Reportage
De bus die het lege Bulgaarse platteland in leven houdt bedient steeds minder mensen
Van de groeiende wereldbevolking is in Oost-Europa niets te merken, daar is het krimp wat de klok slaat. Met de boodschappenbus de bergen in, voor steeds minder klanten. Deel 5 in een serie over Oost-Europa.
Een pak melk en drie broden heeft Kerana Filipova besteld. De 78-jarige vrouw staat om acht uur 's morgens te wachten tot de mobiele winkel van Lili en Atanas Borisovi stopt in het dorpje Peshtera, waar ze al decennia woont. Als de schuifdeur van het wit-blauwe Mercedes-busje opengaat, verschijnt eigenares Lili met haar rode krullen in de deuropening. Ze stopt de warme witte broden in Filipova's boodschappentas en pakt verse melk uit de krat achter haar.
Drie keer per week rijdt het echtpaar Borisovi met de bestelbus door de dorpen in het westen van Bulgarije, een van de armste regio's van de Europese Unie. Vervallen gehuchtjes liggen tussen de frisgroene glooiende heuvels. "De natuur is hier prachtig, maar we hebben mensen nodig", zegt Atanas in zijn trainingspak, terwijl hij met een sigaret uit het raam leunt. Dat was vijftien jaar geleden, toen hij samen met zijn vrouw de winkel begon, wel anders. "We stopten toen op meer dan honderd plekken en per halte stonden dan minstens zes mensen te wachten. Nu stoppen we nog maar op dertig plekken en staat er meestal één klant."
Maar die ene klant willen ze niet teleurstellen. Dus scheuren ze over wegen met kuilen steeds hoger de bergen in. In de buurt van het dorp Divlya staat Peter Dinev. Zin in een praatje heeft hij wel, de zeventiger leeft alleen met zijn drie honden. Of er in deze regio nog wel eens een kind wordt geboren? Dinev schatert het uit. "Vergeet baby's, zelfs in Sofia worden die niet meer geboren." Dinev verlangt terug naar de communistische tijd, vertelt hij, toen hij nog als chauffeur werkte. "Nu is alles vernietigd, het lijkt hier Hiroshima wel."
Leegloop
Dinev mag dan goede herinneringen aan het communisme hebben, deze periode (1946-1989) is mede debet aan de leegloop van het Bulgaarse platteland. Jonge mensen in de meest productieve fase van hun leven werden toen gedwongen om in de uit de grond gestampte industrie rondom de steden te gaan werken. De fabrieken zijn inmiddels verlaten, hun roestige karkassen staan nog als stille getuigen langs de snelweg. De bewoners keerden niet terug naar hun dorpen en trokken naar Sofia voor werk. "De staat heeft na 1990 niets voor deze regio gedaan", zegt Lili verontwaardigd. "Er was een staalfabriek, een zinkfabriek en er werd alcohol en gas geproduceerd. Maar dat is allemaal verdwenen."
Met de mensen verdwenen ook de scholen, dokters, bussen en winkels. De achtergebleven dorpelingen zijn nu afhankelijk geworden van het mobiele winkeltje van Lili en Atanas. De bestelbus is ondertussen gestopt op 'het plein van de vereniging', in het dorp Divlya. Veel verbindends valt er tussen de afgebladderde lege winkelpuien niet te ontdekken.
Toen Lili hier de zomers bij haar opa doorbracht, was het dorp nog bruisend. "Het was heel levendig, je had een bakker, kledingwinkels, er waren bruiloften. Ook stond hier een heel goede school voor kinderen met longaandoeningen omdat de lucht zo schoon is, en ik herinner mij een jeugdhonk waar we graag naartoe gingen."
Lage pensioenen
Vanuit de gehuchtjes die om het hoofddorp Divlya liggen, komen verschillende ouderen naar de Mercedes-bus aanschuifelen. Lili haalt het rode kratje tevoorschijn met speciale bestellingen die mensen telefonisch bij haar hebben gedaan. Een pakje sigaretten, wat vleeswaren. Af en toe krabbelt ze met een potlood iets in een opschrijfboekje. "De pensioenen zijn hier zo laag, soms hebben mensen niet eens geld voor brood. Dan geven we het ze mee en schrijven het op. Ze betalen wel zodra hun pensioen binnen is, we vertrouwen elkaar."
Van de tweeduizend mensen die er in Lili's jeugd woonden, zijn er in Divlya nog maar 62 over. Als er niets gebeurt, zal twee derde van deze dorpen in de regio in 2050 zijn verdwenen, voorspelt het demografisch instituut in Sofia.
Maar de bevolkingskrimp treft zeker niet alleen het platteland. De Bulgaarse bevolking is sinds 1990 van 9 miljoen mensen naar 7 miljoen afgenomen. En als die trend doorzet, wonen er in 2050 in Bulgarije nog maar zo'n 5 miljoen mensen.
Tweede emigratiegolf
Al sinds de val van het communisme, toen de grenzen opengingen, verlaten mensen het land op zoek naar een beter leven. Bulgarije maakte na 2007, toen het lid werd van de Europese Unie, een tweede emigratiegolf mee. En opnieuw waren het vooral jonge mensen die hun geluk elders gingen zoeken.
Alleen al in Spanje wonen honderdduizenden Bulgaren. Terwijl zij daar sinaasappels en olijven plukken of in de zorg werken, zijn hun ouders en grootouders achtergebleven. Aan hen de zware taak het land te bewerken. Aan vruchtbare bodem geen gebrek, wel aan jonge arbeidskrachten. Dus moeten tomaten tegenwoordig worden geïmporteerd uit Polen en Macedonië.
Atanas heeft haast. Hij jakkert de bus langs een kudde koeien. Er is slecht weer op komst en er zijn nog een paar dorpen te gaan. Hij houdt halt bij een eenzaam huis midden in een weiland. "De vrouw die hier woont, heeft het heel moeilijk", zegt hij. "Haar man is een paar maanden geleden overleden. Nu moet ze in haar eentje voor 22 koeien, 30 geiten en 30 schapen zorgen."
Liliana Dincheva, bijna zeventig, komt met twee boodschappentassen dwars door het weiland naar de bus gelopen. Ze koopt pasta, olie, brood en koekjes. "Deze mensen zijn goud waard", zegt ze. "Ze brengen ook medicijnen voor mij mee als dat nodig is. Dan bel ik ze van te voren. Zonder Lili en Atanas zouden we hier dood gaan." Met volle tassen zwaait ze de bus na.
Hoogste sterftecijfer
Door het zware leven en gebrek aan goede gezondheidszorg - op het platteland is geen arts te vinden - breekt Bulgarije een treurig ander record. Het land heeft niet alleen de snelst krimpende bevolking, maar ook het hoogste sterftecijfer van de Europese Unie.
In 2015 stierven 1660 van de 100.000 mensen, het EU-gemiddelde is minstens 600 doden minder per jaar. Het echtpaar Borisovi heeft al veel klanten door de dood verloren. "Een keer heeft Atanas zelf een sterfgeval ontdekt", vertelt Lili. "Toen een vaste klant niet kwam opdagen, ging hij zijn huis in en trof hem daar dood aan. Wij moesten het de familie vertellen."
De dood is overal op het Bulgaarse platteland. Al was het maar vanwege de vele rouwadvertenties die hier op openbare plekken worden gehangen, op verveloze muren en verlaten bushokjes. Het is treurig, zegt Atanas, maar aan stoppen denkt hij voorlopig niet.
Bevriend
"Al wordt het voor ons ook steeds moeilijker het hoofd boven water te houden met minder klanten. We moeten evengoed dezelfde hoeveelheid benzine in de bus gooien." Maar de klanten die er nog zijn, kunnen ze niet aan hun lot overlaten, vervolgt Lili. "We zijn met ze bevriend geraakt en ze staan altijd in weer en wind exact op de afgesproken tijd op ons te wachten. Soms, als er sneeuw ligt, is de tocht wel heel gevaarlijk. De wegen zijn hier heel slecht en worden niet schoongeveegd. Als het echt hard stormt, bellen we dat we niet kunnen komen, maar dat proberen we zo veel mogelijk te vermijden."
En dus draait Atanas de bus een steil paadje op, naar de laatste halte van vandaag: Dolna Vrabcha, waar de laatst levende bewoner van het dorp zit te wachten op vers brood.
De bevolking krimpt in Oost-Europa
Bulgarije is niet het enige land waar de bevolking afneemt. De tien landen met de snelst krimpende bevolking ter wereld liggen allemaal in Oost-Europa, blijkt uit cijfers van de Verenigde Naties van begin dit jaar. Bulgarije voert de lijst aan. Verwacht wordt dat tot 2050 de bevolking afneemt met bijna een kwart. Ook in Roemenië, Polen en Hongarije krimpt de bevolking snel. In Roemenië wordt een afname van 17 procent in 2050 voorspeld, in Polen en Hongarije een krimp van zo'n 15 procent. In Tsjechië en Slowakije gaat het iets minder hard, met respectievelijk 8 en 11 procent.
De leegloop neemt in elk land een ander karakter aan. Zo liep in Bulgarije tijdens het communisme het platteland al leeg, omdat de bewoners gedwongen werden hun stukjes land op te geven. Zij moesten op de collectieve boerderijen of in fabrieken in de stad gaan werken, zegt demograaf Nikolay Tsekov van het Centre for Population Studies in Sofia. "In Polen verliep dat proces anders. Daar stond de katholieke kerk tijdens het communisme niet toe dat de boeren hun land moesten inleveren."
De Oost-Europese landen proberen ook op hun eigen manier het tij te keren. Daarbij valt op dat ze het toelaten van migranten niet als antwoord zien op hun demografische problemen. Slowakije en Tsjechië laten sporadisch een handjevol migranten toe in het kader van het Europese hervestigingsprogramma. Polen en Hongarije weigeren om aan dat programma mee te werken.
Wat voor maatregelen nemen ze dan wel? "De Hongaarse premier Viktor Orban pakt de bevolkingskrimp aan door jonge gezinnen premies te beloven. En onze Bulgaarse regering is kampioen in het schrijven van verschillende strategieën", zegt Tsekov lachend. "Zo werden studenten met een financiële premie gestimuleerd om kinderen te krijgen. Maar daar werd veel misbruik van gemaakt. Jonge mensen schreven zich in aan een universiteit, zonder echt te gaan studeren. Bulgarije heeft verder een van de beste ouderschapsverlofregelingen ter wereld. Binnenkort wordt er weer een nieuw plan gelanceerd. Maar het mag allemaal niet baten."
"De EU-fondsen voor de landbouwsector moeten beter worden besteed. Het geld wordt nu voornamelijk geïnvesteerd in de nieuwste technieken, maar er zijn geen mensen om ze toe te passen. Het platteland moet eerst weer leefbaar worden gemaakt door bijvoorbeeld te investeren in wegen, artsen en onderwijs."
Toch is de demograaf niet alleen pessimistisch. "Buitenlandse bedrijven beginnen hier te investeren en kunnen daar goed Bulgaarse werknemers bij gebruiken. Als zij geen geschikte kandidaten in Bulgarije kunnen vinden, werven ze Bulgaren in het buitenland, in de hoop dat zij naar hun moederland terugkeren voor een goed salaris."
Oost-Europa kiest politiek en maatschappelijk vaak een andere weg dan West-Europa. Hoe kijken de bewoners aan tegen hun geschiedenis, hun economie, corruptie en democratische verworvenheden? Trouw maakt een reis langs de oostelijke rand van de Europese Unie en belicht een aantal thema’s:
- Tsjechië - persvrijheid
- Roemenië - corruptie
- Hongarije - ngo's
- Polen - nationalisme
- Bulgarije - leegloop
- Slowakije - investeringen
Lees ook:
Na de nachtclubbrand zit de Roemeense bevolking haar leiders op de huid
Een fatale brand in een nachtclub in Boekarest ontvlamde grootschalige volksprotesten tegen corruptie. Protestleider Florin Badita leidt rond langs de monumenten van de strijd.
Polen kneedt zijn geschiedenis naar believen
De Poolse regering probeert het verleden voor te stellen als een reeks heldendaden en heroïsche offers. Daartoe worden geschiedenisboeken herschreven en tentoonstellingen veranderd.