Dan schrijf ik wat en dan ben ik ervan af

Duizenden ingezonden brieven schreef Henriëtte Boas, tot aan de vooravond van haar overlijden in de vroege ochtend van 23 juni. 'Henriëtte Boas, Badhoevedorp' was een bekende ondertekening in Trouw en verschillende andere dag- en weekbladen, voorafgegaan door pietepeuterige en soms cynische kanttekeningen bij het menselijk gedrag, van dikdoenerige schrijvers, zelfbenoemde spreekbuizen of anderszins aanstellerig volk. Ze schiep er vooral plezier in om kleine historische onjuistheden recht te zetten. Boas, die klassieke talen had gestudeerd, publiceerde portretten van vrouwen uit de joodse geschiedenis, was oprichtster van het blad 'Kolenoe' voor bewust-joodse vrouwen en correspondente voor onder andere de Israëlische krant Ha'aretz. Bijna negentig jaar oud bleef ze - klein, voorovergebogen, lang wit haar, een stapeltje leesvoer onder de arm - menige discussiebijeenkomst over Israël of de Nederlands-joodse geschiedenis bezoeken: wat daar voor onzin werd uitgekraamd was altijd wel een keer goed voor een zinsnede in een brief of artikel. Oud-collega Jet Kunkeler sprak met haar, voor de bundel 'De lastige lezer - prikkelende beschouwingen over de relatie tussen publiek en journalistiek', die najaar 2001 bij Uitgeverij Het Spectrum verschijnt. Op deze pagina enkele fragmenten uit het laatste interview met een gedreven krantenlezer - haar collega-krantenlezers zullen haar ondertekening missen.

Jet Kunkeler

Waarom schrijft u ingezonden brieven? Uit plichtsgevoel?

,,Uit een soort plichtsgevoel, ja. Ik zit er dan mee, met iets wat ik heb gelezen, ik erger me eraan, en ik vind dat ik erop moet reageren. Dan schrijf ik wat en dan ben ik ervan af, dan houd ik me er niet meer zo mee bezig. De meeste mensen zeggen: ja, ik had daar wel op willen reageren, maar ik heb het niet gedaan. Ik vind dat ik dat wel moet doen.''

Hoe ontstaat zo'n brief of stuk? U leest de krant, ziet: dit is fout, en weet uit uw hoofd het goede antwoord?

,,Meestal wel, ja. Want anders zou de fout me niet zijn opgevallen.''

Maar vaak gaat het om bijzonderheden, details, jaartallen. Zoekt u die op? U hebt hier heel wat boeken staan.

,,Soms wel, ja. Maar meestal is dat niet nodig. Ik heb daar de Encyclopedia Judaica staan. U ziet dat ik daar ook wel eens dingen instop die ik heb uitgeknipt. Daar, achter dat beeldje van die kameel.''

U schrijft meestal over onderwerpen die te maken hebben met Israël en jodendom. Hoe denkt u over de huidige situatie daar? Bent u teleurgesteld in het land, waar nog steeds geen vrede is?

,,De schuld wordt altijd bij Israël gelegd. Dat gebeurt in veel stukken, ook in Trouw. Nee, ik heb geen uitgesproken politiek standpunt over Israël. Maar ik behoor in ieder geval niet tot de mensen van 'Een ander joods geluid'. Ze hebben mij niet gevraagd hun advertentie te ondertekenen, maar als ze dat wel gedaan hadden, zou ik zeker geweigerd hebben.''

Dat kritische standpunt over Israël gaat u te ver?

,,Véél te ver. En de ondertekenaars zijn grotendeels mensen die een heel marginale binding hebben met het jodendom, voor wie jodendom en Israël maar één van de vele onderwerpen zijn waarvoor ze zich interesseren, wat hen niet de hele dag bezig houdt.''

U wel?

,,Ja. Dat wil zeggen: ook wel andere dingen maar niet dat ik me daarvoor inzet.''

U neemt nogal eens tegendraadse standpunten in.

,,Nou, niet tegendraads. Als ik wat schrijf, ontmoet ik altijd mensen die zeggen: ik heb die brief van jou gelezen en ik ben het volkomen met je eens.''

Een voorbeeld van een eigenzinnig standpunt lijkt mij uw oordeel over het Anne Frankhuis. U hebt uiteraard niets tegen Anne Frank, maar wel tegen dat door ontelbare toeristen bezochte huis.

,,Ja. Heel sterk. (...) Het Achterhuis geeft helemaal geen beeld van de jodenvervolging en de familie had een vrij comfortabel onderduikadres. Anne Frank is wel representatief voor de jodenvervolging door wat er ten slotte met haar is gebeurd, maar niet vanwege die onderduik. En ik vind dat het Anne Frankhuis veel te veel gecommercialiseerd is.''

U was niet voor het teruggeven van joodse eigendommen.

,,Nee, maar dat gebeurt nu toch.''

Hebben mensen die beroofd zijn daar dan geen recht op?

,,'t Is al zo lang geleden. En de meesten hebben het helemaal niet nodig.''

't Is ook een kwestie van principe.

,,Maar om daar nu zo een drukte over te maken. Dat lijkt me erg overdreven.''

Het is wel lang geleden maar je kunt je afvragen of zoiets ooit overgaat.

,,Nee, maar je hoeft er niet altijd weer de nadruk op te leggen. Dan haal je weer oude wonden open. 't Gaat in deze kwestie over geld, over materiële dingen. Ik vind dat we die kwestie moeten laten rusten. En ik vind het ook onjuist dat joden veel meer geld krijgen dan Indische Nederlanders.''

U bent vrij mild over niet-joods Nederland tijdens de oorlog. U vindt ook de vergelijking met Denemarken, waar de meeste joden gespaard zijn, niet terecht.

,,De Deense joden vormden een kleine groep en Zweden lag vlak aan de overkant. Ik ben eens op een congres in Kopenhagen geweest en heb toen een tochtje gemaakt naar het noorden. Je kon de Zweedse kust, waarheen het merendeel van de Deense joden is gevlucht, met het blote oog zien. Nederland had die mogelijkheid niet, er was geen land dat de joden die hier woonden kon opnemen. Ik vind die vergelijking met Denemarken dus volkomen fout.''

Als u een brief of een artikel schrijft hebt u dan het idee dat dit resultaat heeft, dat u er iets mee bereikt?

,,Meestal niet.''

Is dat niet een beetje deprimerend?

,,Nee, ik ben niet zo gauw gedeprimeerd. Het is veel belangrijker een invloedrijke positie in de maatschappij in te nemen, zodat er naar je geluisterd wordt. Zoals Ed van Thijn, of Judith Herzberg.''

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden