De laatste gang van Castro, een 'voetnoot in de historie'

Cuba Morgen wordt de as van Fidel Castro bijgezet, waarmee een eind komt aan een week van ceremonies na zijn dood. Twee Cubaanse schrijvers in ballingschap bekijken de fanfare met gemengde gevoelens. 'Hij moet hooguit herinnerd worden als een tijdgenoot van Michael Jackson.'

EDWIN KOOPMAN

"Van mij mag Castro een respectvolle begrafenis krijgen, maar zonder hem uit te roepen tot de grote bevrijder want dat was hij niet, integendeel." Journalist Ricardo González reageert telefonisch vanuit Madrid op de begrafenis morgen. Fidel Castro mag van hem herinnerd worden "met de lichten van de eerste jaren en met de schaduwen van de laatste veertig". De jaren dat Castro hem gevangen hield, is González, die in 2010 uit Cuba wegging, nog niet vergeten. Nog altijd kan hij niet terug naar zijn geboorteland.

Datzelfde geldt voor José Prats Sariol in Miami, die al eerder Cuba verliet. Onlangs werd hij nog in Havana uitgenodigd, nota bene door de officiële schrijversbond, maar een visum kreeg hij niet. Prats zou Fidel Castro graag in de annalen zien als een voetnoot bij andere grootheden. "Cubaans politicus uit de tijd van Celia Cruz en de band Sonora Matancera", zegt hij, verwijzend naar beroemde Cubaanse artiesten. "Zodat mijn kleinkinderen nog net weten dat hij leefde ten tijde van Michael Jackson." Met genoegen ziet Prats dat wereldleiders afzeggen voor de ceremonie morgen. "Naar Nelson Mandela gingen ze allemaal. Dat is het verschil tussen een held en een dictator."

Beide verbannen schrijvers herinneren zich nog precies het moment dat ze het nieuws hoorden. "Mijn eerste reactie was ongeloof. Hij was al zo vaak dood verklaard", zegt González. "Pas toen ik de tv aanzette, zag ik dat het echt was. In Miami ging iedereen de straat op, in Havana niemand. Niet om te huilen, niet om feest te vieren. Er heerste een soort spontane onverschilligheid, in afwachting van de officiële orders. Typisch voor een dictatuur die elke stap controleert."

Prats kreeg meteen allerlei gedachten bij het horen van het nieuws. "Ik moest meteen denken aan de ruzies over de erfenis van het geld en van de macht binnen de familie van Fidel en Raúl. Hoe ze in die vroege ochtend al posities aan het innemen zouden zijn. Een beetje zoals bij Shakespeare."

Veel veranderen zal het niet, denkt González. "Als hij in de eerste jaren van de revolutie was gestorven, toen het repressieve apparaat en de massaorganisaties er nog niet waren, dan was de hele regering gevallen, maar nu niet. De hele machtsmachine was perfect voorbereid om elke vorm van onrust de kop in te drukken."

Volgens Prats komen de veranderingen van de andere kant van het water. "De gevolgen komen zodra Donald Trump aan de macht is. Kijk eens naar de verklaringen die hij heeft afgelegd. Hij is de enige westerse leider die Fidel een dictator noemde. Ik had nooit gedacht dat ik het ooit over iets eens zou zijn met Trump."

González verwacht meer van het aftreden van Raúl Castro, over twee jaar. "Zonder twijfel is de hele machinerie al klaar. Maar wie zijn opvolger ook wordt, hij zal niet het historische prestige genieten van de eerste leiders van de revolutie, die tegen de rechtse dictatuur van Batista vochten. Dus dan komt er onzekerheid. Mijn hoop is dat - zoals in Spanje gebeurde - er iemand opkomt die een vreedzame overgang wil bewerkstelligen. Dat is mijn hoop." Prats deelt die verwachting. "Dat zal het begin van het einde zijn, want die nieuwe generatie zijn opportunisten. Die zitten er alleen voor het geld."

undefined

opgesloten tijdens de zwarte lente

Journalist Ricardo González (66) was een van de 75 dissidenten en journalisten die tijdens de zogenaamde 'zwarte lente' van 2003 werden opgepakt en veroordeeld tot draconische celstraffen. Toen hij na zeven jaar en vier maanden vrij kwam, nam hij de wijk naar Spanje. Over zijn eerste maanden ballingschap schreef hij in Trouw een serie gastcolumns. Nu woont hij, inmiddels gescheiden, op kamers in de Madrileense buitenwijk Vallecas.

undefined

schrijver wiens werk niet gedrukt werd

Schrijver en literatuurcriticus José Prats Sariol (70) was docent literatuur op de Universiteit van Havana. Zijn kritische boeken werden alleen buiten Cuba uitgegeven, maar hij werd jarenlang gedoogd door het regime. Hij noemde het insilio, een soort interne ballingschap, tegenover exilio. Toen tijdens de zwarte lente van 2003 vrijwel al zijn vrienden werden opgepakt, week hij uit naar Mexico. Tegenwoordig woont hij met zijn vrouw in Miami.

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden