Column

'De baard als middel in de strijd is toppunt van dwaasheid'

De baard blijft voer voor discussie Beeld thinkstock
De baard blijft voer voor discussieBeeld thinkstock

De baard is volgens columnist Ger Groot eerder een zwaktebod dan een teken van mannelijkheid. Hij schijnt zijn licht op het onderzoek naar baarden van Tamsin Saxton.

Ger Groot

Eindelijk weten we waarom mannen baarden dragen. Niet alleen om 'te kaap'ren te varen', zoals het oude vaderlandse liedje zingt, maar ter wille van het succes bij de voortplanting. Niet omdat vrouwen baarden zoveel aantrekkelijker zouden vinden, zo onthulde de Britse psychologe Tamsin Saxton deze week. Maar omdat de rivaliteit tussen mannen onderling erdoor bepaald zou worden. Een baard geeft aanzien en overwicht. Hoe meer haren op de kin, hoe groter de dominantie over andere mannen, en pas dan: hoe meer succes bij de vrouwen.

Saxtons bevinden waren groot nieuws in de media; ook deze krant maakte er melding van. Ik heb het artikel enigszins beschroomd gelezen. Want slechts één keer in mijn leven heb ik mij gewaagd aan een scheerloze periode die langer duurde dan drie dagen. Niet toevallig was dat tijdens een vakantie op IJsland. Een ruwe kin paste naar mijn gevoel wel bij het onherbergzame landschap. Veel rivaliteit kwam daar niet aan te pas. Andere mannen kwam ik er nauwelijks tegen. Vrouwen trouwens ook niet. Toen het na een weekje hinderlijk begon te kriebelen, ging er resoluut weer het scheermes over.

Baard als zwaktebod
Voor alfa-mannetje ben ik kennelijk niet in de wieg gelegd. Als er gerivaliseerd moest worden, dan liever met andere middelen. Er lijken mij vele redenen te kunnen zijn om de baardgroei zijn gang te laten gaan. Om een wijkende kin of een blote-billengezicht te verbergen. Om te ontkomen aan het dagelijkse ongemak van het scheermes. Om de Profeet na te volgen of desnoods de dames ermee te behagen.

Maar door middel van een baard de strijd aan te binden met andere mannen lijkt me het toppunt van dwaasheid. De baard is het zwakste punt in de mannelijke verdedigingslinie. Met uitzondering misschien van het geslacht - maar wel om dezelfde reden. Beide bieden houvast aan de grijpgrage vingers van de tegenstander en kunnen gemeen pijn doen als je er krachtig aan trekt. Vervolgens een fikse klap erop en iemand is uitgeschakeld.

Baard als symbool
Zo primitief bedoelt Tasmin Saxton het waarschijnlijk niet. De baard is eerder een symbool van de strijd dan een daadwerkelijk wapen daarin, zo begrijp ik. Mannen met baarden líjken alleen dominanter en agressiever, en worden ook nog eens ouder ingeschat dan ze zijn. Bij dat laatste kan ik me wel iets voorstellen. Maar hoe behulpzaam is dat in de strijd om het schone geslacht? Ook vrouwen stellen, bij alle rijpheid, meestal wel prijs op een beetje jeugdige flair. En in de mannelijke strijd is bejaard- en bedaardheid al helemáál geen imponeringsfactor.

Op dat punt beginnen in de redenering van Saxton twee dingen op te vallen. Ten eerste zijn alle argumenten voor het hoge aanzien van baarddragers helemaal niet specifiek voor de verhouding tussen mannen onderling. Hoge status, dominantie, fysieke kracht: voor succes bij de vrouwen zijn dat waarschijnlijk net zulke belangrijke factoren als voor overwicht jegens rivaliserende mannen. Toch lijkt haar enige vondst te zijn dat laatste dan wèl en het eerste níet ter zake doet. Waarom dat zo is, blijft een raadsel.

Evolutie
Het tweede angelhaakje is de darwinistische blik waardoor Saxton zich leiden laat. Sinds 'The origin of species' kan geen bioloog of gedragswetenschapper nog voorbij om voortplantingssucces of 'survival of the fittest'. Of het nu gaat om de monogame hang van vrouwen, de vraag waarom mannen zoveel beter kunnen inparkeren of het raadsel van de menselijke creativiteit: als er geen evolutie-argument aan te pas komt, kan een wetenschapper wel inpakken.

En dus moet ook de baard eraan geloven, alsof wij allemaal nog zouden leven in de biologische oerhorde - die waarschijnlijk ook een fictie is. Zo wordt het gedrag van de hedendaagse hipster teruggeprojecteerd in de oertijd, die over de hele mensengeschiedenis heen alsnog hedendaagse modeverschijnselen gaat verklaren. Met als bijkomend bewijs de vaststelling dat de baard in de recente geschiedenis meestal in de mode raakte als er minder vrouwen beschikbaar waren - zoals een andere wetenschaper schijnt hebben vastgesteld. Dat zal best waar zijn. Maar daarmee is nog niet bewezen dat het een het gevolg was van het ander.

Dat voorspelt weinig goeds voor de baarddragende hipster, die - als deze speculaties kloppen - vandaag de dag kennelijk moet optornen tegen een dreigend vrouwentekort. Om maar te zwijgen over mijn eigen baardloosheid - die in de strijd om de andere sekse volgens deze uitleg bij voorbaat het hoofd in de schoot zou hebben gelegd. Ik lees het Trouw-artikel nog eens over, krab aan de gladde kin, kijk terug op mijn eigen leven en constateer dat dat nogal meevalt.

Wat níet meevalt is de geloofwaardigheid van wat ik lees. Elke wetenschap leent zich uit haar eigen aard voor twijfel. Sómmige wetenschap lokt die scepsis bijna provocerend uit - maar bij alle ongeloof is dat meestal wel de meest vermakelijke.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden