De egotripperij van de breakdance

AMSTERDAM - Abdelaziz Sarrokh, choreograaf van het Gentse dansgezelschap Hush Hush Hush, wees jaren geleden, toen hij zelf nog hoofdzakelijk als stoere breakdancer door het leven ging, de mogelijkheid om mee te werken aan een moderne dansvoorstelling na een paar repetities van de hand. “We vonden het maar vreemd wat die dansers deden. Wij voelden ons veel te goed.”

ANDREA BOSMAN

Inmiddels ligt Sarrokh (Tanger, 1972) zelf wel eens wakker van de jonge, eigenwijze breakdancers (“egotrippers”, zoals hij ze zelf noemt) waarmee hij zich voor zijn laatste voorstelling 'Via' - vanavond in Paradiso - omringde. “Als die gasten geen zin hebben, komen ze soms gewoon niet opdagen.”

In Frankrijk, België en Groot Brittannie hebben hiphop en breakdance de officiële danspodia allang bereikt, in Nederland heeft de integratie tussen de straat en de professionele instituten zich nog niet echt voltrokken, afgezien van een enkele voorstelling waar wel eens een rapper of breaker in opduikt. In het Julidans Festival zette Paradiso twee buitenlandse breakdance-voorstellingen op het programma: 'Evolution' van de Franse groep Aktuel Force en 'Via' van het Belgische Hush Hush Hush in samenwerking met muziektheater Lod.

Waar Aktuel Force pure breakdance laat zien, kiest Sarrokh - van huis uit elektriciën en straathoekwerker - bewust voor de mix met moderne dans. In 'Via', zijn tweede productie, laat Sarrokh vijf 'ongeschoolde' Marokkaanse straatdansers en een 'geschoolde' danseres aantreden rond een pianist, een cellist en een DJ, die een combinatie van minimal music, jazzritmes, Arabische melodiën en Jacques Brel ten gehore brengen.

Sarrokh: “De eerste keer dat ik gevraagd werd als choreograaf wilde men dat ik een pure hiphop-voorstelling zou maken. Maar hiphop alleen is niet voldoende om de professionele podia te veroveren.”

Met de nodige zelf-spot: “Hiphoppers zijn wijze gasten die een beetje op hun hoofd kunnen ronddraaien, maar daar kun je niet anderhalf uur naar kijken. We moesten de moderne dans gebruiken om hiphop te introduceren, anders was de kloof veel te groot.”

Programmeur Emerald Beryl van Paradiso, die de twee voorstellingen voor Julidans selecteerde, is het hier niet mee eens. Hij draait de redenering van Sarrokh, op grond van de ontstaansgeschiedenis van de breakdance, zelfs om. “Breakdance kan heel goed op zichzelf staan, het is een vat, een tribe, een verzameling van zelfstandige dansvormen uit allerlei culturen. Dat de moderne dans, de hoge kunst dus, de breakdance op dit moment graag omarmt komt eerder door de dingen die daar ontbreken. De moderne dans is een beetje blijven hangen, er zit weinig ontwikkeling in”, zegt Beryl. “Ik denk dat moderne dansers, die niet dansen maar eerder bewegen op een vaststaande choreografie, veel kunnen leren van de straatdansers. Bij breakdance gaat het om identiteit, persoonlijkheid, uitstraling. Het is veel opwindender en daarom zo interessant voor de moderne dans.”

Volgens Beryl heeft het achterblijven van Nederland bij de integratie van de breakdance, of überhaupt: het ontbreken van een gevestigde breakdance-cultuur te maken met een relatief jonge migrantencultuur vergeleken met landen als Frankrijk en België. “In Brussel is de Marokkaanse gemeenschap al ruim zestig jaar geworteld, in Frankrijk zijn de Noord-Afrikanen al dubbel zo lang aanwezig. In Nederland hebben we het over dertig jaar. Dat is te vroeg om je cultureel op vergelijkbare wijze te kunnen uiten. In die zin is het trouwens onzin om te spreken over een revival van de breakdance, want het is in andere landen nooit echt weggeweest.”

Voor Abdelaziz Sarrokh was de stap naar het theater geen vanzelfsprekende. Jaren geleden begon hij met een eigen dansgroep, 'Al Fath' waarmee hij optrad in culturele jongerencentra. Ook gaf hij les aan andere migrantenjongeren. “Het was onze droom om de showbiz in te gaan, clips maken, MTV, dat soort werk. Aan het theater dachten we helemaal niet.”

Na een dansworkshop werd Sarrokh benaderd door Alain Platel, artistiek leider van 'Les Ballets C. de la B.', of hij mee wilde doen in diens voorstelling 'Bonjour Madame'. “Samen met een vriend zijn we er een paar dagen geweest. We hebben het meteen laten vallen. Ik was 19, kende de danswereld helemaal niet, had nog nooit met geschoolde dansers te maken gehad. Het was enorme shock, Voor ons had theater iets te maken met 'ballet' of 'Shakespeare', maar hier moesten de dansers van die spastische bewegingen maken, of ze ziek waren ofzo.”

Maar in de volgende voorstelling van Platel, 'La tristeza complice', kreeg Sarrokh meer de kans zijn eigen stijl tot uitdrukking te laten komen. Daarna werd hij gevraagd zelf een dansvoorstelling te maken.

In 'Via' ligt de nadruk sterk op de verschillende persoonlijkheden van de dansers, op hun achtergrond en uitstraling. “Daarop heb ik ze geselecteerd en daaruit ontstaat ook de choreografie. Het gaat me niet om een dramatische vertelling, het gaat mij erom om die gasten zelf op een ander niveau te krijgen, dat is voor mij meer dan voldoende.”

Sarrokh zocht bewust naar “egotrippertjes, jongens die vinden dat ze de beste en de wijste zijn”. Sarrokh: “Op deze aarde lopen heel veel egotrippers rond. Waar het om gaat is dat we toch met elkaar om zullen moeten gaan en elkaar zullen moeten respecteren. Zo is het ook op het podium. Het zijn lastige jongens om mee te werken: 'ik ben toch de beste want ik kan op mijn hoofd draaien', denken ze. Maar ik geloof er vast in dat ze na de vijftigste, zestigste voorstelling heel anders met elkaar om zullen gaan.”

Sarrokh vindt de erkenning van hiphop belangrijk om langs officiële kanalen projecten te kunnen laten starten. “Wij zijn mensen die graag op straat leven maar we hebben ook onze dromen. Ik zou graag zien dat die jongens zich kunnen ontplooien en zich ook minder als een underground-elite uit de migrantenwijken opstellen.”

“Tegelijkertijd is die egotripperij ook de kracht en het positieve van hiphop, waardoor het niet z'n waarde zal verliezen als het onderdeel wordt van de professionele danscultuur. Hiphoppers willen altijd vooruit, beter zijn, de ander omver duwen.”

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden