null

InterviewAfrika-correspondent

De geur van rottend mensenvlees krijgt Koert Lindijer ook na dertig jaar niet uit zijn herinnering

Beeld Jeroen van Loon

Als Afrika-correspondent zag Koert Lindijer van dichtbij tot welke gruwelen de mens in staat is. Wat hij ook zag: er kwamen nieuwe scholen, meer wegen en meer goed opgeleide mensen. En ideeën over homo’s of vrouwenbesnijdenis gingen schuiven. ‘Die verhalen wil ik uit mijn pen laten komen.’

Joris Belgers

“Wat een vol leven hè?”, grinnikt Koert Lindijer, vanuit zijn huis in Nairobi, als de interviewer langs de hoogtepunten uit zijn laatste boek schiet. Dit jaar is zijn veertigjarig jubileum en daarmee is Lindijer een van de langstzittende Nederlandse buitenlandcorrespondenten. In 1983 vestigde hij zich in Kenia, om voor NOS en NRC te berichten over Afrika.

Een wolkenkrabber op de Savanne is een korte geschiedenis van (Oost)-Afrika, een persoonlijk relaas én een verslag van hoe de journalistiek is veranderd. Lindijer was ooggetuige van de geschiedenis. Zo wandelde hij doodgemoedereerd het paleis van Mobutu binnen – de president die met harde hand regeerde over Zaïre, nu Congo – terwijl de rebellen aan de poort rammelden. Hij kreeg hem nog te spreken ook.

Hij reisde door de bush met de vrijheidsstrijders van toen, de dictators van nu. Hij zag honger in Ethiopië, zag hoe de wereld oog kreeg voor het zorgenkindje Afrika en zag in Rwanda tot welke gruwelen mensen in staat zijn.

Koert Lindijer (Rotterdam, 1953) bezocht Afrika voor het eerst in 1973. Tussen 1979 en 1983 werkte hij op de buitenlandredactie van NRC Handelsblad. In 1983 vestigde hij zich in Nairobi en werkt sindsdien als Afrika-correspondent voor NRC en tot vorig jaar voor de NOS. Een wolkenkrabber op de savanne is zijn vijfde boek. Lindijer is getrouwd en heeft twee kinderen.

Het is een boek vol weemoed en het leest als een afscheidsboek. Maar dat ziet de interviewer fout. Het woord pensioen kent Lindijer niet. Die veertig jaar was, zegt hij, gewoon ‘een mooie periode’ om te markeren. Voor hemzelf en voor zijn geliefde continent.

“Ik heb het laatste vleugje euforie en optimisme meegemaakt, na de onafhankelijkheidsgolven van de jaren zestig en zeventig. En ik heb dat zien vervliegen. Daarna kwam de teleurstelling over een Afrika dat zich steeds dieper de grond in groef. Ik zag de gewapende leiders aan de macht komen, eerst nog vol idealen. Museveni in Oeganda, Kagame in Rwanda, Isaias Afwerki in Eritrea, Kabila in Congo, Meles Zenawi in Ethiopië. En ik zag ze in dezelfde gewoontes vervallen als hun verafschuwde voorgangers.

Hoe verklaar je dat die idealisten in Afrika in oude gewoontes vervallen?

“Ongetwijfeld corrumpeert macht. Dat heeft niet specifiek met Afrika te maken. Wat wel met Afrika te maken heeft, is hoe makkelijk het er was die macht te verkrijgen. Zelfs de brandweer had in de jaren tachtig de macht kunnen grijpen, als ze dat wilden.

Koert Lindijer: ‘De ander willen begrijpen is mijn drive. Ook al doet die ander iets wat mij totaal afschrikt.’ Beeld  Jeroen van Loon
Koert Lindijer: ‘De ander willen begrijpen is mijn drive. Ook al doet die ander iets wat mij totaal afschrikt.’Beeld Jeroen van Loon

“Macht afstaan is heel moeilijk, nadat er zich een kliek om je heen heeft verzameld die niet wil dat je opstapt. Ironisch genoeg zei Museveni toen hij aan de macht kwam, dat het grote probleem van Afrika is dat leiders nooit opstappen. Nu, bijna veertig jaar later, is hij één van de langstzittende presidenten ter wereld.

“Deze ‘Nieuwe Leiders’ kwamen niet met een staatsgreep aan de macht, maar na een volksopstand. Het Westen dacht dat dit wel eens de doorbraak kon zijn. Wat we toen niet zagen, was dat het niet alleen slimme jongens, maar ook militairen waren. En militairen geven bevelen.”

Waarom vertrok je ooit uit Nederland?

“Ik ben een product van de jaren zestig. Kunstenaars en schrijvers zochten hun grenzen op. Letterlijk: je horizon werd je limiet. Ik wilde weg uit het kleine natte Nederland. Ik zocht inspiratie in andere culturen. Onderlinge verschillen hebben me altijd beziggehouden.

“Het romantische gevoel van avontuur trok ook. Afrika was heel ver weg! Er waren misschien twee of drie KLM-vluchten per week. Er waren geen telefoonverbindingen. Brieven deden er een maand over. Je ging ergens naartoe en had geen idee wat je er zou aantreffen. Op die momenten voel ik mij het gelukkigst. Hoe minder luxe, hoe beter.

“De ander willen begrijpen is mijn drive. Ook al doet die ander iets wat mij totaal afschrikt. Daarom vind ik het, tot op de dag van vandaag, het meest fascinerend om een oorlogsmisdadiger te interviewen. Omdat het zo verschrikkelijk moeilijk is om zo iemand, die zelf heeft lopen hakken, te begrijpen.”

Wat maakte Afrika voor een journalist zo interessant?

“Toen ik in 1983 correspondent werd, ging het in Nederland alleen over apartheid in Zuid-Afrika, maar dat interesseerde mij het minste. Dat was een lelijk overblijfsel van het kolonialisme. Dat zou wel opgelost worden.

“Veel interessanter vond ik natievorming: hoe landen van tribale naar nationale culturen gingen. Het conflict tussen bruin en zwart Afrika, dat uitgevochten werd in Soedan. Hoe al die nieuwe landen deel werden van de wereldgemeenschap. Hoe bij de snelle urbanisatie de ubuntu-gedachte – ‘ik ben, want wij zijn’ – kan standhouden.”

Aan welke verhalen denk je met trots terug?

“Trots is niet het goede woord, dat moet je uit je woordenboek schrappen. Maar... ik werd ontmaagd in Ethiopië, in 1984.

“De hongersnood. Dat massale sterven. Dat was voor mij het eerste belangrijke verhaal en nog steeds een verhaal waarvan ik denk dat het invloed had. Het was de Koude Oorlog. Je had de Ethiopische leider Mengistu, een communist. Anderzijds had je Thatcher en Reagan. Het Westen wilde Ethiopië niet zomaar voedselhulp geven, die hongersnood kon het ook gebruiken om het Mengistu-regime omver te werpen. Er was ontzettend veel druk nodig om de bevolking toch te helpen, druk van journalisten en later popmusici.

“In Nederland ging het verhaal dat de havens in Ethiopië het niet aankonden als er ineens veel voedselhulp binnenkwam. Dat was het frame. Vanuit Addis Abeba had ik al vrij snel door dat dat gelul was. Mijn verhaal heeft die leugen onderuitgehaald. Dat was het moment dat ik dacht, goh, ik heb invloed.”

Wat is je het meest bijgebleven?

“Ik ontkom er niet aan Rwanda te noemen. Omdat je dat maar een keer in je leven meemaakt. Althans, dat hopen we van harte.

“Dat geweld, dat was niet iets Afrikaans. Dat was puur waar hate speech, propaganda en nepnieuws toe kunnen leiden. Het gif kon vrij vloeien en dat leidde ertoe dat mensen hun buurvrouwen afmaakten en er kinderen tegen de muur werden doodgeslagen. Het leidde tot de genocide.

“Beschaving bleek een flinterdun vernislaagje. Rwanda, gebaseerd op eeuwenoude dynastieën, hoe kon die samenleving zó teloorgaan? Ik ben daar beter gaan begrijpen hoe mensen met elkaar kunnen omgaan. Die ervaring, hoe gruwelijk ook, heeft mijn leven verrijkt.

“Een collega zei ooit tegen me: wat ben ik jaloers dat jij de genocide hebt meegemaakt. Een waanzinnige opmerking, maar er zit veel waarheid in. Door andermans leed kan ik het leven beter begrijpen. Dus ook door interviews met moordenaars, die even daarvoor met spijkerknuppels mensen hadden doodgeslagen.”

Moet je een drempel over, voor zo’n gesprek?

“Ik had geen vooroordelen meer. Ik had geen oordelen meer. Ik ben met het Rwandese patriottische front RPF van Kagame na de genocide langs de kerken vol rottende, verkoolde lijken gegaan. Ik had het massale al meegemaakt. We hebben een kerk overgeslagen, omdat daar ‘maar’ zestig lijken lagen. Ach, laat die maar zitten, we hebben er net eentje van vierhonderd gehad.

Lindijer: ‘Het leven van een geit was meer waard dan een mensenleven, want een geit kun je opeten.’ Beeld  Jeroen van Loon
Lindijer: ‘Het leven van een geit was meer waard dan een mensenleven, want een geit kun je opeten.’Beeld Jeroen van Loon

“Daarna ging ik naar het westen van Rwanda. Daar waren de moordenaars nog actief. Ik stond letterlijk op anderhalve meter van de dood. Ik hoefde niks opzij te zetten. Er waren al vele knoppen in mijn hoofd omgezet.

“Ik heb gezien hoe een soldaat iemand op de vlucht in zijn rug neerschoot. Mijn eerste reactie was: goh, dat is makkelijk zeg, iemand doodschieten. Doden was zo normaal geworden dat ik dacht dat ik het ook gekund zou hebben.

“Na afloop van dat interview met die massamoordenaar dacht ik: dat was een leuke gozer. Ik begreep het wel. Hoe je in die context, in die omstandigheden, met die propaganda, zo ver kon gaan.”

Het concept mensenleven ervaar je dan... anders?

“Het leven van een geit was meer waard dan een mensenleven, want een geit kun je opeten. Alles stond op zijn kop. De dood is zo ver weggedrukt uit de Nederlandse samenleving. In Afrika is de dood nu eenmaal net wat dichterbij.”

Hoe heeft dat de kijk op je eigen leven veranderd?

“Ik heb twee zonen. Om je kinderen te zien opgroeien, om ze te omhelzen: telkens als ik uit zo’n situatie terugkwam, kwam dat duizend keer zo hard binnen. Ik heb tientallen vluchtelingenkampen met hongerige kinderen bezocht. Mijn pen was mijn geweer, het enige dat ik kon was erover schrijven. Alleen: daar hebben die mensen die hier liggen te creperen niks aan. Dus moet je jezelf verantwoorden: waarom ben ik hier? Ik dacht: hoe zou je erover schrijven als dat je zoon was?”

Heb je ooit last gehad van wat je hebt gezien?

“Er zijn nachtmerries geweest. En als ik nu over straat loop en de geur van rottend vlees wasemt voorbij dan: bám, ben ik terug in die kerken. Het is een geur waar je nauwelijks doorheen komt. Maar ik heb nooit gedacht aan zelfmoord. Collega’s wel.

“Weet je, in moeilijke situaties danst die pen wel op de ellende. Het waren de makkelijkste stukken om te schrijven. Maar het abnormale moet niet normaal worden. Ook ik heb krassen op mijn harde schijf, maar hij functioneert nog perfect. Ik hoef lijken in mortuaria niet meer te zien. Je leert jezelf beschermen.”

Hoe is Afrika veranderd?

“Afrika is ontzaglijk ten positieve veranderd. Er zijn meer scholen en meer wegen, er is meer zorg voor elkaar, er zijn meer goed opgeleide mensen die nadenken over wat ze met de toekomst willen. Er zijn verrassende veranderingen op het gebied van controversiële zaken als homo’s of vrouwenbesnijdenis. Er zijn ook nog veel problemen en daar focussen journalisten te veel op. Maar ik kijk steeds naar de kracht: in elk slecht-nieuwsverhaal moet een goed-nieuwsverhaal zitten. Als je over droogte schrijft, schrijf dan ook over diegene die ondanks alles verder gaat.”

Is de kijk vanuit Afrika op het Westen veranderd?

“Ja, juist omdat het Westen nog wél naar Afrika kijkt als dat ellendige continent. Mensenrechten worden er geschonden en wij moeten ze zogenaamd helpen dat te veranderen, want Rusland en China gaan dat niet doen. De context is altijd: ach wat zielig. Maar dat is nooit míjn perspectief geweest.

“Zeker niet nu: Europa komt nauwelijks meer voor in de discussies. Peking, Moskou, Rio de Janeiro, daar gaat het gesprek over. De invloed van het Westen is gigantisch afgenomen. Economisch is die afhankelijkheid doorbroken. Vrouwenemancipatie komt nu van binnenuit, niet meer omdat het Westen met het opgeheven vingertje zwaait.”

Wat doet dat met Afrikanen?

“Ik kom uit een tijd dat er donorconferenties werden georganiseerd voor landen die zelf niet werden uitgenodigd. Er is altijd in het Westen beslist óver Afrika, nooit mét Afrika. Het neokolonialisme is nooit weggegaan. Ergens leeft dat voort in de politiek hier, maar het verhuist langzaam naar de geschiedenisboekjes. Afrika wordt zelfverzekerder. Kijk hoe landen hier de financiële crisis na 2007 zijn doorgekomen, hoe goed Afrika covid is doorgekomen. Problemen in de witte wereld veroorzaakten vroeger crises in Afrika. Nu niet meer.”

Dat lijkt mij interessant om nog even over te blijven schrijven.

“Nog veertig jaar. Ha! Uiteraard. Er veranderen zoveel dingen dramatisch snel hier. Onlangs is in Nairobi een mode-ontwerper die vrouwenkleren droeg vermoord. In het commentaar van The Standard, de grootste krant van Kenia, stond dat ‘er hier geen twijfel is dat er homo’s zijn’. In Kenia! Dat was dertig jaar geleden onbestaanbaar.

“Veranderingen gaan langzaam, maar ze zijn gigantisch. Die verhalen wil ik uit mijn pen laten komen. Met de kennis van de context die ik in veertig jaar heb opgebouwd. Je hebt correspondenten nodig die lang met de voeten in de blubber hebben gestaan. Je brengt Afrika anders niet goed over, naar de witte wereld, die vaak nergens wat van begrijpt.”

null Beeld

Koert Lindijer
Een wolkenkrabber op de Savanna
Atlas Contact;
352 blz. €24,99

Lees ook:

Auteur Dipo Faloyin: ‘Armoede of safari. Meer ziet het Westen niet als het naar Afrika kijkt’

Het Westen heeft een heel eenzijdig beeld van Afrika alsof het continent een land is, zegt de Nigeriaanse auteur Dipo Faloyin. Hij beschrijft hoe oude koloniale ideeën nog steeds dominant zijn.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden