De Hobbitstee in Wapserveen is nog een echte commune
Als ze mensen rondleidt, wordt er steevast besmuikt gevraagd hoe dat nou eigenlijk zit met die gezamenlijke slaapruimte. “Eigenlijk willen ze weten, of er hier nog steeds sprake is van vrije seks”, lacht Fravati. “En dan moet ik ze teleurstellen.” Maar verder is De Hobbitstee in het Drentse Wapserveen nog echt een commune; een economische eenheid die geen persoonlijk bezit kent.
De huidige vijf bewoners dragen al hun inkomsten af aan de commune en alle bezit wordt samen gedeeld. Daarnaast zijn er de gezamenlijke idealen die als bindmiddel fungeren. “Als het samenwonen zich beperkt tot het samen voeren van een huishouding, en er verder geen idealen zijn, houdt het geen stand”, weet Fravati, die eigenlijk Marjan heet, maar met haar partner Huzur (Joep Stapper) een Sufi-naam heeft aangenomen.
Fravati, Huzur, hun 18-jarige zoon Rens, Theo Koster en Hetty Jansen vormen tegenwoordig de vaste bewoners van De Hobbitstee, één van 's lands oudste communes. Naast de vaste bewoners zijn er bijna altijd gasten; bewoners die een paar weken of maanden komen logeren, meewerken op het land of in de kaarsenmakerij, en zich conformeren aan het gedachtengoed en de huisregels van de commune. Dat betekent onder meer: vegetarische maaltijden, meditatie, groepsgesprekken, geen drugs, alleen een glaasje wijn als er iets te vieren valt en een rookverbod voor de gezamenlijke ruimtes.
In september 1969, de tijd van Provo, flowerpower en het witte fietsenplan, werd de commune in een toen nog onbewoonbaar verklaard boerderijtje met moestuin gesticht door de Leidse student Otto Munters. Tientallen bewoners heeft de Hobbitsee sindsdien gehad. Sommig bleven maar een paar weken of maanden, anderen woonden er meer dan tien jaar.
Enkele van de huidige bewoners hebben het staartje van de 'wilde periode' nog meegemaakt. De tijd dat er slechts één slaapruimte was voor alle bewoners, en men zich nadrukkelijk met de opvoeding van elkaars kinderen bemoeide. “Maar dat werkt alleen voor een korte periode”, heeft Fravati gemerkt. “Op termijn zijn dat zaken die conflictstof in zich dragen. Bovendien is de tijdgeest nu anders dan twintig jaar geleden. Wij zijn niet blijven steken in de jaren '60, maar hebben nog wel een aantal idealen uit die tijd.”
Voordat ze naar Drenthe kwam, had ze zelf onder meer een boetiek en werkte ze in een bar. Fravati's partner Huzur was onderhoudsmonteur bij Daf in Eindhoven. “Ik gaf mijn baan bij de vrachtwagenfabriek op, terwijl mijn broer werkloos was. De familie dacht dat we niet goed snik waren.” Maar Fravati en Huzur kozen begin jaren '80 bewust voor een totaal andere invulling van hun leven.
Met zijn opleiding aan de Sociale Academie voldoet Theo Koster(33) wél aan het stereotype beeld dat er van de communebewoner bestaat, maar Koster verdiende zijn brood nimmer als vormingswerker. Hij draagt zijn steentje bij aan de communekas door het geven van volksdansles in Steenwijk en is bezig met de oprichting van een biologisch-dynamisch tuinbouwbedrijf: De Hobbithof. Op de ochtend van ons bezoek demonstreert hij met gepaste trots de 24 jaar oude tractor, die hij met bijeengeschraapt geld in Brabant op de kopt tikte. 'De Hobbithof' moet de opvolger worden van 'De Boventuin', het biologisch-dynamische tuinbouwbedrijfje, dat tien jaar lang voor een belangrijk deel bij droeg aan de inkomsten van de Hobbitstee. 'De Boventuin' stond echter op naam van twee voormalige bewoners van de commune, die onlangs na een conflict met medeneming van materieel en tuinbouwkas vertrokken, de huidige bewoners van de Hobbitstee met een kater achterlatend.
“Het principe van de commune is dat we afzien van privé-bezit, maar om juridische of fiscale redenen is het soms beter om een bedrijfje de status van eemanszaak of VOF te geven”, zegt Husur. “Dan staat zo'n bedrijf dus op naam van één of twee van onze bewoners. Bij De Boventuin was dat ook. Toen onze twee mede-bewoners in september vertrokken en De Boventuin meenamen, hadden we geen poot om op te staan. Deze les dwingt ons voortaan met overeenkomsten te gaan werken, terwijl dat indruist tegen onze natuur. Als ik ergens een hekel aan heb dan is het wel aan alles dichttimmeren met contracten, zoals in het bedrijfsleven.”
Theo Koster werkt inmiddels aan de actie '1 000 x 100', waarbij hij er op speculeert, dat er onder de vijftien miljoen Nederlanders toch duizend te vinden moeten zijn die De Hobbitstee honderd gulden willen schenken of lenen voor het opzetten van een nieuw tuinbouwbedrijf en een 'vredescentrum', bedoeld voor voorlichting en training op het gebied van 'actieve geweldloosheid'.
Want naast boer en dansleraar is Theo Koster vooral vredesactivist. Onlangs haalde hij nog de landelijke pers met een zwempartij door de gracht van de Bijlmerbajes. De actie was bedoeld als protest tegen de detentie van 'totaalweigeraar' Leon Wechelaer, die achter de tralies verdween, op het moment dat de opkomstplicht voor militaire dienst al was afgeschaft. “We kregen het halve politiekorps van Amsterdam achter ons aan, omdat ze dachten aan een uitbraakpoging”, zegt Koster met pretoogjes. Dat tafereel vergoedde het dertig uur durende verblijf in een Amsterdamse politiecel voor Koster ruimschoots. Binnenkort zal hij zich voor de Amsterdamse politierechter moeten verantwoorden. “En daar bouwen we dan weer een actie omheen”, klinkt het blijmoedig.
Zo heeft iedere bewoner van De Hobbitstee zijn of haar eigen bezigheden. Bewoonster Hetty Janssen ontbreekt tijdens het interview. Zij is het land in om onder wereldwinkels en meditatiecentra de kaarsen te distributeren, die al sinds de jaren '70 in de eigen kaarsmakerij van de Hobbitstee worden gemaakt. 'Alladin kaarsen' schijnen in dat circuit een begrip te zijn. Het opstarten van een 'eco-camping' moet een derde poot worden waar De Hobbitstee op schraagt; de drie hectare schrale Drentse zandgrond met daarop een boerderijtje, een tot gemeenschapsruimte omgebouwde varkensstal en een meditatieruimte in het bos zijn groot genoeg om in de zomer vakantiegangers op te vangen die terug willen naar de natuur.
“Zo scheppen wij een werkelijkheid die in overeenstemming is met de geest van de oprichters van deze commune ”, vindt Theo Koster. “De naam Hobbitstee is namelijk ontleend aan het wezen 'Hobbit' uit de roman 'Houd het klein' van Tolkien. Hobbit is in dat boek een soort intermediair tussen natuur en mens.”
Al filosoferend in de gemeenschapsruimte - waar drie maal daags gezamenlijk de maaltijd wordt gebruikt, dansavonden en groepsgesprekken worden gehouden - komen de bewoners van de Hobbitstee tot de conclusie, dat ze zeker niet 'soft' zijn. “Hooguit een beetje naïef”, vindt Huzur. “Zoals blijkt uit dat gedoe met dat biologisch-dynamische bedrijfje.”
“Dat wij ons niet zo maar in de hoek laten drukken heeft onze buurman, het ministerie van defensie, wel gemerkt”, grijnst Theo Koster. “Dat wilde van ons terrein en de omliggende velden een oefenterrein voor tanks maken. We hebben net zo lang actie gevoerd tot plan werd afgeblazen. Op een gegeven moment hadden we de boeren uit de omgeving zo ver, dat ze met hun tractoren de hekken van de Johannes Postkazerne gingen blokkeren. Als onze idealen in het geding komen, worden we heel fel. Vraag maar aan die generaals die zich ermee hebben bemoeid.”
Zo bleef de Hobbitstee bestaan, waar meer dan de helft van de naar schatting 8 500 woongroepen die in de jaren '70 en '80 in Nederland zijn ontstaan, inmiddels is verdwenen. “Als gevolg van verburgelijking en het verlaten van het ideaal om samen te willen delen”, concludeerde onderzoeker Harrie Jansen van de Erasmus Universiteit in 1991 in een wetenschappelijke studie. “Maar deze manier van leven komt terug. Over tien jaar is er sprake van een nieuwe golf”, voorspelt Fravati.