Taal
De kruisvaarder 2.0 is van Turkse origine
Vorig jaar schreef ik in deze rubriek dat het woord kruisvaarder aan een comeback bezig is. Niet ter aanduiding van middeleeuwse deelnemers aan de kruistochten, maar als naam die in het Midden-Oosten wordt gebruikt voor de hedendaagse bewoners van het Avondland: christenen, cultuurchristenen en westerlingen in het algemeen.
Dat dit oude woord in een nieuwe betekenis ingeburgerd is geraakt in onze taal, hebben we niet aan onszelf te danken: westerlingen zullen zichzelf niet snel kruisvaarders noemen. De media gebruiken het woord dan ook in berichten waarin wij vanuit Turks perspectief worden beschreven. Dat doet vermoeden dat kruisvaarder in de moderne betekenis westerling van Turkse origine is, in welke taal haçlı (kruisvaarder) een stigmatiserende term is die de westerling van nu associeert met zijn verre voorouders (wier denkwereld en gedrag hem in feite vreemd zijn).
Kruisvaardersmentaliteit
Ook kruisvaardersmentaliteit (haçlı zihniyeti), dat Erdogan graag gebruikt in zijn antiwesterse retoriek, verwijst naar die verre voorouders, waar de Turken kennelijk al wat langer mee te stellen hebben. Zo schreef NRC Handelsblad in 1988 dat Turken Europa 'bij het minste of geringste van een kruisvaardersmentaliteit' beschuldigen, bijvoorbeeld 'als ze onderaan eindigen bij het Eurovisie Songfestival'. Hoewel kruisvaardersmentaliteit nu vaak in de media vertaald lijkt uit het Turks, is het een oer-Hollandse samenstelling, die in een verder verleden ook al werd gebruikt ter typering van de mentaliteit van geheelonthouders in hun strijd 'tegen de drankduivel'.
Ook een taalvraag? Mail tdb@taalbank.nl
Lees ook: Om een kruisvaarder te heten, hoef je niet meer op kruistocht.