De enige prijs ooit, juist na het loslaten van een star geloof
Vier uitzendingen, te beginnen morgenavond, wijdt de NOS 25 jaar later aan het hoogtepunt in onze voetbalgeschiedenis, het EK van 1988. Het zal prachtig zijn om het allemaal weer te zien - of het nog één keer verteld te horen worden.
Dat Johan Cruijff de verongelijkte Marco van Basten, als linksbuiten in de voorbereiding getergd door coach Rinus Michels, in overweging gaf zijn spullen te pakken en niet mee te gaan naar West-Duitsland. Van hun gesprek na de laatste oefenwedstrijd zijn diplomatieke versies naar buiten gekomen, maar ergens zal Cruijff hem hebben aangespoord het hele zooitje te laten barsten.
Het doelpunt van de Sovjet-speler Rats in het eerste duel - en weten dat alles ten goede zal keren.
De drie doelpunten van Van Basten tegen Engeland.
Het mislukte schot van Ronald Koeman en de onooglijke kopbal van Wim Kieft tegen Ierland.
Het Volksparkstadion dat, leve Evert ten Napel, van Oranje was. (En Franz Beckenbauer daarbij niet te vergeten, die als bondscoach van West-Duitsland in de overspannen sferen van toen de spelersbus van Nederland binnenstapte om de winnaar hoffelijk te feliciteren en te complimenteren.)
Dat Michels de avond vóór de finale een duur horloge met inscriptie van de spelers kreeg en dat hij zich terugtrok in zijn kamer om te bellen met zijn vrouw. De laatste zin in het betreffende hoofdstuk van '1988, Wij hielden van Oranje' van Auke Kok: 'Zijn vrouw huilde, en Michels huilde ook.'
De onuitwisbare herinnering waar je was, toen Van Basten de grootste dwaasheid in onze voetbalgeschiedenis uithaalde door de bal na een nu eens niet afgemeten voorzet van Arnold Mühren dan maar, vermoeid en met groeiende pijn in de enkel, op de slof te nemen. "Hoe deed je dat?", vroeg Jan Wouters, toen hij hem in de jubel eindelijk had achterhaald. "Ik weet het niet!", zei Van Basten.
En natuurlijk Theo Reitsma's 'Dit is een goed stel, hoor'.
De NOS noemt zijn serie een 'triumphal journey'. Dat is jammer, zo'n nieuwerwetse frats. Als deze jongens iets deden, was het niet eens triomferen in het Nederlands, maar winnen - en als we al niet wisten hoe moeilijk dat was, zijn we daar in de 25 jaar erna dubbel en dwars achtergekomen.
Nog steeds is een van de eerste neigingen om het EK '88 op te voeren als de handleiding voor het winnen. Maar het is onbegonnen werk om te blijven roepen dat ze tegenwoordig nog eens goed zouden moeten kijken hoe Berry van Aerle, Adri van Tiggelen en Erwin Koeman, oer-Hollands en tegelijk technisch en tactisch on-Nederlands, óók de kracht van het team bepaalden. Daarbij had Oranje natuurlijk ook domweg het geluk dat elke kampioen nodig heeft, en dan is er nog iets waardoor je er voorzichtig mee moet zijn de spelers als al te verheven rolmodellen voor te stellen. Op het WK 1990 maakten ze er een bende van en in '92 gingen ze op het EK ouderwets in hoogmoed ten onder.
Voetbal International concludeert terecht dat het Nederlandse voetbal niet door het EK '88 is beïnvloed. Het toernooi heeft geen vervolg gekregen, ook of vooral niet in een van de meest intrigerende facetten. Oranje won zijn enige prijs ooit in een systeem met twee spitsen, dwars tegen het kernbeginsel in van de 'Hollandse School', het starre geloof ook van Louis van Gaal. Laat nu juist de belangrijkste kandidaat om hem volgend jaar op te volgen, Ronald Koeman, al vaker hebben getoond dat hij à la Michels van de tactische dogma's durft af te wijken. Niet dat er nog prijzen kunnen worden verlangd, maar een extra aanbeveling mag het toch zijn.
Bovendien is Koemans naam in diplomatieke zin gezuiverd. Zelf heeft hij zich er in zijn biografie voor verontschuldigd dat hij na de zege in de halve finale van '88 zijn kont afveegde met het shirt van de Duitser Olaf Thon. In VI zegt Thon dat hij Koeman al veel eerder had vergeven. Goed om te weten voor we ons, van morgen tot woensdag bij de NOS, onderdompelen in iets wat we nooit meer zullen meemaken.
undefined