De kerk is nodig, juist in deze samenleving
Behalve godshuis is de kerk ook altijd ontmoetingsplek geweest. Heroriëntatie op die rol kan de sloop van kerkgebouwen voorkomen, denken Bert en Stephan Ummelen.
Het gaat hard met de kerksluitingen. Alleen al als gevolg van parochiefusies binnen de rooms-katholieke kerk zullen de komende jaren weer een paar honderd kerken dicht moeten. Verval en sloop dreigt voor gebouwen die, ook al is geen sprake van monumentale of cultuurhistorische waarde, vaak het gezicht van wijk of dorp bepalen. Deze kaalslag beroert ook mensen buiten de geloofsgemeenschap, zo liet opinieonderzoek in Europees verband zien.
Volgens het gevleugelde woord van kardinaal Eijk zijn het niet de kerkbesturen, maar wegblijvende gelovigen die kerken sluiten. Daar lijkt geen speld tussen te krijgen. Eijk zelf spreekt over 'krimpende kwantiteit en groeiende kwaliteit'.
undefined
Nevenbestemming
Moeten al die kerkgebouwen echt aan de sloopbal worden prijsgegeven? Vorig jaar is op initiatief van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed een 'Agenda' gepresenteerd voor actie. Er is een brede verkenning aangekondigd naar mogelijkheden tot behoud, of in elk geval tijdelijke conservering.
Het kan gaan om initiatieven die de relevantie van nog in religieus gebruik zijnde kerken kunnen versterken: (kunst)historische rondleidingen, concerten, voordrachten, exposities. Ook nevenbestemming is een mogelijkheid, in tijd of in ruimte: de kerk wordt buiten de uren van religieuze activiteit gebruikt door andere partijen of het gebouw wordt zo heringericht dat er naast een kleinere liturgische ruimte plaats is voor andere doelen.
Sommige kerkbesturen acteren als verhuurbedrijf. Een lifestylebeurs, een feestje van een bank: graag worden de deuren geopend. Het valt dan op hoe slecht zo'n gebouw er eigenlijk voor is uitgerust. 's Winters is de boel niet warm te stoken, 's zomers is het te lang licht en ontbreken verduisteringsmogelijkheden. Het galmt er, waardoor een speech moeilijk te verstaan is, toiletten zijn niet ingericht op massaal bezoek, enzovoorts. Het is dus niet zo'n gek idee beschikbare middelen bij voorrang te gebruiken voor het wegnemen van zulke belemmeringen.
Maar is dit echt de weg voor leeglopende kerken? Zo'n onbestemde handelsgeest omzeilt de kwestie waar het om gaat, of zou moeten gaan. Kunnen kerken, (niet de kerkgebouwen) relevant zijn in een tijd van ontkerkelijking en hoe dan? Hoe kunnen ze hun inspiratie betekenis geven in een geseculariseerde samenleving?
undefined
Kansen
Dit is niet alleen een tijd van zorgen, het zou er ook een van kansen kunnen zijn. Een samenleving die zich afwendt van zorgarrangementen, waarin doorgeslagen individualisering gevoelens van vervreemding en eenzaamheid oproept en voorzieningen (openbare bibliotheken, club- en buurthuizen) die de infrastructuur sociale binding geven, worden afgebroken, daagt kerkbestuurders en vrijwilligers uit. Behalve godshuis is de kerk ook altijd een vitale schakel van de lokale gemeenschap geweest, een plek van ontmoeting buiten de economische sfeer. Die rol is allerminst achterhaald.
Er is, zoals de Agenda het stelt, behoefte aan een afwegingskader waarin de perspectieven van alle betrokken partijen (kerkeigenaren en kerkgemeenschappen, gemeenten, erfgoedzorgers, omwonenden) tot hun recht komen. Natuurlijk is er geen one-size-fits-all-oplossing. Verantwoordelijken wegwijs maken in subsidieland, hen bijspijkeren op het gebied van financieel beheer, dat is ook nuttig. Maar daarbij ontsnappen ze niet aan de opgave de relevantie van hun kerk opnieuw te definiëren en wel als kerk en in termen die de gemeenschap aanspreken.
undefined