De deeleconomie blijkt vooral weggelegd voor hogeropgeleide Nederlanders
Vooral hogeropgeleide Nederlanders maken gebruik van diensten als Uber, Airbnb en SnappCar. Een digitale kloof tekent zich af.
Een taxi of maaltijd bestellen met Uber of Thuisbezorgd, een auto huren met een app op je telefoon, een paar daagjes in het huis van een ander via Airbnb, het is lang niet zo ingeburgerd als vaak wordt aangenomen. Vooral twintigers, dertigers en veertigers met een relatief hoog opleidingsniveau maken gebruik van deze online-platforms. Dat blijkt uit een onderzoek van Newcom research & consultancy onder drieduizend Nederlanders van 15 jaar en ouder.
“Dat lijkt wel een beetje op een digitale kloof, ja. De wereld van de platforms speelt zich vooral af bij een selecte groep”, zegt onderzoeker Hans Hoekstra van Newcom. Voor de deel- of platformeconomie bestaat overigens geen eenduidige definitie. Kort door de bocht worden klanten en diensten bij elkaar gebracht, meestal via een app en een website. Kenmerkend is verder dat aan beide kanten (vraag en aanbod) een particulier of individu zit.
Hoekstra heeft wel een verklaring voor de digitale tweedeling die het onderzoek blootlegt: “Hogeropgeleiden verdienen meer waardoor ze ook de middelen hebben om bijvoorbeeld een taxi te nemen via Uber. Ook de behoefte om gebruik te maken van technologie speelt bij die groep een stuk sterker.”
Veelvraten
Newcom peilt jaarlijks de naamsbekendheid van merken als Thuisbezorgd, Peerby en Etsy, maar vraagt ook naar de leeftijd, de genoten opleiding en het gebruik van sociale media. Welnu: grote kans dat klanten van Thuisbezorgd hun bezorgde bord met eten fotograferen en op Instagram of Facebook zetten. Want gebruikers van online-platforms zijn ook veelvraten als het gaat om sociale media. Hoekstra: “Ze delen alles en doen dat ook steeds intensiever. Het gebruik van online-platforms groeit dus nog, maar de bekendheid groeit niet meer zo sterk.”
Newcom rekent in het onderzoek ook Marktplaats en Bol.com tot de deel-of platformeconomie, maar wijst erop dat in het onderzoek alleen vragen zijn voorgelegd over het tweedehands-aanbod van die twee bedrijven. Ook echte deeldiensten als Peerby (spullen lenen en uitlenen in de buurt) en Thuisafgehaald (maaltijden delen met buurtgenoten) zijn in het onderzoek meegenomen.
Met andere woorden: het klassieke ‘deel-gedeelte’, veelal geraadpleegd door stedelingen die het zonde vinden om iets weg te gooien of het milieu willen sparen door een auto te delen.
Tot het grote geld om de hoek kwam kijken en slimme techbedrijven hun eigen ‘deel’ van de markt opeisten. Wereldspelers als Uber en Airbnb draaien miljardenomzetten. Hun populariteit en rigide verdienmodellen zorgen in de grote steden eerder voor een probleem dan voor een idealistische oplossing. Is er van dat prachtige deel-idee nog wel iets over?
Digitale vaardigheid
“Dat hangt er maar helemaal vanaf”, zegt Martijn Arets, onderzoeker Platform Economie aan de Universiteit Utrecht. “Alleen bij het autodelen is een duurzaam effect bewezen. Maar als jij van het geld dat je met Airbnb hebt verdiend weer met het vliegtuig op vakantie gaat... tja.”
Arets vindt het fenomeen platformeconomie te jong om al tot een eindconclusie te komen. “Het staat pas sinds een jaar of zes in de spotlights. En bij elke innovatie heb je nu eenmaal een voorhoede.”
Bovendien is het aantal diensten zo groot, dat moeilijk kan worden gesteld dat een digitale tweedeling dreigt: “Het ligt aan de aard van de transactie. Bij Thuisafgehaald zijn juist ook veel lager opgeleiden betrokken, dat is voor een veel bredere doelgroep.”
Toch sluit hij niet uit dat een deel van de bevolking voor sommige diensten buiten de boot zal vallen. Door een gebrek aan digitale vaardigheid of door apps die drijven op een systeem waarbij zowel afnemers als aanbieders worden beoordeeld met sterren of cijfers. Arets: “Als je dan onder een bepaalde rating komt, lig je eruit”.