De Belevenis prikkelt alle zintuigen
Meervoudig gehandicapte kinderen halen hun hart op in de Belevenis, het eerste uitgaans-
Er hangt een dichte, blauwwitte mist in het zaaltje. De muren zijn zacht verlicht en in de lucht zweven felgekleurde pluchen vogels. Middenin de ruimte hangt een verend vangnet vol witte kussens. Welkom in de ’wolk’, een ruimte waar bezoekers van de Belevenis tot rust kunnen komen.
Twee kinderen en hun begeleiders liggen al op het net te doezelen als Maarten (13) in zijn rolstoel wordt binnengereden. Zijn moeder en een begeleidster trekken zijn schoenen uit en tillen hem op het net. Zijn 10-jarige broertje is er al zelf opgesprongen.
Dan begint het zoeken: wat vindt Maarten leuk? Zijn moeder laat hem eerst liggend hobbelen op het net, maar dat geeft weinig respons. Dan strijkt ze met een pluchen vogel over zijn gezicht. Reactie: een geërgerde blik. Als ze de vogel vervolgens aan een koordje omhoog en omlaag laat veren, begint Maarten stralend te lachen. De juiste formule is gevonden.
De Belevenis, opgebouwd op het terrein van het Amsterdamse sportcomplex Borchland, bestaat uit verschillende zalen waar meervoudig gehandicapten hun zintuigen kunnen laten prikkelen. Er valt een hoop te zien en te betasten. En ’s middags zijn er theatervoorstellingen met muziek.
Mattijs (11) zit op het waterbed in de zeekamer en kijkt gefascineerd naar de kinderen om hem heen. Die spelen met pluchen kwallen en een ’zoenvis’ aan een koord van elastiek. Fysiek is er niets bijzonders aan Mattijs te zien, maar hij heeft het geestelijke niveau van een kind van één.
„Hij heeft het erg naar zijn zin”, zegt zijn begeleidster, Marjet van Zadelhoff. „Al die kleurige vissen en dat gedempte licht, dat vindt hij prachtig.”
De Belevenis is opgezet door de stichting Ago en Cordaan: twee organisaties die zich bezighouden met het begeleiden van verstandelijk gehandicapten. De reden voor het project is dat meervoudig gehandicapten vrijwel geen enkele attractie kunnen bezoeken. Het ontbreekt meestal aan noodzakelijke voorzieningen, zoals een tillift, een blender voor het eten en een doucheruimte voor de verschoning. Verder is het vaak te druk en te lawaaiig.
De moeder van Maarten beaamt dat. „In een bioscoop of pretpark raakt hij te veel geprikkeld. Hij wordt dan paniekerig en gaat zijn rug overstrekken. Daar gaan we dus niet heen. Ik was bang dat het hier ook druk zou zijn, maar ze hebben het gelukkig kleinschalig gehouden. Echt super.”
Per dag mogen er maximaal vijftien gehandicapten komen. Leeftijd speelt geen rol; in deze droomwereld zitten kinderen, volwassenen en dementerende ouderen elkaar niet in de weg. Het project, dat slechts twee weken duurt, is officieel al volgeboekt, maar een enkeling kan er nog wel bij.
„Dit uitgaanscentrum voorziet in een behoefte”, concludeert medewerkster Annemarie Schrama. „Het zou daarom permanent moeten zijn. Verder willen we ermee door het land reizen, want meervoudig gehandicapten kunnen vaak niet helemaal hierheen komen.”