De djihad staat nooit ter discussie
Er is ook onder gematigde moslims veel indirecte steun voor de djihad. Mohamed Ajouaou maakt zich er zorgen over.
Het ging veel over de djihad, afgelopen jaar. Maar welke djihad? Een mooi voorbeeld van de begripsverwarring maakte ik mee in augustus, toen ik deelnam aan een discussieprogramma van Radio Dichterbij (NTR) over de djihad. De aanleiding was het vertrek van tientallen moslimjongeren uit Nederland en andere Europese landen om de djihad te voeren in Syrië.
In de opnamezaal waren veel moeders aanwezig van jongeren die naar Syrië wilden. Ze debatteerden mee over het fenomeen. Toen de presentator de vraag stelde of die moeders trots waren op hun djihad-kinderen, was het antwoord ontkennend. Nee, trots was niemand.
Maar niemand stelde het concept djihad zelf ter discussie. Een moeder verklaarde: 'Als die jongelui toch zo nodig op djihad moeten, dan maar naar een ander land'. 'Kunt u dat toelichten?', vroeg de verbaasde presentator. Dat kon de moeder wel: 'Bijvoorbeeld niet-islamitische landen waar onze broeders en zusters zoveel leed moeten verdragen'.
Deze anekdote onthult hoe verankerd het begrip djihad is in het collectieve bewustzijn van moslims. Niet alleen van moslims in Nederland.
In extremere mate speelt dit in het Midden-Oosten. Daar blijkt de aantrekkingskracht van dit begrip alleen al uit een opmerkelijke fatwa van enkele geestelijken. Ze riepen vrouwen op om zich beschikbaar te stellen als 'djihadbruiden'. Tegengeluiden ten spijt, zijn daar tientallen tienermeisjes en vrouwen het slachtoffer van geworden. Velen van hen hebben hun daad moeten bekopen met tienerzwangerschappen.
Slechts dienstplicht
Hoewel de meeste islamitische schriftgeleerden de djihad als een aspect van geloofsbelijdenis promoten, krijgt djihad in de islam aanvankelijk weinig animo onder de massa der gelovigen. De Tunesische theoloog al-Rahuni deed gericht studie naar 'de standpunten van moslimgeestelijken in de vierde en vijfde eeuw van de islamitische jaartelling' (2002), een onderzoek dat uitwees dat gewone moslims in vroegere eeuwen weinig interesse hadden in djihad. De djihad van toen viel samen met wat nu de dienstplicht heet.
De Syrische emeritus-hoogleraar filosofie Sadik Al-Azm signaleerde in zijn boek 'De tragedie van de Duivel' (2004) dezelfde trend: "Onze hedendaagse islamisten veroordelen onophoudelijk 'de afwezigheid', 'de verwaarlozing' en 'het verlies' van de autoriteit van de Goddelijke Openbaring en bovenal van het oorspronkelijke gebod om de djihad tegen de ongelovigen zowel intern als extern voort te zetten." Het fundamentele document van de djihad-groeperingen heet niet voor niets 'De Verzaakte Plicht'.
Toch zie ik tegenwoordig veel conceptuele support voor het begrip djihad. Ten eerste doordat men het begrip djihad aanvaardt als een onomstreden begrip, zij het hooguit zonder zich zelf daaraan te verbinden in de zin van fysiek geweld tegen de ander. Men gaat niet over tot geweld, ziet het eventueel niet als een geloofsplicht, maar stelt het ook niet ter discussie.
Ten tweede houdt de 'conceptuele support' in dat men djihad afzwakt tot een geestelijke inspanning, maar het element 'strijd' hierbinnen wel zijn betekenis laat houden. Men richt de 'strijd' en het 'gevecht' dan bijvoorbeeld tegen de influisteringen van de Satan en tegen al-nefs, het slechte 'ik', zoals het in de Koran wordt genoemd.
Wegkijken
Het derde aspect van het conceptuele support is dat men zich niet bekommert om wat djihad concreet betekent, maar enkel dat het wordt uitgevoerd. Als op de website selefienederland.nl in het kader van verantwoording van de bestedingen van giften staat: '1460 euro is bestemd voor de djihad, 100 euro voor behoeftigen, 90 euro voor de beveiliging van de koranschool', vragen weinig donateurs zich af of deze djihad rechtmatig is of niet, of het een vorm van burgeroorlog is of niet, of het een vorm van sektarisch geweld is of niet, of het een opstand is of niet - als het maar onder de noemer djihad gebracht wordt. Selefienederland.nl is een radicale website, maar deze manier van wegkijken signaleer ik zowel onder orthodoxe als onder minder orthodoxe moslims.
Deze conceptuele support - in combinatie met de verbinding met het martelaarschap - houdt het begrip 'djihad' levend en geeft het een potentie die leidt tot de vorming van djihadstrijders. Zolang deze conceptuele steun blijft bestaan, zal er nieuwe aanwas van djihadisten komen.
Met het uitbarsten van de 'Arabische lente' leek djihad in allerlei discussies even een andere invulling te krijgen. Ten eerste zag men dat volksopstanden tegen dictatoriale regimes gerechtvaardigd waren, en daarvoor hoefde men geen geweld te gebruiken. In Tunesië en Egypte waren het vreedzame demonstraties die hebben geleid tot de val van regimes.
Men concludeerde op basis van deze ervaring dat een volksopstand tegen dictatuur alleen kans van slagen heeft bij vreedzame acties. In plaats van het zwaard en het geweer worden sociale netwerken, telefooncamera's en beeldmateriaal in 'de strijd' gegooid.
De betekenis van djihad ontwikkelde zich zodoende van een 'heilige oorlog' naar 'heilige vrede'. Een sprankje hoop, dat niet lang daarna is vervlogen. Want ook in die landen is inmiddels de taal van geweld aan de orde van de dag.
undefined