De biblebelt is de weg kwijt
In de Nederlandse biblebelt lijkt de tijd stil te staan. Schijn bedriegt. De archipel met reformatorische christenen verandert snel.
Clichés zijn nooit ver weg. Laat een plaatsnaam als Staphorst of Urk vallen en je hoort: SGP, rokken, streng geloof, vrouwenonderdrukking en homohaat. Conclusie: het christelijke platteland is in de oertijd blijven steken.
Schijn bedriegt. De biblebelt, want daarover gaat het hier, is zichzelf niet meer. De ooit zo hermetisch afgesloten refoarchipel, die van Zeeland, via de Veluwe tot Overijssel schuin over de kaart van Nederland loopt, wordt bedreigd. Van binnen én van buiten. "Er is bijna geen andere groep waar op dit moment zo veel gebeurt", zegt Fred van Lieburg, bijzonder hoogleraar Geschiedenis van het Nederlands Protestantisme aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. "Denk aan het vrouwenstandpunt van de SGP."
Plannen
Van Lieburg leidt nieuw onderzoek naar de zone met bijbelvaste christenen. Het wordt, zo is het plan, een samenwerkingsverband tussen verschillende wetenschappelijke disciplines: sociologie, antropologie, geschiedenis en theologie. Onderzoek levert een boeiend beeld op van religieuze veranderingen in Nederland, denkt Van Lieburg. Hij en zijn collega's presenteerden hun plannen vorige week op een passende locatie: in het pand van het Reformatorisch Dagblad in Apeldoorn. Zo'n beetje iedereen die er toe doet in het onderzoek van deze behoudende Nederlandse christenen was aanwezig. Voorlopig is de VU de enige universiteit die meedoet. Mogelijk sluiten zich nog andere wetenschappelijke instellingen aan.
Wat maakt deze groep van pakweg 300.000 gelovigen zo interessant dat nadere studie noodzakelijk is? Wie zijn ze, welke regels hebben ze?
Zelf pretenderen de 'bevindelijke' christenen dat ze rechtstreeks afstammen van de calvinisten uit de tijd van de Reformatie. Maar dat is onzin, zegt Van Lieburg. "Pas in de jaren zestig is de biblebelt als aparte groep 'ontdekt'." Zo is het eerste boek over hen 'pas' in 1968 geschreven door Anne van der Meiden. 'De zwarte kousenkerken' heette het en het beleefde herdruk op herdruk. Van Lieburg: "Voor de buitenwacht werden het de mensen die in de Middeleeuwen waren blijven hangen."
De jaren zestig
Provo's, ontkerkelijking, de opkomst van het spijkerpak, jongerencultuur, vrouwenemancipatie - stuk voor stuk waren het zaken waar men in bijbelvaste streken van gruwde (en voor een deel nog steeds). In de jaren zestig openbaarde zich een toenemend contrast tussen dat deel van de bevolking dat de culturele veranderingen omarmde en het smaldeel 'zwaar' gereformeerden. Daarvoor vielen ze niet direct op als echt aparte groep.
Tegen de ontzuiling in ontstond een nieuwe antimoderne refocultuur, waarin duidelijke identiteitskeuzes werden gemaakt over wat de eigenheid inhield, stellen Van Lieburg en John Exalto, eveneens historicus aan de VU. Afgezien van een eigen politieke partij - de SGP was er al - werden in hoog tempo scholen, zorginstellingen en eigen media opgericht. Later kwam er zelfs een eigen kledinglijn bij. 'College style' heet die, decolletéloze vrouwenkleding met rokken tot minimaal op de knie.
Wat maakt deze groep van pakweg 300.000 gelovigen zo interessant dat nadere studie noodzakelijk is?
Nog steeds wordt ook door serieuze wetenschappers verondersteld dat de refo's in de biblebelt een rechtstreeks product zijn uit de negentiende eeuw of zelfs een overblijfsel van de frontlinie uit de Tachtigjarige Oorlog. De VU-onderzoekers pleiten voor een andere aanpak waarmee ze willen aantonen dat de groep zélf onderdeel is van de moderniteit. Van Lieburg: "Het functioneren van de groep is het resultaat van '(re)invention of tradition', met een specifieke herinneringscultuur, identiteitspolitiek en communicatiewijze." Dat de refotraditie van recente datum is, blijkt alleen al uit de naam. Directeur Piet Kuijt van de in 1944 ontstane lerarenopleiding de Driestar bedacht de koepelterm 'reformatorisch', aangezien 'gereformeerd' een al door zoveel andere groepen bezette domeinnaam was.
Niet subtiel
In het auditorium van het Reformatorisch Dagblad staat een levensgroot nagebouwde middeleeuwse vestingtoren, ter decoratie van de zaal. De symboliek is niet subtiel, maar zo zien refo's het graag; zij zijn de christenen die zich beschermd weten door de onwrikbare vestingmuren van het geloof. Maar in de muren zitten inmiddels grote scheuren.
Het scherpst valt dat te zien op refoscholen, zo weet cultureel antropoloog José Baars. Ze doet onderzoek naar de manier waarop refojongeren zich ontwikkelen. Baars ziet dat de jeugd zich steeds minder onderscheidt van hun 'seculiere' leeftijdsgenoten. Wat kleding betreft, maar ook wat opleidingsniveau. Neem de meisjes, voor wie tot voor kort een deeltijdbaantje 'in de zorg' het hoogst haalbare was. "Op de scholen waar ik onderzoek doe, is inmiddels bijna de helft van vwo-leerlingen vrouw. Op de havo is dat al zo", zegt Baars. Eenmaal met een academische graad, zo verwacht ze, gaan die meiden niet meer terug naar het aanrecht.
Dat de refowereld ideologisch verbleekt, blijkt ook uit de houding naar andere gelovigen. Neem de rooms-katholieken - ooit het ultieme gevaar, met hun wierook, heiligenbeelden en Mariadevotie. Die gedachte versmelt als sneeuw in de voorjaarszon. Vooral bij de steeds grotere groep hogeropgeleiden. Dat ondervindt ook Erik Borgman, hoogleraar theologie in Tilburg. "Als rooms-katholiek word ik inmiddels gevraagd om op reformatorische studentenverenigingen te spreken. Dan kom je daar: hebben ze álles van mij gelezen, ze kunnen mij precies vertellen hoe ik denk! Wie had dat twintig jaar geleden kunnen denken."
Internet
De innerlijke uitholling van de reformatorische zuil staat niet los van de opkomst van nieuwe informatietechnologie en internet. Tientallen jaren kon de refowereld seculiere cultuur buiten de deur houden. Televisie en film was taboe. Internet zat aanvankelijk veilig achter een zwaar filter. Inmiddels heeft refojeugd smartphones waarop geen filters zitten. Gevolg: Facebook, Twitter, YouTube en televisieprogramma's zijn doodgewoon. Dat heeft weer gevolgen over hoe er bijvoorbeeld wordt gedacht over de positie van vrouwen en homo's.
"Er is een breed gedeelde overtuiging dat nieuwe media medeverantwoordelijk zijn voor de teloorgang van hun cultuur", zegt Johan Roeland, onderzoeker naar media, religie en cultuur aan de VU. 'Mediapaniek', heet dat in vaktermen. Roeland: "De onderliggende gedachte daarbij is dat media iets doen met jongeren. Dat 'iets' wordt over het algemeen niet positief beoordeeld."
Afgezien van een paar 'refokernen' - Rijssen, Barneveld, Staphorst - is zelfs de strook bijbelvaste christenen geen ononderbroken zone meer op de kaart van Nederland. Volgens de wetenschappers geeft nieuw onderzoek inzicht hoe religie zich ontwikkelt in de moderne maatschappij.
Maar of het voorgenomen onderzoek de goedkeuring van alle refo's kan wegdragen, valt nog te bezien. Voor reformatorische christenen is het bijna ondenkbaar, godslasterlijk zelfs, om de eigen traditie te zien als iets dat ooit door mensen is bedacht. De hersteld hervormde predikant Wim van Vlastuin uit Wezep, die ook was uitgenodigd voor de expertdag, stuurde vooraf aan verschillende aanwezigen een e-mail. Hij waarschuwde daarin voor 'een sociologische en historische' onderzoeksaanpak. "Als Christus daadwerkelijk is opgestaan uit de dood - en dat is Hij - dan kan het geheimenis van de gemeente uiteindelijk niet worden beschreven in sociologische of historische termen."
Verzoek afgewezen
De Nederlandse biblebelt telt zo'n 300.000 personen, ongeveer net zoveel mensen als er in een stad als Utrecht wonen. De beste indicatie voor de ligging van de Bijbelgordel vormt de aanhang van de SGP bij politieke verkiezingen. Refo's gaan naar kerken waar de Bijbel van kaft tot kaft wordt geloofd, zoals de gereformeerde gemeente en de hersteld hervormde kerk. De Bijbel, bij voorkeur de Statenvertaling uit 1637, wordt gezien als het door God zelf geïnspireerde heilig woord, onveranderlijk en voor alle tijden. Volgens de kerkgangers kenmerkt een ware gelovige zich door een sterk besef van zonde en schuld. Hoewel dat vooral bij jongeren (snel) verandert, hebben vrouwen vaak minder rechten dan mannen.
Een sterk besef van zonde en schuld
Aanvankelijk hadden de onderzoekers van de Vrije Universiteit hun hoop gevestigd op geld van het NWO, de instelling die geld heeft voor wetenschappelijk onderzoek naar de rol van religie in de moderne samenleving. De VU-onderzoekers kregen nul op rekest. Het onderzoek zou te weinig interessant zijn voor mensen buiten de bijbelgordel. Onzin, meent Van Lieburg. "Als er op één plek duidelijk wordt welke spanning religie in de moderne samenleving teweegbrengt, dan is het wel in de biblebelt." Nu gaan de wetenschappers op eigen houtje aan de slag, via onderwijsprogramma's, masterscripties en onderzoek van promovendi.
De symboliek is niet subtiel, maar zo zien refo's het graag