De economische ruïnes na 37 jaar Mugabe
Zimbabwe heeft een nieuwe president: de listige zakenman Emmerson Mnangagwa. Zal hij de economische ruïnes die zijn voorganger Robert Mugabe achterliet kunnen restaureren? Trouw sprak met inwoners van industriestad Bulawayo, in het zuiden van het land.
Het lijkt een gewoon kaki shirt, zoals je ze wel vaker ziet gedragen door vooral witte boeren in zuidelijk Afrika. Niet flatteus, wel praktisch. Maar als je het kledingfabrikant David Mouat (58) vraagt, is dit beige overhemd met korte mouwen en zakken - inmiddels niet meer in zijn collectie - veel meer: het is een voorbeeld van de Zimbabwaanse economie in betere tijden.
"Dit is van A tot Z in Zimbabwe gemaakt", zegt de energieke ondernemer. "Met Zimbabwaans katoen, de stof is hier geweven, geverfd en in elkaar gezet tot het eindproduct. Door Zimbabwanen, niet door Chinezen. Dat verkochten we, voor de crisis rond de eeuwwisseling begon, als bedrijfskleding in Zimbabwe en de regio voor 25 dollar aan de detailhandelaars. Dit ene kledingstuk hielp veel mensen aan werk."
Tot in 2012 de katoenprijs wereldwijd dramatisch kelderde. "Toen kwamen de Chinezen naar Zimbabwe met zakken cash en kochten de katoen voor een bodemprijs op", vertelt Mouat tussen de jurken in roze panterprint, blauwe bloesjes van viscose en kinderjasjes van grijs jersey. Overal liggen patronen, op de achtergrond klinkt het gedrein van de naaimachines op de zaal. "De katoenboeren stapten daarna maar over op maïs. Wij dachten: dan kopen we de katoen wel in Zambia, dat is nog in de regio. Maar toen kwamen er geen dollars meer het land in en konden we dus niet importeren."
In vogelvlucht schetst Mouat, die samen met Christine Dube Hinu (58) al dertig jaar Justine Clothing in de zuidelijke stad Bulawayo runt, de teloorgang van de Zimbabwaanse kledingindustrie. "Tot eind jaren negentig werkten er 30.000 mensen in deze sector. Nu zijn er zo'n 9000 werknemers over."
Graanschuur van Afrika
De kledingsector is maar één voorbeeld van de ingestorte Zimbabwaanse economie, na 37 jaar alleenheerschappij van de zojuist afgetreden ex-president Robert Mugabe (93). Bulawayo was hét industriële knooppunt van het land. Het economisch hart van Zimbabwe, dat ooit één van de welvarendste landen in de regio was. Het werd ook wel 'de graanschuur van Afrika' genoemd, omdat de landbouwsector de hele regio voedde.
Het verval in de stad is zichtbaar; rond Mouats bedrijf zitten textielfabrieken, verffabrikanten, glaszetters en andere kledingfabrikanten. Maar de helft van de loodsen en werkplaatsen is niet in gebruik. Sommige gebouwen dienen nu als kerk; de geloofsindustrie zit namelijk wel in de lift. Niet geheel verrassend zijn vooral de zogeheten welvaartskerken, een afsplitsing van de pinksterbeweging die gericht is op persoonlijk succes, in trek. "Dat grote gebouw met die schuine daken was ooit de grootste kledingfabrikant in deze streek, maar die heeft moeten sluiten."
Bulawayo had ook een auto-industrie; Mazda's en andere middenklasse-auto's werden hier in elkaar gezet. "Dat leverde werk en betaalbare nieuwe auto's op", zegt Mouat. "Maar de enige mensen die zich destijds wat konden veroorloven, zoals ministers en zakenmensen, wilden geen auto uit Zimbabwe maar een Mercedes, geïmportereerd uit het buitenland. De rest importeerde tweedehands auto's. Dus die fabriek stortte in, en daarmee ook de bandenproducent en de uitlaatproducent en de radiatorbouwer. Als één ding omvalt, sleurt het de rest mee."
Niche
Hoe overleven Mouat en Hinu? "Tegen massaal geproduceerde kleding uit China kunnen we niet op. Ook niet tegen de tweedehands kleding uit Europa, veel uit Nederland, die Afrika overspoelt. Maar wij bedienen een niche: de middenklasse die 20 dollar voor een lokaal gemaakte blouse of rok wil uitgeven bij een regionale kledingketen. Ook grote bestellingen voor overheidsafdelingen of hotelpersoneel in niet alleen Zimbabwe, maar ook Botswana, Malawi, Namibië, tot in Oost-Afrika, maken veel goed. Maar het blijft overleven."
Mouat en Huni werken met hun 83 personeelsleden, die negen uur per dag van positiekleding tot sportjasjes naaien, al een hele tijd niet op volle sterkte. Huni: "We werken op 60 procent van onze productiecapaciteit. De textiel halen we voornamelijk uit Indonesië, Zuid-Korea en China. Maar zonder dollars is het heel moeilijk om de leveranciers te betalen." De lonen van het personeel liggen ook niet hoog: ongeveer 50 dollar per week.
Gisteren is Mugabe vervangen door de bijna twintig jaar jongere listige zakenman Emmerson Mnangagwa (75), jarenlang zijn rechterhand. Hij wordt ook wel de rijkste man van Zimbabwe genoemd omdat hij een vinger in de pap heeft in alle sleutelsectoren van de economie, die leunt op landbouw en mijnen. Mnangagwa heeft volgens ingewijden een ijzeren greep op de goud- en diamantensector. Vanwege die reputatie vestigen sommigen, ondanks zijn bloedige verleden als hoofd van de veiligheids- en inlichtingendiensten onder Mugabe, hun hoop op het zakelijk talent van de nieuwe president om de economie uit het slop te trekken.
Werkloosheid
Mouat van Justine Clothing gelooft daar wel in. "Mnangagwa heeft het zakelijk instinct dat Mugabe in de jaren tachtig en negentig had. Wij Zimbabwanen zijn zakenmensen, we zijn doeners en makers. Een zakenman aan het roer is geen gek idee. Mensen willen weer banen, medicijnen in het ziekenhuis en boeken in de scholen."
Maar wat moet de nieuwe leider daar als eerste voor doen? Mouat vindt dat Zimbabwe de titel 'de graanschuur van Afrika' moet terugverdienen. "Als mensen me vragen in welke sector ik zaken doe, zeg ik: de agrarische sector. Wij zijn er namelijk allemaal van afhankelijk. Hoe beter de boeren het doen, hoe beter wij het doen. We hebben dan niet alleen de grondstoffen die in bijna alle sectoren nodig zijn, maar we hebben ook klanten. We hebben elkaar allemaal nodig."
Het is sowieso een raadsel hoe de Zimbabwanen overleven. Het werkloosheidscijfer zou 80 procent zijn. Bulawayo oogt, net zoals hoofdstad Harare, niet zo troosteloos als de officiële cijfers over de Zimbabwaanse economie (zie kader rechtsboven). De schappen van de supermarkten liggen vol, er is benzine en wifi.
Maar hoe alles blijft draaien is redelijk ondoorgrondelijk, aangezien er eigenlijk geen geld is. De dagen dat mensen stapels waardeloze Zimdollars voor een brood moesten neertellen tijdens de hyperinflatie zijn voorbij. Nu bestaan er meerdere geldstromen naast elkaar: Amerikaanse dollars en Zuid-Afrikaanse rands voor wie ze van buitenaf kan krijgen, de lokale obligatiebiljetten die evenveel waard zijn als de dollar maar alleen in Zimbabwe gebruikt kunnen worden, en 'eco cash'; met virtueel geld betalen via je mobiele telefoon zoals het Keniaanse M-Pesa. Maar betalen vergt creativiteit en flexibiliteit; niet elk betaalmiddel wordt overal geaccepteerd. "Hier geen ecocash", staat er soms bij supermarkten.
'Betere relaties met het Westen'
Vanwege het gebrek aan geld adviseert Mouats partner Huni dat Mnangagwa 'betere relaties met het Westen' aangaat. "De Chinezen komen hier veel heen om zaken te doen, maar ze investeren niet. Ze nemen al hun geld direct weer mee en dragen daarmee alleen maar bij aan het tekort aan contant geld." Volgens Mouat moet er ook weer geïnvesteerd worden in de nationale spoorwegen. "Ons goede transportsysteem was de ruggengraat van de economie en de reden dat we in de hele regio zaken konden doen. Maar de overheid hield op met investeren."
Treinmachinist 'John' (zijn echte naam is bij de redactie bekend) weet wel waarom: Mugabe is mede-eigenaar van truckbedrijf Sabot. "Er was ooit een statuut waarin stond dat alle zware grondstoffen, zoals benzine en kool, over het spoor moesten. Zo werd onze sector beschermd, de weg gespaard en goedkoper vervoerd. Maar aan de spoorwegen viel voor de elite niet te verdienen. Terwijl het ontzettend veel opleverde: 18.000 mensen waren er aan het werk. Nu zijn dat er 3000 of 4000."
Tekst gaat verder onder de afbeelding
Kolenschepper
John begon als kolenschepper bij de spoorwegen, toen de Zimbabwaanse treinen nog op kolen reden. "Dat klinkt nu alsof het over begin vorige eeuw ging, maar dit was in 1993. En ik vertel u: als wij na het werk naar het café gingen, namen we onze schep mee. Zo trots waren wij om bij de spoorwegen te werken. Dat had aanzien. En als twintigjarige verdiende ik 900 dollar per maand. Dat was voor de inflatie dus een hoop geld. Ik ben opgeklommen tot machinist, maar ik verdien nog maar 300 dollar per maand. We overleven met gebeden."
John wil niet met een journalist gezien worden bij zijn werk, dus rijden we rond het terrein vol roestige, stilstaande wagons en overgroeid spoor. "Deze wagons waren voor veetransport, maar die export ligt nogal stil. Al deze spoorlijnen lopen direct naar de fabrieken maar aangezien de meeste dicht zijn, worden ze meer niet gebruikt. Die hoge pijpen zijn van een staalfabriek die ook dicht is. Daar is een voedselfabriek die nog half operatief is. En in die kantoren van de spoorwegen woont nu personeel dat echte woningen niet meer kan betalen."
Bij elkaar zijn de spoorwegen hun personeel zeventien maanden achterstallig loon schuldig. John: "Als compromis krijgen we nu al een jaar halve lonen. Vandaar dat ik nu zo weinig verdien. En dan te bedenken dat meer dan de helft van de machinisten al is ontslagen."
Nieuwe wind
De nieuwe president lijkt heel goed te weten dat er van hem bovenal een nieuwe economische wind wordt verwacht. Gisteren, tijdens zijn inauguratiespeech voor 60.000 mensen in de hoofdstad Harare, hamerde hij vooral op werkgelegenheid. "Ons economische beleid zal gericht zijn op het creëren van banen, banen, banen", beloofde hij de menigte. Ook zei hij dat 'buitenlandse investeringen in Zimbabwe veilig' zijn. Waarmee hij zichzelf meteen even neerzette als een andere leider dan Mugabe, die vooral zaken deed met China en alle bruggen naar het Westen had verbrand.
Gelooft machinist John hem? "Ik weet het niet", zegt hij. "Ik geef niet alleen Mugabe de schuld van de economische ellende, maar de hele regering. En daarvan blijven er veel zitten, inclusief de nieuwe president. Laten we hopen dat Mnangagwa wel slimmere beslissingen neemt. We moeten de spoorwegen nu als bedrijf gaan runnen. Dat gaat de hele economie helpen."
Grote economische krimp
De economische crisis in Zimbabwe begon eind jaren negentig door hoge rentes en zette pas echt door toen ex-president Robert Mugabe in 2001 op grote schaal (witte) boeren onteigende. De landbouw stortte in. De politieke en sociale onrust zorgden er in de jaren nul voor dat het bruto binnenlands product (bbp) van het land halveerde, de grootste krimp ooit gemeten in een economie in vredestijd; een vijfde van de bevolking zakte onder de extreme armoedegrens. Opschorten van hulpgeld en economische sancties verergerden de situatie.
In 2008 culmineerde de crisis in hyperinflatie en het afschaffen van de eigen Zimbabwaanse dollar. Sindsdien bestaan er verschillende betaalmiddelen naast elkaar. Daardoor, en door het aantreden van een regering van nationale eenheid, herstelde de economie zich enigszins, om na 2015 en opeenvolgende droogtes weer in te storten.
Ook sociaal heeft de economische crisis zijn tol geëist: de levensverwachting, die in 1986 een recordhoogte van 61 jaar haalde, was in 2012 gezakt naar 53 jaar.