes van de zondagsschool.

In de vijfde klas stelde ik de meester een vraag: ‘Als Jezus het begin en het einde is, de alfa en de omega, hoe kan het dan dat God er altijd is geweest? Ergens moet er toch een beginpunt zijn?’ De meester zei dat ik worstelde met een vraag die niemand kon beantwoorden. In mijn puberteit kon ik me niet meer overgeven aan het geloof. Ik wilde wel, maar vond de dogma’s eromheen ongeloofwaardig. Ik was de eerste uit ons gezin en de enige van mijn Urker vriendinnen die geen geloofsbelijdenis deed.

Als mensen mij vragen of ik geloof, kan ik daar geen goed antwoord op geven. Hoe kun je niet geloven als je alleen al nadenkt over het wonder van een kind dat groeit in de buik? Ik zou het een enorme deceptie vinden als na de dood zou blijken dat er niets is. Maar ik weet het niet zeker. Niemand weet dat zeker. Hooguit vang je soms iets op van wat ons omringt, door een ervaring van liefde, door schoonheid van kunst of muziek, of in de ogen van mijn kinderen.”

Les 3: Wees moedig

“Het heeft me jaren gekost om te durven erkennen dat ik niet paste in mijn relatie. Ik was steeds op zoek naar verdieping, maar ik trok veel te hard aan hem. Ik werd daar doodongelukkig van. Maar we hadden wel twee kinderen voor wie ik letterlijk mijn leven wilde geven. ‘Scheiden is voor de dommen’ was de kop van een artikel in HP/De Tijd dat ik destijds las. Ik was het er hartgrondig mee eens. Als je kinderen hebt, gaat hun geluk voor dat van jou.

Intussen groeide de onvrede en het ongemak. Toen ik veertig werd nodigde ik mijn ouders en al mijn broers en zussen uit voor een etentje. Ik had gevraagd of ze geen cadeau wilden geven, maar een brief aan mij wilden schrijven over een moment in hun leven waarop ze moed hadden moeten tonen. Het was een warme lentedag en we zaten tot laat buiten terwijl ze een voor een hun brieven voorlazen. Ik had niet gezegd waarvoor ik moed verzamelde, maar ik leerde die avond dat ik altijd op mijn familie mag rekenen. Achteraf was dat de laatste keer dat we als kerngezin samen waren, mijn moeder overleed een jaar later op Stille Zaterdag.

De week dat mijn moeder overleed was prachtig. Alle filters vielen weg. Je kunt dan zo goed voelen wat er echt toe doet in het leven. Ik weet nog precies waar ik stond, vlak bij haar kist in ons ouderlijk huis, ik zag mezelf in de weerspiegeling van het raam en moest opeens lachen. Omdat alles me duidelijk werd. Ik dacht: ik ben zo met mijn verstand bezig te bedenken waarom ik door moet blijven gaan op deze weg, maar ik moet doen wat mijn hart zegt.

Mensen zeggen vaak: ‘Als jij gelukkig bent, zijn je kinderen dat ook.’ Een kulargument. Kinderen zijn gebaat bij een zo veilig mogelijke, voorspelbare omgeving. Dat vind ik nog steeds. Maar uiteindelijk is er ook een verantwoordelijkheid naar jezelf en die moet je ook nemen. Anders kun je niet de mens zijn die je moet zijn en gaat er te veel energie naar randzaken.

Mijn man Marcel en ik zijn afgelopen september uit elkaar gegaan. Het weekend daarvoor zaten we in de auto om nieuwe schoolspullen te kopen voor de kinderen en ik scheet letterlijk in mijn broek van angst: nu ga ik mijn nieuwe leven beginnen, maar hoe moet dat dan? Ik heb me een tijd heel somber en schuldig gevoeld, nu ben ik over die hobbel heen en begin ik te bloeien. Ik kan mijn talenten inzetten voor iets wat groter is dan mezelf. Ik kan me bezighouden met dingen die bij mij passen en wat mijn bestemming is.”

null Beeld Merlijn Doomernik
Beeld Merlijn Doomernik

Les 4: Oordeel mild

“Mijn vader is bijna negentig, gereformeerd, scheiden doe je niet. Urk is de gemeente met het minst aantal scheidingen van Nederland. Toen ik met Marcel trouwde, hadden mijn ouders twijfels, want hij was niet gelovig en ook niet gelovig opgevoed. In die zin verbaasde het mijn vader niet dat ons huwelijk strandde, maar hij vond het wel verdrietig voor onze kinderen en hij had ons ook liever een gelukkig huwelijk gegund. ‘Oh ja, en het is Rob Oudkerk’, voegde ik eraan toe.

Toen zei hij: ‘Hij is wel oud hè?’ Rob is zestien jaar ouder dan ik. Laatst hebben ze elkaar voor het eerst uitgebreid gesproken. Ze zaten samen op het bankje bij het vissersmonument in Urk dat mijn opa mede heeft opgericht. Mijn vader had er tegenop gezien, maar Rob stelde hem meteen de vragen waar het om ging. Na die ontmoeting zei mijn vader enthousiast dat ze een heel goed gesprek hadden gevoerd.

Natuurlijk had ik zelf ook reserves. Toen destijds die column van Heleen van Royen in Het Parool verscheen over Robs hoerenbezoek aan de Amsterdamse Theemsweg, waarvan zijn PvdA zei dat die gesloten moest worden vanwege de mensonterende toestanden, oordeelde ik net zo hard als iedereen. Hij is dom en onbezonnen geweest. Hij heeft zijn huwelijk beschadigd, zijn naasten gekwetst en het heeft hem behalve kortstondig genoegen niets opgeleverd.

Het is zuur wat het voor zijn carrière heeft betekend. Het is een man die heel veel in zijn mars heeft. Inspirerend vind ik zijn focus en verbindende kracht, daar krijgt hij veel mee voor elkaar. De politiek is een slangenkuil, misschien is het een blessing in disguise dat hij daar niet meer in zit, maar ik vind het jammer dat hij een paar jaar geleden ook gestopt is als huisarts.”

Les 5: Vreemdgaan tast het fundament van je relatie aan

“Ik heb Rob tien jaar geleden ontmoet op de lancering van het tijdschrift Wit Wedding, dat ik met mijn collega Lisette Wevers heb opgezet. We wilden een niet-truttig trouwblad maken en kozen daarom voor columnisten die juist niet geassocieerd werden met trouw en trouwen: Rob Oudkerk, Martin Bril en Kluun. Rob leverde zijn column in, ik las die en dacht: wat een lul. In die column beweerde hij dat je een goed huwelijk kunt hebben en ook kunt vreemdgaan. Je bent helemaal gek, dacht ik, en ik reageerde in een impuls. Hij reageerde daar weer op en zo ontstond een schrijverij die jarenlang is doorgegaan en waarin alle onderwerpen de revue passeerden. Vanachter mijn beeldscherm werd ik straalverliefd.

Inmiddels zijn we samen. Ik had het nooit verwacht van iemand als hij, maar ik voel me zo veilig in deze relatie. Hij is echt begaan met mensen, ontzettend zorgzaam. Als je hem nodig hebt, gooit hij alles neer en is hij er. Dat paste niet bij mijn beeld van hem als onverschillige rokkenjager. Kennelijk had hij een gereformeerd meisje uit Urk nodig om hem op het rechte pad te brengen, haha.”

Les 6: Houd vast aan je roots

“Ik vind het fantastisch dat Rob Joods is. Ik wilde vroeger heel graag een Joods meisje zijn. Wij groeiden natuurlijk op met die bijbelverhalen, dat uitverkoren volk dat door de woestijn zwerft, van alles meemaakt, zeeën die opensplijten. Door mijn achtergrond voel ik verwant met het Jodendom. Laatst ben ik met hem meegegaan naar het huis van zijn opa en oma in Deventer. Hij hield een verhaal bij een openhuizenroute langs plekken waar Joodse mensen hadden gewoond. Ik hoop dat hij zijn roots nog meer een plek gaat geven.

Zelf bezoek ik soms nog de kerk in Bloemendaal, vlak bij mijn huis. Daar preekt Ad van Nieuwpoort, die de hoofdrol speelt in de documentaire ‘Hier ben ik’, die nu te zien is. Ik vind het prettig dat ik mag twijfelen. En ik vind ook troost en veiligheid in de eeuwenoude verhalen en psalmen waarmee ik ben opgegroeid.”

Les 7: Wees kwetsbaar

“In Bloemendaal wordt niet hard geoordeeld over de stap die ik heb gezet. Bij mij in de straat wonen meer gescheiden vrouwen. Ook op Urk word ik nog steeds met open armen ontvangen. Dat is het mooie aan Urk: al ben je diep gevallen, ben je drugsverslaafd geweest en kom je ervoor uit en wil je weer terug, iedereen helpt je. Maar het is wel waar ik bang voor was: sociale afwijzing. Ik merkte dat toen ik me kwetsbaar opstelde en gewoon antwoord gaf op vragen, toen ik liet zien dat ik er zelf ook verdriet van had, dat mensen helemaal niet op me neerkeken. In plaats daarvan wilden ze me steunen en vertelden ze over hun eigen kwetsbaarheid.

Dat is ook de onderliggende basis van mijn ‘Psychologisch Handboek voor de niet zo perfecte vrouw’. Niet alles in het leven is maakbaar, schaduwkanten horen erbij. Je kunt delen beïnvloeden met je gedrag, maar als je je imperfecties omarmt en kwetsbaar durft te zijn, krijg je er diepgang en verbondenheid voor terug. En het is veel minder saai dan het perfecte plaatje dat we zo graag op Facebook en Instagram laten zien.”

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden