Dansers ontleden de definitie van heldendom

Sander Hiskemuller

Dans

’Sinfonia Eroica’ van Michèle Anne De Mey. Gezien 28/9 Schouwburg Amstelveen. Tournee t/m 23/10; 15/4 2008 in Stadsschouwburg Amsterdam. Info: www.baasbank-baggerman.nl

„Allez, kom op!” wordt het meisje aangemoedigd. Hoog boven het ensemble verheven twijfelt ze of ze het parcours van de kabelbaan zal afleggen, dwars over het podium de diepte in. Maar ondanks alle vrolijke aansporingen van haar collega-dansers ziet ze er toch maar van af. Het is niet eenvoudig een held te zijn.

De kabelbaan is de belangrijkste eyecatcher in ’Sinfonia Eroica’ van de Belgische Michèle Anne De Mey. Negen dansers dartelen er speels omheen en wie durft roetsjt er in volle vaart vanaf. Verder twee banken uit het gymnastieklokaal, een geluidsinstallatie die door de negen dansers zelf wordt bediend.

Michèle Anne De Mey richtte samen met Anna Teresa De Keersmaeker het gezelschap Rosas op en tegenwoordig is de choreografe neergestreken bij Charleroi/Danses. Met de danstheatervoorstelling ’Sinfonia Eroica’ boekte ze in 1990 een internationaal succes en de herneming – met twee extra dansers – laat zien dat deze toegankelijke productie de tand des tijds prima heeft doorstaan.

Hoe ziet heldendom eruit, vraagt De Mey zich af. Afgezet tegen de oude heldensymboliek van Beethovens derde ’heldensymfonie’ en de ouverture uit ’Bastien, Bastienne’ van de jonge Mozart, schalt ook een song van de moderne held Hendrix uit de speakers. De symfonische lijnen in de muziek zijn de dramaturgische lijnen waarbinnen de choreografie zich ontwikkelt: een verglijdende dynamiek van samenkomen en uiteengaan en het aloude spel van individu versus de groep. De dansers geven zich als Mozarts hedendaagse titelhelden over aan dynamische groepsdansen en flirterige liefdesduetten, waarbij er vanwege het oneven aantal dansers altijd één overblijft: de niet-deelnemer, de onvermijdelijke antiheld.

Heldendom zit ’m in kleine, alledaagse dingen, wil De Mey zeggen. Al is het alleen al om de banale ledigheid van het leven tegen te gaan. In speelse onderonsjes dagen lefgozertjes elkaar uit en zoekt een danseres het hogerop door op het touw van de kabelbaan haar evenwicht te bewaren. En wat is heldhaftiger dan voor de groep ’je ding’ te doen: een raar sint-vitusdansje of een act als slangenmens. Er passeren allerlei variaties op reddingshandelingen de revue. Zo wordt de danseres op het touw net op tijd voor vallen behoed, maar ook in meer geabstraheerde bewegingsfrases wordt ijverig gesprongen, gewiebeld en gebalanceerd.

De sfeer is vol levenslust – alsof er continu een zacht lentebriesje over het podium waait. Het heeft dan ook met de duur van de voorstelling te maken – negentig minuten, zonder pauze – dat er behoefte aan een wat steviger wind ontstaat. Die komt dan ook, met orkaankracht en flink wat neerslag aangeraasd. De dansers gaan elkaar in één groot apotheotisch waterballet met emmers water te lijf, waarbij de opspattende druppels bij elke snoekduik een spectaculair samenspel met de belichting aangaan.

Als de danseres uit het begin boven aan de kabelbaan daarop de sprong in het diepe waagt, is duidelijk: in iedereen schuilt een held.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden