De dag dat de zon werd gedoofd

Zeventig jaar geleden verwoestte een atoombom de Japanse stad Hiroshima. Verhalen van overlevenden tekenen de dag die voerde naar het eind van de Tweede Wereldoorlog.

MARJON OP DE WOERD

Maandag 6 augustus 1945

De zeventienjarige Kimiko Kuwabara ergert zich aan de continue stroom luchtalarmen die Hiroshima de laatste dagen teistert. Bedreigd voelt ze zich niet, maar het vertraagt simpelweg. Ook vandaag - een klamme en nu al veel te warme maandag in augustus - gaat het alarm af, net op het moment dat ze naar haar werk wil gaan. Het is al acht uur geweest als ze op het kantoor in het hart van de stad eindelijk aan haar schoonmaakwerk kan beginnen. Een collega kijkt naar buiten en ziet drie grote B-29 bommenwerpers in de lucht boven haar. Kimiko loopt naar het raam, dat zich dan in honderden splinters in haar gezicht en lichaam perst.

8.14 uur

Vliegend over de buitenwijken van de stad maken piloten en bemanning van de B-29 bommenwerper zich klaar. Ze hebben er al een aardige reis op zitten. Midden in de nacht is luitenant kolonel Paul Tibbets vanaf een klein eilandje midden in de Grote Oceaan vertrokken. Het toestel dat hij bestuurt, vernoemd naar zijn moeder Enola Gay, krijgt naast de 'conventionele' bommen deze keer iets speciaals mee: 'Little Boy'.

Het weer is goed genoeg om Hiroshima te bestoken. De donkere zonnebrillen gaan op en de bommenrichter kijkt in zijn vizier naar de stad onder hem. De boodschap die Little Boy in zijn huls gegraveerd heeft, staat op het punt afgeleverd te worden: 'Greetings to the Emperor from the men of the Indianapolis'.

8.15 uur

Een lichtflits snijdt door de hemel boven Hiroshima. Een vuurbal van honderd meter doorsnee volgt. Little Boy is los. Keizer Hirohito is gegroet. De stad is voor seconden lichter dan het lichtste licht van de zon. Dan volgt een oorverdovende stilte, alsof de bom het geluid uit de lucht zuigt.

Kimiko zit in haar nu pikzwarte kantoor. Handen over haar oren en ogen, precies zoals ze geleerd heeft. Ergens ver weg hoort ze stemmen. Ze zoekt een weg door het puin en grijpt een man bij zijn riem. Loslaten doet ze niet. Pas als ze de uitgang bereiken en de zware deur zich moeizaam opent, durft ze haar grip te ontspannen.

10.00 uur

De zon lijkt verdwenen. De nacht doet zijn intrede door de massieve stofwolken die als een donkere deken over de stad vallen. Kimiko stapt naar buiten en kijkt naar de mensen om haar heen. Hun gezichten zijn zwart, hun haar staat omhoog, hun lichamen zijn besmeurd met bloed en hun kleding is aan flarden. Maar dat geldt alleen voor hen die leven. Van de 320.000 inwoners van Hiroshima zijn er 80.000 op slag dood. Later komen daar nog 60.000 bij.

Door de stofwolken worden de eerste vlammen zichtbaar. Huizen zijn ingestort of staan als eenzame karkassen in een verslagen rood-bruine vlakte. Bomen hebben geen bladeren meer, de stammen zijn verkoold. Een pompoen hangt geroosterd aan zijn struik, aardappelen zijn gegaard onder de grond.

18.00 uur

Het grootste ziekenhuis in de stad, dat van het Rode Kruis, heeft nauwelijks nog inzetbare artsen. Van de dertig kunnen er slechts zes aan het werk. Van de ruim tweehonderd verpleegsters, zijn er nog maar tien over. De gebouwen zijn beschadigd, medisch materiaal ligt overal en nergens.

De meeste inwoners trekken naar het water, dat in een stad met zeven rivieren altijd nabij is.

Kimiko steekt de brug over en strijkt neer aan de oever van de Kyobashi rivier. Via de brandende bomen rolt het vuur steeds dichterbij. Ze springt net als de rest in het water. Te zeer gewond, komen de meesten nooit meer boven. De dode lichamen die voorbij drijven duwt ze weg.

Dinsdag 7 augustus

Dat 'Little Boy' geen giftig gas over de stad heeft uitgespuwd, maar dat er een atoombom op hen is neergekomen weet geen enkele inwoner van de stad de ochtend na de bom.

Ook de berichtgeving op de Japanse radio is vaag: "Hiroshima heeft aanzienlijke schade opgelopen als gevolg van een aanval door een aantal B-29's. Men vermoedt dat er een nieuw type bom is gebruikt. De details worden verder onderzocht."

De Amerikanen horen dat er geschiedenis is geschreven. Op de radio zegt president Harry Truman dat door één bom de stad Hiroshima onbruikbaar is geworden voor de vijand: "De Japanners zijn de oorlog in de lucht bij Pearl Harbor begonnen. (...) Laat er geen misverstand zijn: wij zullen Japans vermogen om oorlog te voeren volledig vernietigen."

Deze reconstructie is gemaakt op basis van ooggetuigenverslagen. Het verhaal van Kimiko Kuwabara is te vinden in de database van The National Peace Memorial Halls for the Atomic Bombing Victims in Hiroshima and Nagasaki. Geput werd ook uit het werk van John Hersey, die daags na de bom afreisde naar Hiroshima en verslag deed in The New Yorker.

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden