reportage
De eerste Iraakse startups raken in zwang
Van oudsher hopen jongeren in Irak op een overheidsbaan, maar Nederland wil met gesubsidieerde flexplekken ondernemerschap te promoten.
Een eigen bedrijf beginnen is voor Iraakse jongeren geen vanzelfsprekende stap. Onder dictator Saddam Hussein werd de economie gedomineerd door grote staatsbedrijven en de olieindustrie. Na de Amerikaanse invasie van 2003 volgden jaren van burgeroorlog. Nu proberen buitenlandse donoren en de Iraakse regering voorzichtig een cultuur van startups te promoten.
Tijdens haar recente bezoek aan het land bezocht minister Sigrid Kaag (buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking, D66) daarom The Station. Dat mede met Nederlands geld gefinancierde kantoor in de Iraakse hoofdstad Bagdad is opgericht om jonge ondernemers een aantrekkelijke werkplek te bieden.
Wie niet wist dat Kaag in een konvooi van gepantserde auto's arriveerde, zou zich wanen in een van de gedeelde kantoren die in steden overal ter wereld werkruimtes verhuren aan zelfstandig ondernemers. In een stoffig zijstraatje van een drukke weg staat plotseling een hip industrieel uitziend gebouw opgetrokken uit glas en kleurig geverfde zeecontainers. Binnen wacht een koffiebar met tafeltjes waar jongeren geconcentreerd naar hun laptop kijken. Daarachter een grote open ruimte met bureaus van ongeverfd hout. Groepjes twintigers en dertigers zijn er druk aan het werk.
"Dit is niet alleen een werkplek, maar ook een locatie waar jonge ondernemers elkaar ontmoeten en ideeën uitwisselen", vertelt manager Mujahed Waisi tijdens een rondleiding. Vol trots laat hij de aparte vergaderzalen en een gloednieuwe werkplaats zien. "Hier kunnen mensen prototypes van robots bouwen, of experimenteren met kunstmatige intelligentie en 3D-printen."
Kaag toont zich positief verrast na de vluchtelingenkampen die zij eerder op haar rondreis door Jordanië en Irak zag. "Het is niet direct wat je bij dit land zou verwachten. Maar het toont dat de bevolking hoog is opgeleid en ondanks alle moeilijkheden over veel wilskracht beschikt. De jonge generatie zit net als in Nederland vol ideeën."
Een van de bedrijfjes in het pand is een sociale onderneming voor het oogsten van dadels. Amna Al-Qosh is een van de eigenaren. Ze legt uit dat mensen een abonnement kunnen afsluiten voor de verzorging van hun palmbomen en het oogsten van de dadels. In ruil daarvoor vraagt ze een vergoeding, een percentage van de oogst en de scheuten voor nieuwe bomen.
Volgens haar compagnon Labeeb Kashif Al-Getara loopt het bedrijf al aardig. Ze zijn een jaar geleden begonnen en hebben nu 350 klanten. "Aan het einde van het jaar hopen we op 600 te zitten. Dan spelen we quitte. Met duizend klanten kunnen we een gezonde winst maken."
Trots laat hij de folders zien waarmee ze aan het einde van de ramadan aanbelden bij boeren en eigenaren van een flinke tuin. De eigenaar wordt gevraagd de bomen een naam te geven, omdat palmen en dadels al duizenden jaren een belangrijke rol spelen in de Iraakse mythologie. "Door alle oorlogen en elektriciteitstekorten hadden mensen wat anders aan hun hoofd dan de zorg voor hun bomen. Het aantal palmen is gedaald van dertig naar zestien miljoen."
De folder is gemaakt door een marketingbedrijf dat in hetzelfde gebouw zit. Een van hun medewerkers is Amne Akram. Ze studeerde materiaalkunde, maar werkt nu als grafisch ontwerper. "Op Iraakse universiteiten leer je vaak niet wat je nodig hebt voor de arbeidsmarkt. Veel jongeren zijn met wat zelfstudie uiteindelijk iets heel anders gaan doen."
Ahmad Al-Jawadadi, de derde eigenaar van het dadelbedrijf, hoopt dan ook dat veel leeftijdsgenoten zijn voorbeeld zullen volgen. Zelf studeerde hij wel landbouwwetenschappen, maar hij zoekt zijn heil in zelfstandig ondernemerschap. "Ook in mijn generatie zie je dat mensen vooral denken aan een baan bij de overheid. Wij willen hen inspireren om eigen ideeën uit te voeren."
The Station is daarbij volgens hem de ideale werkplek. "Eerst werkten we vanuit cafés of restaurants. Daar hadden we veel last van lawaai en mensen die waterpijp roken. Hier kunnen we in alle rust werken."
Lees ook: Minister Kaag in Mosul: ook de Irakese psyche heeft hulp nodig
Het nieuwe hulpbeleid van minister Sigrid Kaag van ontwikkelingssamenwerking gaat verder dan alleen de fysieke schade van oorlogen proberen te herstellen.