De Duitse roffel wint van het Britse 'hear'

(Trouw) Beeld
(Trouw)

De Duitse roffel heeft het in de Kamer dik gewonnen van het Britse hear-geroep

Redactie: Hans Goslinga, Cees van der Laan, Teun Lagas

Tweede Kamerleden trommelen steeds spontaner met hun handen op de Kamerbankjes. Is er een prinsesje geboren? Geroffel. Deelt Mark Rutte een rechtse directe uit aan de PvdA of haalt Femke Halsema trefzeker uit naar Geert Wilders? Geroffel. In het politieke debat is de roffel gewoon geworden als uiting van enthousiasme of instemming.

Dit roffelgedrag van de Kamerleden gaat sinds enkele jaren niet meer aan de stenografen voorbij. De dienst Verslag en redactie van de Tweede Kamer neemt vanaf 2004 deze uiting van emotie in het debat op in de Handelingen, het verslag van de Kamervergaderingen. Net als applaus en hilariteit wordt ’geroffel op de bankjes’ tussen haakjes in deze annalen vermeld. De stenografen zijn daarin niet helemaal punctueel. Ze vergeten er nog wel eens eentje te vermelden, zoals de roffel die Halsema losmaakte tijdens het heftige Fitna-debat.

Maar de toenemende populariteit is frappant. Een telling leert dat over het jaar 2006 de stenografen vier keer ’geroffel op de bankjes’ boekstaafden, over 2007 in totaal 33 keer en over 2008 niet minder dan 61 keer. Wat is er aan de hand met de politieke debatcultuur in Nederland? Tot voor kort was theater in het politieke debat taboe.

De Leidse historicus Henk te Velde, kenner van de politieke cultuur, schrijft in het ’Jaarboek parlementaire geschiedenis 2008’ dat theatraal optreden in de Tweede Kamer lang werd beschouwd als onfatsoenlijk en onparlementair. Pas na de opkomst van Pim Fortuyn en de LPF in 2002 ontstond volgens hem acceptatie van een theatrale wijze van politiek debat. De behoefte aan meer emotie was een reactie op de zakelijke debatstijl onder de kabinetten-Lubbers en Kok. Vanwege de ijver en de aandacht voor de kleinste bijzonderheden constateerde de toenmalige Kamervoorzitter Dolman in die tijd: ’We zijn een mierparlement’.

In de no-nonsenseperiode was er weinig ruimte voor emotie. Illustratief is een ervaring van wijlen Ria Beckers. Als fractievoorzitter van de PPR, een van de voorlopers van GroenLinks, refereerde zij in een debat met premier Lubbers aan een brief die ze had gekregen van een 89-jarige vrouw over de schrijnende toestand in haar verzorgingshuis. Zo’n persoonlijk verhaal, dat pikte Lubbers niet. „Het was tegen de code”, vertelde Beckers naderhand, „het werd ervaren als een slag onder de gordel.”

Kranten registreerden in die tijd wel eens roffels, maar dan betrof het een bijzondere gelegenheid. Zo werd in 1992 de nieuwe vergaderzaal van de Tweede Kamer met geroffel op de splinternieuwe bankjes ingewijd. Toch poogde in die tijd al Kamervoorzitter Deetman het debat te verlevendigen. Hij opperde in 1996 het idee om het boe-roepen te introduceren als blijk van afkeuring, bijvoorbeeld van een te langdradig betoog. Vier jaar later stelde zijn opvolgster Van Nieuwenhoven voor meer naar het voorbeeld van de Duitse Bondsdag te roffelen op de bankjes en in navolging van de Britse parlementariërs meer ’Hear! Hear!’ te roepen. De Duitse roffel heeft het hier dus gewonnen van het Britse hear-geroep.

Oud-Kamerleden vonden het idee van Van Nieuwenhoven destijds maar niks. Nederland had geen traditie van emotionele uitingen in het politieke debat, het publiek zou denken dat Kamerleden hun werk niet meer serieus namen. De ommezwaai van deftig naar gepassioneerd roffelen volgde uiteindelijk na de Fortuyn-revolte in 2002. De liberaal Frans Weisglas zei bij zijn aantreden als Kamervoorzitter in die hectische periode dat ’de stem van de straat’ meer in de Kamer moest doorklinken. „Het debat in de Kamer moet een betere reflectie zijn van het debat buiten de Kamer.”

Het roffelen is niet ten koste gegaan van het veel langer gangbare klappen, bijvoorbeeld voor een buitenlandse delegatie of bij het afscheid van een Kamerlid. Het langjarig applausgemiddelde schommelt rond de veertig keer per jaar. Gerdi Verbeet, de huidige Kamervoorzitter, vindt het geroffel op de bankjes een volstrekt normaal fenomeen. Een motie over ’Koendersontwikkelingscriteria’ ontlokte haar onlangs de opmerking dat je ’je even moet afvragen wie er dan ontwikkeld moet worden’. Een krachtige roffel op de bankjes was haar deel.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden