De bouw staat weer te springen om extra handen, maar vertrokken bouwvakkers keren niet massaal terug
De bouw heeft mensen tekort. Terwijl tijdens de recente crisis werknemers massaal ontslag kregen.
Met een omzetstijging van 12 procent in het afgelopen kwartaal in de bouw is het haast niet voor te stellen. Maar nog maar vijf jaar geleden zaten de nu goed boerende bouwbedrijven praktisch zonder werk. Ruim 230.000 bouwvakkers kwamen daardoor zonder werk te zitten. Nu de bouw weer staat te springen om extra handen, keren die vertrokken bouwvakkers echter niet massaal terug. Slechts 15 procent is weer aan het werk in de bouw. De rest is met pensioen, werkt ergens anders of zit werkloos thuis. Dat blijkt uit vandaag gepresenteerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
In totaal vonden 36.000 timmermannen, behangers, schilders, metselaars en andere bouwvakkers weer werk op de bouwplaats. Veelal mensen die in de WW of de bijstand waren beland, of deels waren afgekeurd en een arbeidsongeschiktheidsuitkering hadden. Een kleine veertig procent had voor de terugkeer zijn heil gezocht in andere sectoren. Maar het gros van de ruim 230.000 vertrokken bouwers (bijna 200.000) lijkt de bouw voorgoed achter zich te hebben gelaten.
Lijkt, benadrukt CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen. Want er zijn waarschijnlijk meer voormalige bouwvakkers terug dan op het eerste gezicht lijkt. “Van de uitgestroomde bouwvakkers werkt een derde in de zakelijke dienstverlening. Mijn vermoeden is dat dit bouwvakkers zijn die als uitzendkracht werken voor bouwbedrijven.”
Crisis
Uitzendkracht of niet, met de instroom van voormalige bouwvakkers gaat de door personeelstekort geplaagde bouwsector het niet redden. Ook de groep nieuwe instromers, zo’n 120.000 in totaal, is kleiner dan gehoopt. Want nog steeds telt de sector 72.000 werknemers minder dan in 2008, vlak voor de crisis. Dat tekort is extra voelbaar nu de sector productierecord na productierecord verbreekt. Onlangs merkte het CBS nog op dat de bouw zich met een groei van tien procent de hardst groeiende sector mag noemen. Het gevolg: 16.300 openstaande vacatures en veertig procent van de bouwbedrijven kampt met een personeelstekort.
Dat hardnekkige tekort heeft voor een belangrijk deel te maken met het gebrek aan jong talent. Ter illustratie: de timmermannen, metselaars en loodgieters die direct vanuit de schoolbanken de bouwsector instroomden, is met 21.000 stuks aanzienlijk kleiner dan de groep herintreders (36.000). Het gevolg van het banenverlies tijdens de crisis, zei Van Mulligen twee weken geleden al in deze krant. Met de bouw op zijn gat waren bouwopleidingen weinig interessant voor mbo’ers.
Haal vakmannen uit Spanje en Portugal, adviseerde Philip van Nieuwenhuizen, vicepresident van de European Builders Confederation, afgelopen week in vakblad Cobouw. “Daar zitten ze massaal thuis op de bank.” Ook het CBS ziet dat bouwbedrijven een deel van het personeelstekort weg weten te werken met krachten uit het buitenland.
In totaal lopen er 56.000 buitenlandse werknemers rond in Nederland. Maar, schrijft het CBS, ook dat kunnen er in werkelijkheid meer zijn dan op papier. Wie minder dan vier maanden in Nederland werkt hoeft zich namelijk nergens te registreren.
Lees ook:
Iedereen is het nu eens: er moeten 75.000 huizen per jaar erbij. Maar wie gaat die bouwen?
Er moeten sneller meer woningen bij komen. Maar is dat haalbaar, nu er in de bouw zoveel vacatures niet gevuld kunnen worden?
De groene sector is nog gevaarlijker dan de bouw
Man komt onder heftruck, jongen valt in mestput, man komt onder hooibaal. Het is een greep uit de koppen die de lokale media haalden. Zelfs vergeleken met de bouw, een sector die bekendstaat om de vele ongelukken, komt de agrarische sector er slechter uit.