De hele dag in beeld
De burger is inmiddels de meest gefilmde diersoort in Nederland. De gewone Nederlander komt op een gewone dag al gauw enkele tientallen malen in beeld. Volgens een wetsvoorstel van het kabinet moet hem dat in de toekomst middels borden ook worden gemeld. Dat worden veel borden, zo blijkt uit deze rondgang van een gewone verslaggever en een gewone fotograaf.
De wandeling naar het station duurt een tot twee minuten langer. Dat heb je er voor over, je neemt liever het smerige tunneltje, dat stinkt naar kots en urine en waar resten van gratis treinkranten en onderdelen van fietsen liggen, dan de kortere tocht via de spoorbomen.
Het heeft zo zijn reden. De bomen aan de Zwarteweg, Comeniuslaan bij het station Naarden-Bussum zijn 36 minuten per uur gesloten en worden vanuit het verre Amersfoort bediend door een spoorwegambtenaar die via beeldschermen de overgang in de gaten houdt. Menigmaal rijdt de trein net voor je neus weg, omdat de spoorbomen -te lang naar je smaak- dichtblijven. Gebaren naar de camera's helpen niet, de spoorwachter in den verre is onverbiddelijk. En wee degene die het waagt er snel door te glippen, hij kan een forse reprimande verwachten, krijgt een snauw via de luidsprekers.
Dat was in de tijd dat de wachter nog in zijn huisje zat wel anders. Je spurt werd beloond, hij hield de bomen ietsje langer open, je bedankte hem met een vriendelijke groet, en hij zwaaide terug. Om efficiency -of wellicht veiligheidsredenen- werd het camerasysteem ingevoerd. De spoorboomwachters konden naar ander werk uitzien.
Het vuile tunneltje, zonder camera's, maar met goede verlichting, is nu veruit favoriet. Maar afgelopen week hebben we de kortere route weer eens geprobeerd. Kijk eens om je heen hoeveel camera's je tegenkomt van huis naar werk, en bij de gewone dagelijkse handelingen? Hoe wordt de Hollandse burgerman tegenwoordig in de gaten gehouden?, luidde de vraag ter redactie. Hoever is Big Brother ons leven binnengedrongen zeventien jaar na het 1984 van George Orwell? Met een andere blik -de ogen gericht op palen, plafonds en allerlei hoeken, en op het schijnsel van monitoren- gaan we op pad.
Wachtend voor de spoorbomen beklaagt een fietser zich over ,,die onbeschofte vlerk'', die man in den verre, die eenmaal een slagboom op zijn hoofd terecht deed komen, die hem via de luidspreker bars toesprak. Eigen waarneming woensdagochtend: een fietser raakt even gevangen tussen de bomen, krijgt een preek via de geluidsinstallatie, waarop alsnog één boom wordt geopend door grote broer in Amersfoort. Onmachtig en boos zet de fietser zijn tocht voort.
Het forenzenstation zelf telt verder nauwelijks camera's, op de Wizzl-winkel na, waar kaartjes en snuisterijen worden verkocht. Eenmaal in de trein benijd je de bewoners van de provincie Groningen niet die dagelijks de veiligheid in hun trein met constant cameratoezicht moeten bekopen. Onbespied, hooguit gadegeslagen door een medereiziger, neem je de krant door. Op het Amsterdamse Centraal Station, op het Amstelstation, op het metroperron hoef je maar even om je heen te kijken; de camera's hangen overal. Een kaartje stempelen of kopen gebeurt niet ongezien.
Het PCM-gebouw, waar Trouw zetelt, komt in zicht; de veiligheidsogen zijn gericht op het parkeerterrein, de ingang. Met een pasje ontsluit de deur zich; zwaaien naar de camera in het halletje werkt. ,,Het gebeurt niet vaak dat iemand me zo begroet'', zegt de portier lachend. De man had dus inderdaad naar een van zijn vele tv-schermpjes gekeken. Wellicht had de zwarte wintermuts, opgezet tegen de barre koude van afgelopen week, extra de aandacht getrokken. Eenmaal op de redactieburelen zijn de camera's uitgeschakeld, slechts ter internetredactie geeft een webcam de www.trouw.nl-bezoeker inzage in de werkzaamheden van de internetredactie.
Een korte wandeling, binnen een straal van een kilometer van de PCM-kantoren, leert veel over het cameragebruik. In het metrostation staart een GVB-beambte naar enkele schermpjes, ziet wat er gebeurt bij de toegangspoorten en onder in de tunnel. Langs de Wibautstraat richting Amstelstation staat een flitspaal, die de auto's fotografeert die het rode licht negeren. De paal maakt twee foto's per overtreding en moet na 400 foto's opnieuw geladen worden. Langs de Gooise weg, even verder, staan hoge palen met camera's die toezicht houden op al het verkeer. Bij de verkeersdienst Amsterdam die hier vlakbij zetelt, staat een batterij televisieschermen. De aanwezige politiebeambte Henk Hopstaken let er nauwelijks op. De camera's van Rijkswaterstaat bestrijken de belangrijkste knooppunten van Amsterdam: de tunnels, het Europaplein, het Tropenmuseum, de Arena, het Rijksmuseum; ze zijn allemaal te zien op de schermengalerij. Hopstaken legt omstandig uit dat de privacy van de burger niet in het geding is. De beelden komen niet op band. De camera's kunnen vanaf deze plek bediend worden, draaien, inzoomen. Het nummerbord is echter niet te lezen. Volgens Hopstaken is het systeem vooral handig bij voetbalsupporterbegeleiding, bij taxiblokkades, of als het licht op groen moet voor de route van koningin Beatrix. De lussen in de wegen geven tekens door aan deze verkeerscentrale. Files zijn makkelijk te volgen. Grote broer blijkt hier een kleine broer, het valt allemaal wel mee met die cameracontrole in en rond Amsterdam. Wel is het even schrikken als bij het intikken van het eigen autonummerbord een rits aan gegevens op het computerscherm verschijnt. Van datum van aanschaf van de auto, tot verzekeraar, van brandstof tot rijbewijs en strafblad van de gebruiker.
De wandeling leidt langs een hotel: ingang en lobby zijn bewaakt, camera's registreren de bewegingen van de bezoeker. Het benzinestation langs de Gooise Weg heeft zeker baat bij de camera's. De medewerkster achter de kassa waant er zich veilig. ,,Overdag zijn we met z'n tweeën, 's avonds gaat het aquarium dicht.'' De pompen, het winkeltje, de kassa en de uitgang staan constant onder controle. De banden blijven bewaard. Iemand die zonder betalen wegrijdt wordt bij de uitrit geregistreerd. Het kenteken gaat naar de politie die de zaak verder afhandelt.
Op de hoek van de Amstel ligt het ROC, Kweekschool van de handel. Camera's waken over de leerlingen van de school. Bij de ingang in het conciergehokje staan enkele monitoren, leerlingen lopen er in en uit. De ingang, de kantine, de kluisjes, een hal, de fietsenkelder staan onder voortdurend toezicht. De concierge is zeer te spreken over het systeem. De leerlingen gaan er speels mee om, dagen de camera's soms uit, zien het als een kat en muisspel, zegt de concierge.
Het opentrappen van de kluisjes, het laten leeglopen van fietsbanden kan ermee worden voorkomen. De leerling weet dat hij later met de opname van een misstap geconfronteerd kan worden. Een enkeling draait de camera naar zijn hand, richt die op het segment waar zijn eigen fiets staat om daarmee zijn eigen vehikel beter te beschermen.
In de boek- en tijdschriftenhandel is het mechanisch oog alom aanwezig. De verkoopsters voelen zich daardoor een stuk veiliger. Wie leest zonder te kopen voelt zich gadegeslagen. We besluiten het nieuwe huis van een collega te bezoeken, buiten de stad. Een mast met twee lampen en, jawel, een videocamera bewaken de ingang van het terrein van het appartementencomplex. De bewoner kan vanuit het eigen huis de bezoekers via een minimaal schermpje zien. Het onduidelijke beeld van het onguur gemutste bezoek biedt te weinig zekerheid om het rolhek te openen, pas het gesprek via de intercom geeft vertrouwen. ,,Ja, wie is daar?'' ,,Wij.'',,Ja, kom maar.'' De auto geparkeerd. Bij de voordeur van het appartement opnieuw een camera. Aan veiligheid geen gebrek hier, zo vlak bij de duinen.
De terugweg aanvaard. Nog even langs de supermarkt. En daar zijn ze weer, die ogen voor onze veiligheid. De klantenpas en de camera registreren het koopgedrag tot in alle uithoeken.
De weg naar huis leidt ditmaal door het vertrouwde vuile tunneltje. En eenmaal thuis begint het besef door te dringen waarom op al die vakantievideofilms een grote grijns op het eigen gezicht ontstaat als de camera in beeld komt.