Column

De blinde vlek in het debat over Zwarte Piet

null Beeld anp
Beeld anp

De liberaal Oud wijdt in zijn boek 'Honderd jaren', over de politieke geschiedenis van ons land tot 1940, een halve zin aan het einde van de slavernij in Suriname en de Antillen. Het accent ligt daarbij niet voluit op dat feit, maar op het optreden van de verantwoordelijke minister Uhlenbeck. Volgens Oud is deze bewindsman van koloniën een mislukking. Om dat oordeel een verrassend contrast te geven, meldt hij dat Uhlenbeck 'er wel in slaagt de slavernij in West-Indië te doen opheffen'.

Hans Goslinga

In de vorig jaar uitgekomen politieke geschiedschrijving 'De eerste honderdvijftig jaar' besteden de schrijvers Joop van den Berg en Jan Vis aan dat feit een alinea. Zij vermelden dat het besluit tot afschaffing aan 33.000 mensen de vrijheid van bestaan leverde. Als achtergrond geven zij mee dat de beëindiging van de slavernij eerder wel in discussie was, doch te begrotelijk werd gevonden. Daarna ontstond een ontvankelijker houding, al duurde het nog tot 1863 voordat er een wet lag 'die de slaven bevrijdde en de slavenhouders uitkocht'.

1 maart 1796
In beide annalen wordt de emancipatie van de uit Afrika afkomstige slavenbevolking niet geplaatst in het perspectief van de democratisering. Dat is opmerkelijk en laat scherp zien hoezeer geschiedschrijving afhankelijk is van het perspectief van de historicus. Ik heb al vaker het voorbeeld aangehaald van Columbus, die alleen vanuit Europees perspectief kan worden beschouwd als 'de ontdekker van Amerika'. Vanuit het oogpunt van de inlandse bevolking was hij een indringer die geweren en dodelijke bacteriën meebracht.

Voor Van den Berg en Vis is het des te opmerkelijker dat zij slechts terloops van de mijlpaal op 1 juli 1863 melding maken. Het bijzondere van hun boek is dat zij de moderne politieke geschiedenis niet laten beginnen in 1840, met de aanloop naar de Grondwet van Thorbecke, en ook niet in 1815, toen Nederland een koninkrijk werd, maar op 1 maart 1796, de dag waarop voor het eerst in Nederland een gekozen parlement bijeenkwam. Dit gebeurde op basis van een constitutionele regeling, die uitging van de gelijkheid en vrijheid van het individu.

Met deze keuze, aan de vooravond van de viering van 200 jaar koninkrijk, maakten Van den Berg en wijlen Vis subtiel duidelijk dat de Frans-Bataafse tijd ten onrechte uit het nationale bewustzijn is weggedrongen. Sterker nog, ze laten zien dat de kiem voor de ontwikkeling van de democratische rechtsstaat juist in die periode moet worden gezocht. Maar, net als in Amerika, bleef de zwarte slavenbevolking nog lange tijd van de Verlichtingsidealen, gelijkheid en vrijheid, verstoken. Het debat over hun positie had vooral een economische invalshoek.

Onbewust etnocentrisme
Van deze blinde vlek is de westerse wereld nog altijd niet geheel verlost, getuige de controverses over Columbus in Amerika en Zwarte Piet hier. Dat die controverses er zijn, komt doordat nazaten van de slaven niet alleen een volwaardige plaats in de multiculturele samenleving opeisen, maar ook hun gezichtspunten in de geschiedschrijving. De heftige reacties daarop komen naar mijn indruk niet zozeer voort uit racisme als wel uit een bijna onbewust etnocentrisme, daterend uit de eeuwen dat Europa de wereld beheerste en indeelde in het Verre, het Midden- en het Nabije Oosten.

Die tijd is voorbij, maar het bewustzijn loopt klaarblijkelijk achter op de feiten. Voor zover ik weet was de rechtsdenker Ernst Hirsch Ballin vorig jaar in zijn Rechtsstaatlezing de eerste die 1863 als kernjaartal plaatste op 'de lange weg' naar democratisering in Nederland, minstens zo belangrijk als de grondwet van 1848, de invoering van het algemeen kiesrecht in 1917 en de opheffing van de handelingsonbekwaamheid van de gehuwde vrouw in 1956 (een aardig weetje voor degenen die andere culturen achterlijkheid verwijten).

Na de dekolonisatie van landen volgt nu, met minstens zoveel weerstanden, de 'dekolonisatie van het bewustzijn'. Dat is niet toevallig de ondertitel die de Surinaams-Nederlandse econoom Sandew Hira en de Britse historicus Stephen Small hebben meegegeven aan een serie boeken over de geschiedenis en erfenis van de Nederlandse slavernij. Het eerste boek geeft een scherp inzicht in de feiten en gevoelens die daarover tot op heden bij de nazaten bestaan.

De wrijvingen over Zwarte Piet komen dus niet uit de lucht vallen. Ze zijn de onvermijdelijke uitdrukking van een ontwikkeling waarbij de wereld meer deel wordt van Nederland.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden