Commentaar
De kinderpardon-regeling kan ruimer
De voorstellen van Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer voor een verruiming van de kinderpardon-regeling, komt op een politiek strategisch goed gekozen moment.
Twee van de vier partijen die onderhandelen over een nieuw regeerakkoord, D66 en ChristenUnie, zijn voorstander van versoepeling van deze als te streng ervaren regeling. Hun handtekeningen staan onder een gelijkluidende motie die vlak voor de verkiezingen werd ingediend met GroenLinks en SP.
Dankzij de steun van de PvdA kreeg deze motie een meerderheid, al noemde staatssecretaris Dijkhoff het voorstel onwenselijk en legde hij dit op het bordje van de kabinetsformatie. VVD en CDA zijn tegen een verruiming van de permanente regeling, zoals ze destijds bij de totstandkoming van het eerdere, tijdelijke kinderpardon ook tegen waren. De VVD gunde het destijds coalitiepartner PvdA.
Toch is het verstandig de voorstellen van de Kinderombudsvrouw op waarde te schatten. Kalverboer constateert terecht dat door de huidige, strenge regeling slechts heel weinig kinderen mogen blijven, ook al verblijven ze langer dan vijf jaar in Nederland en zijn ze daardoor goed ingeburgerd. Ze spreken Nederlands, zitten op school en hebben Nederlandse vriendjes en vriendinnen.
Toch komen de gezinnen vaak voor de pardon-regeling niet in aanmerking, omdat ze volgens de Immigratie- en Naturalisatiedienst niet meegewerkt hebben aan hun uitzetting. Asielzoekers moeten aantonen dat ze pogingen hebben gedaan het land te verlaten.
Meewerk-criterium
De Kinderombudsvrouw noemt de huidige uitwerking van de pardon-regeling niet in het belang van de kinderen. Haar belangrijkste voorstel en daarmee politiek het meest gevoelige, is om het meewerk-criterium te schrappen. Daardoor zullen meer gezinnen met kinderen onder de pardon-regeling kunnen vallen.
Er kleven wel twee belangrijke bezwaren aan dit voorstel. Door het schrappen van het meewerk-criterium worden gezinnen gestimuleerd hun procedures zo lang mogelijk te rekken, waardoor ze langer dan vijf jaar in Nederland verblijven. Daardoor komen ze in aanmerking voor de pardon-regeling. Het tweede bezwaar is de aanzuigende werking.
Dit valt te ondervangen als de asielprocedure efficiënter wordt ingericht. Het moet toch mogelijk zijn in een modern, strak georganiseerd land als Nederland om de asielprocedure en beroepsmogelijkheden zodanig in te richten dat de vijf jaar niet wordt overschreden. In dit perspectief ligt er voor de vier formerende partijen een opdracht op tafel om met elkaar een betere pardon-regeling tot stand te brengen, waarbij de belangen van het kind beter zijn gediend. Het gaat niet om grote aantallen. Een zakelijke benadering van dit met emoties omgeven onderwerp zou de onderhandelaars helpen.
De mening van de krant, verwoord door leden van de hoofdredactie en senior redacteuren.