'De Franse verzorgingsstaat moet nodig op de schop'

Franse werknemers van Peugoet Citroën protesteren tegen de massa-ontslagen in een fabriek bij Rennes, half september. Beeld AFP
Franse werknemers van Peugoet Citroën protesteren tegen de massa-ontslagen in een fabriek bij Rennes, half september.Beeld AFP

In de werkkamer van chef du bureau Sophie Pedder, vlakbij de Champs-Elysées, liggen overal enorme stapels boeken over politiek en economie. Aan de wanden hangen ingelijste covers die getuigen van het lichtvoetige sarcasme waar The Economist het patent op heeft. Eentje uit 2006 toont een Franse vlag met Margaret Thatcher op de voorgrond. 'Wat Frankrijk nodig heeft' staat er bij.

Kleis Jager

Wie 'Le déni français' (de Franse ontkenning) van Pedder leest, moet tot de conclusie komen dat het land nog steeds wel een ijzeren dame kan gebruiken.

Vakantie
Ga maar na. Fransen werken en exporteren te weinig, ze zijn kampioen ziekteverzuim en hebben langer dan wie ook vakantie. In vergelijking met Duitsland telt Frankrijk veel meer ambtenaren per 1000 inwoners (50 tegen 90) terwijl er toch echt meer Duitsers (82 miljoen) zijn dan Fransen (65 miljoen).

En neem bijvoorbeeld de Franse universiteiten. "Die zijn gratis! Studenten betalen alleen 177 euro inschrijfgeld voor de eerste twee jaar. Een voorstel om voortaan 500 euro van studenten te vragen van de linkse denktank Terra Nova maakte geen schijn van kans. De toegankelijkheid stond op de tocht." Ondertussen vragen de universiteitsbazen om meer geld. Van de overheid natuurlijk, dat spreekt.

"Een van de belangrijkste cijfers in mijn boek is het deel dat landen van hun welvaart besteden aan collectieve uitgaven", zegt Pedder. "Dat is in Frankrijk 56 procent, in Italië 50 procent en in Duitsland 46 procent. De Franse levensstijl is altijd volledig op krediet gefinancierd. De laatste sluitende begroting dateert van 1974! Als die trend niet wordt gekeerd, is Frankrijk het volgende Spanje of Italië."

Sociale lasten
Heel weinig aandacht is er in Frankrijk voor de perverse kanten van het stelsel. "Franse werkgevers betalen de hoogste sociale lasten van alle Oeso-landen, inclusief Zweden. Het grote drama van Frankrijk is dat werkgevers er vanwege die lastendruk alles aan doen om vooral geen mensen aan te nemen", constateert Pedder. "Terwijl er drie miljoen werklozen zijn, 10 procent. Hoe kan je dan beweren dat het systeem zo goed want zo sociaal is? Het systeem beschermt werknemers met vaste arbeidsovereenkomsten en ambtenaren, maar sluit jongeren en laaggekwalificeerden uit."

"Ik heb met dit boek niet willen polemiseren", benadrukt Pedder. "Ook pleit ik er niet voor de verzorgingsstaat af te schaffen of opeens keihard te gaan snoeien. Ik denk alleen dat als men die verzorgingsstaat zoveel mogelijk wil behouden, het roer om moet, dat de mentaliteit moet veranderen."

Zo doen politiek en media vaak alsof het snelle verlies van banen in de industrie niets te maken heeft met Frankrijk zelf. "Fransen wordt voortdurend verteld dat ze slachtoffers zijn. Slachtoffers van de globalisering, de banken, de patrons, de bazen, de hedgefunds, de kredietbeoordelaars, de speculanten en slachtoffers natuurlijk van de Duitsers met hun gematigde lonen, de Duitsers van wie ze het nu op alle punten verliezen."

Paraplufabriek
In haar boek vertelt Pedder het verbijsterende verhaal van de paraplufabriek Guy de Jean in het plaatsje Donzy in de Bourgogne.

Eigenaar Pierre de Jean, de zoon van de oprichter, besloot zo'n vijftien jaar geleden een deel van de productie - de topmodellen - niet naar China te verhuizen. Tegen de trend in zijn sector in. De nadruk werd in Donzy nog meer gelegd op kwaliteit en design en dat sloeg aan; Frans fabrikaat bleek een verkoopargument. Maar vijf jaar geleden zei De Jean al tegen Pedder dat hij door de rigide arbeidsmarkt doodsbenauwd was om het personeel uit te breiden. Want wat moet je als het minder gaat?

Kort geleden bezocht Pedder hem weer. Bij het eerste bezoek produceerde De Jean twee derde van zijn paraplu's in Frankrijk, nu is driekwart Made in China. "En vrijdagmiddag sluit hij de deuren vanwege de 35-urige werkweek. Te weinig werknemers wilden gebruik te maken van de belastingvrije overuren, een regeling die de huidige regering heeft geschrapt."

Offer
De laatste campagne voor de presidentsverkiezingen was een gemiste kans om het land wakker te schudden. "Geen van de kandidaten durfde de Fransen uit te leggen dat iedereen een offer moet brengen. Niet alleen de grote bedrijven en de rijken. Nicolas Sarkozy deed in het begin van de campagne een poging maar hield er snel mee op toen het niet hielp in de peilingen."

De nieuwe regering verkeert nog altijd in het stadium van ontkenning, aldus Pedder. Wel is er nu een kleine verandering in toon. Hollande heeft de deur op een kier gezet naar de liberalisering van de arbeidsmarkt. "Dat is bemoedigend, maar het wachten is op de daden."

De eerste echte test of Hollande een Franse Gerhard Schröder kan worden - een socialist dus die nodige, maar pijnlijke hervormingen doorvoert - is de begroting voor 2013 die vrijdag wordt gepresenteerd. "Tot nu toe heeft hij precies datgene gedaan wat in een andere, verkeerde richting wijst: meer uitgaven in plaats van minder en vrijwel niets om het bedrijfsleven te helpen. Hij zet in op belastingverhoging voor welgestelde particulieren en grote bedrijven. Dat moet 20 miljard opleveren, 10 miljard moet van besparingen op de uitgaven komen. Die verhouding, zo hebben landen als Zweden en Canada die succesvol saneerden laten zien, zou precies andersom moeten zijn."

Als u slaagt, zullen wij u straffen
Wat snel moet stoppen, is het stigmatiseren van rijken. Met het demoniseren van het bedrijfsleven en bazen, kan je verkiezingen winnen, Maar de economie gaat er niet van groeien, stelt Pedder fijntjes vast. "Natuurlijk moet je in moeilijke tijden meer van hoge inkomens vragen. Maar een toptarief van 75 procent is onzinnig, dat bestaat nergens. De boodschap van zo'n maatregel is desastreus: Als u slaagt, zullen wij u daarvoor straffen, dus probeer het maar ergens anders."

Frankrijk heeft, ondanks alles, veel troeven. Het trekt veel investeerders, het heeft jaloersmakende bedrijven in de luxe- en de autoindustrie, verzekeringen, voedingsmiddelen, cosmetica, luchtvaart, hotellerie en kernenergie. Het heeft meer bedrijven in de Fortune 500 dan Duitsland en Groot-Brittannië.

Toch is geen volk in de wereld zo kritisch over het kapitalisme. 41 procent gelooft volgens opinieonderzoek van GlobalScan in een alternatief voor vrijhandel, terwijl die vrijhandel van hun land de vijfde economie in de wereld heeft gemaakt.

Privileges
Waar dat haast schizofrene wantrouwen vandaan komt fascineert Pedder, maar zij weet het antwoord ook niet precies. "Het zou te maken hebben met de Franse revolutie waardoor men hier niet gesteld is op privileges. Dat overtuigt niet erg, na zo'n lange tijd, we hebben het hier over 1789. Nee, het komt door de invloed van het katholicisme, hoor je ook vaak. Maar dat is absurd, want in Ierland of Polen bestaat dit probleem helemaal niet."

Er is niet één verklaring voor, besluit ze. "Maar het bestaat en het is heel specifiek Frans. Rijkdom is verdacht en moet vooral verborgen blijven, achter hoge muren liefst."

Ministerie voor vrije tijd
Ondertussen zien werknemers hun bedrijf 'als een combinatie van een ministerie voor vrije tijd en Sinterklaas', schrijft Pedder. Overdrijft Pedder hier niet? "Dat denk ik niet. Buitenlanders die hier werken zeggen vaak: organiseer alle belangrijke bijeenkomsten voor de jaarwisseling, want daarna krijg je met al die vakanties nooit meer iedereen bij elkaar."

De 35-urige werkweek, ingevoerd in 2001, heeft het Franse arbeidsethos geen goed gedaan. "Het is het kenmerk van een samenleving die de werkelijkheid ontkent en die het sprookje blijft vertellen dat het allemaal niet uitmaakt omdat Fransen per uur productiever zijn. Maar de totale productiviteit is veel lager dan die van Duitsland. Nog even over die paraplufabriek: Pierre de Jean heeft orders af moeten zeggen. Dat is toch diep triest?"

Geen harde werkers
Een Fransman werkte in 2010 1562 uur per jaar, het gemiddelde van alle Oeso-landen is 1749 uur. Dat is minder dan de Amerikanen en de Britten, maar ook minder dan de Zweden, Italianen en Spanjaarden. Fransen met een voltijdbaan werken 6 weken per jaar minder dan hun Duitse collega's.

Met gemiddeld 14,5 dag (18,6 bij de overheid) per jaar is het ziekteverzuim hoger dan in Duitsland. De Gallische ziekte geldt niet de zelfstandigen. Die staan in alle statistieken juist bovenaan.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden