Tien geboden

Daan Leeflang: 'Alles is nu onder controle'

Daan Leeflang:
Daan Leeflang:"Het boek is wel all the way. Ook over de krankzinnige manier waarop ik toen mijn leven heb geleid. Veel seks, drank en drugs. Veel mensen pijn gedaan."Beeld Mark Kohn

In de interviewserie 'Tien Geboden' spreekt Arjan Visser met Daan Leeflang (Amsterdam, 1970), beter bekend als DJ Dano. Leeflang was in de jaren negentig een van de bekendste dj's ter wereld. Arne van Terphoven heeft het levensverhaal van de gabberkoning opgetekend in het boek 'Wat de fok, ouwe?' Beiden zijn op 22 oktober aanwezig tijdens het Amsterdam Dance Event.

Arjan Visser

I Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben

"Mag ik eerlijk zijn? Volgens mij zorgen die verschillende religies er alleen maar voor dat het steeds weer oorlog wordt. Ik vind het schandalig wat er in naam van God gebeurt. Als we moeten geloven wat er in al die boekjes staat, dan is God juist heel vredelievend.

Ik ben niet gelovig opgevoed, maar dáár ben ik wel van overtuigd: we moeten lief zijn voor elkaar. Het leven is zo voorbij. Als we geluk hebben mogen we zeventig, tachtig jaar oud worden en het is een stuk gezelliger als je die tijd met lieve mensen om je heen kan doorbrengen. Beter dan alles in je eentje doen, net zo lang tot je niet meer kan en dan van ellende neerstorten.

Laatst was de release-party van ons boek, een feestje met vrienden uit de hele wereld, en het was echt heerlijk om met iedereen te knuffelen, om tegen zo veel mensen te kunnen zeggen: ik hou van jou."

In de serie 'tien geboden' interviewt Arjan Visser wekelijks bekende en minder bekende Nederlanders aan de hand van de Bijbelse tien geboden over hun leven, wereldbeeld en religie.

II Gij zult u geen gesneden beeld maken noch enige gestalte van wat boven in de hemel, noch van wat beneden op de aarde, noch van wat in de wateren onder de aarde is

"Het liefst hoorde ik: 'Hé pik, lekker plaatje!' of zo, maar helaas werd ik binnen de kortste keren als een afgod behandeld. Mensen lieten DJ Dano-tattoos zetten, er zijn in de nineties minstens elf Dano's geboren - ik kon daar helemaal niet mee omgaan. Ik ging ervoor op de vlucht. Ik gebruikte lsd, kwam in een werkelijkheid die me veel meer beviel. Ik slikte xtc en ik snoof coke om door te kunnen blijven gaan, maar ook omdat ik me geen raad wist met die beroemdheid.

Alles ging zo hard en zo snel. Ik begon bij een piratenzender en stond in no time in de grootste zalen te draaien. Er waren dagen waarop ik in Barcelona wakker werd terwijl ik toch zeker dacht te weten dat ik in Lutjebroek naar bed was gegaan. Het was ook een geweldige tijd natuurlijk, maar ik ben wel erg blij dat ik sinds een paar jaar in rustiger vaarwater zit. Ik neem nog maar heel af en toe nog een snuiffie en ik drink geen sterke drank meer.

Het enige dat ik niet wil laten staan, dat is mijn biertje. Ik begin om een uur of vijf en ik ga om elf uur slapen. Dan heb ik vijf biertjes op. Dat is nog geen biertje per uur. Eh ja, halve liters, maar ik drink heel rustig. En overdag slurp ik vijftien bakken thee naar binnen. Alles onder controle."

III Gij zult de naam van de Here, uw God, niet ijdel gebruiken

"Als je dan toch een soort van god bent voor je publiek, dan kan je van die status ook gebruik maken en er iets goeds mee proberen te doen. Toen er eind jaren negentig van die extreem-rechtse gasten in de gabberscene opdoken, heb ik samen met Jeroen Flamman (beter bekend als de helft van het duo Flamman & Abraxas - voorheen Fierce Ruling Diva - house-producers van het eerste uur, AV) een clubweekend georganiseerd onder de noemer House Against Hate. Daarmee wilden we laten zien dat we tegen racisme waren, maar vooral duidelijk maken dat het maar over een klein groepje ging, en dat niet die hele scene verrot was.

Het is waar: je hebt een zekere macht als je daar achter de knoppen staat. Ik laat dingen horen waar anderen op gaan dansen. In die beginjaren was de deejay machtiger; wij bepaalden wat het publiek moest horen.

Tegenwoordig lijkt het eerder zo dat wij, om populair te blijven, aan de wensen van het publiek moeten voldoen. Ze staan nu ook allemaal met een mobiel telefoontje voor je neus. Muziek is op zo'n feestje minder belangrijk geworden; het is fashion, zien en gezien worden. Wie op Facebook de meest likes voor z'n filmpje krijgt heeft gewonnen."

IV Gedenk de sabbatdag, dat gij die heiligt, zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen; maar de zevende dag is de sabbat van de Here uw God, dan zult gij geen werk doen

"In mijn toptijd reisde ik van donderdag tot zondag de hele wereld over. Op maandagochtend bracht ik - vaak nog aangeschoten - mijn dochter naar de crèche en ging dan zelf weer even slapen. Daarna boodschappen doen, dochter ophalen, eten, dochter naar bed brengen en 's avonds de studio in om plaatjes te maken. Zo ging het dinsdag en woensdag door tot ik donderdags weer op Schiphol stond.

Het was een moordend schema, maar daar stond ik eigenlijk niet bij stil omdat ik mijn werk met zo veel plezier heb gedaan.

De laatste jaren werkte ik vooral in de bouw en trad ik tijdens de weekenden af en toe ergens op. Ik ben nu zo'n drie jaar met Wieteke, we hebben een zoontje van twee - het is heerlijk om met z'n drieën te zijn. Beetje chillen, lekker hangen, niks doen, back to basics, rust."

V Eer uw vader en uw moeder

"Gerrit Leeflang, die ik sinds mijn derde ken, heeft mij zo fokking goed opgevoed dat ik in zekere zin zelfs op hem ben gaan lijken. Dankzij hem - en mijn moeder Renate, natuurlijk - heb ik een fantastische jeugd gehad.

En dan is er nog die andere man, een biologische meneer, die het leuk vond om met mijn moeder naar bed te gaan maar niet de verantwoordelijkheid wilde nemen voor het resultaat van dat avontuurtje. Zo iemand noem ik geen vader, dat is gewoon een lul.

Ik heb altijd geweten dat hij er was, maar ik ben totaal niet in hem geïnteresseerd. Het schijnt dat hij, toen ik een jaar of zestien was, een keer heeft aangeboden om een financiële bijdrage te leveren. 'Da's goed', zei mijn moeder. Vervolgens hoorde ze niets meer van hem. Hij wilde er niet voor mij zijn, hij heeft nooit iets voor me willen doen - wat moet ik met zo'n loser? Waarom zou ik nieuwsgierig naar hem zijn?

Een paar jaar geleden vroeg Anouk, mijn dochter: 'Wil je dan niet weten waar je vandaan komt? Welke eigenschappen je misschien van hem hebt meegekregen?' Ik zei: 'Nee, dank je.' Zij is toen zelf dingen gaan uitzoeken. Het schijnt dat die eikel Siegfried heet. Hij was - of is nog steeds - balletfotograaf. Nou, prima, succes ermee.

Ik ben niet boos omdat hij me niet wilde kennen, ik ben vooral boos dat hij mijn moeder in de steek heeft gelaten. En nee, ik ben niet gaan optreden omdat ik zo graag door hem gezien wilde worden haha. Moet je horen Arjan, je mag blijven doorvragen wat je wil, maar geloof me: ik heb nul gevoelens bij die man. Misschien was ik wel heel ongelukkig geworden als Gerrit er niet was geweest, maar ik zei het je al: ik heb een goede jeugd gehad en die Siegfried bestaat wat mij betreft niet. Ik heb twee lieve ouders: Renate en Gerrit."

VI Gij zult niet doodslaan

"Als ik niet zo bang was geweest voor injectienaalden, dan was ik waarschijnlijk heroïne gaan gebruiken en had ik nu niet tegenover je gezeten.

Het leek me niet erg om dood te gaan, trouwens. Niet dat ik depressief was - ik vind zelfmoord toch een vorm van zwakte - maar ik had zó hard geleefd dat ik alles wel zo'n beetje had meegemaakt. Vond ik. Toen. Klopt helemaal niks van, maar goed, het was zo'n krankzinnige tijd en die drugs, die kunnen je echt op hele rare gedachten brengen."

VII Gij zult niet echtbreken

"Zullen we eerst duidelijk maken dat we het nu gaan hebben over dingen die twintig jaar geleden zijn gebeurd? En dat ik in de vijftien jaar die ik met Sandra was vooral heel gelukkig ben geweest? Oké.

Ik vind namelijk dat je trouw moet zijn, dat je niet met anderen moet flikflooien, maar ik was in die tijd vaak helemaal wappie van de dope. Sandra vond dat ik teveel gebruikte en om haar na een optreden niet meteen onder ogen te hoeven komen, bleef ik vaak nog een tijdje bij de hoeren hangen. Ja, ook omdat ik geil was. Zelfs als ik bij zo'n hoertje zat, moest ik nog even een snuiffie nemen.

Het ging van kwaad tot erger. Ik werd paranoïde, had bijna geen vrienden meer, mijn ouders wilden me even niet meer zien. Als Sandra en ik ruzie kregen, werd ik agressief. Ik ben een lieve jongen, maar onder invloed heb ik haar wel eens een paar tikken gegeven. Ik heb haar geslagen en bedonderd - geen wonder dat ze me op een dag het huis heeft uitgezet.

Ik heb acht jaar rondgedoold, van het ene naar het andere lekkere wijf, maar eigenlijk was ik gewoon op zoek naar een tweede Sandra. Radeloos, dat kan je rustig zeggen.

In 2013 kwam ik Wieteke tegen. Volgens mij gaat het zo goed tussen ons omdat ze met mijn nukken weet om te gaan. We houden van muziek, we kunnen lekker sparren. En we hebben Jari, zo'n geweldig ventje. Ik weet zeker dat we niet uit elkaar zullen gaan omdat ik me weer eens als een domme, egoïstische klootzak heb gedragen."

VIII Gij zult niet stelen

"Eind 1995 verhuisde ik van Amsterdam naar Huizen. Ik had daar een woning gekocht en dacht: ik verdien nu zo asociaal veel geld, misschien is het een goed idee om eens belastingaangifte te gaan doen. Gij zult niet stelen, weet je wel, maar het draaide erop uit dat ík juist door die gasten werd bestolen.

Er kwam een inspecteur langs, meneer Tax - zo heette hij echt - aan wie ik mijn boekhouding, mijn gigantische platencollectie en mijn studioapparatuur liet zien. Meneer Tax vroeg om bonnetjes. Die had ik niet. Hij vroeg om facturen, maar ik werd ook vaak handje-contantje uitbetaald. Afijn, ik kreeg een aanslag van 340.000 gulden, opgebouwd uit achterstallige belasting en boetes. Bezwaar was niet mogelijk.

Ik heb fouten gemaakt, maar zij hadden geen idee wat ons vak inhield. In plaats van als een dolle achter al die house-dj's aan te gaan, hadden ze ook kunnen zeggen: hou je boekhouding beter bij, bewaar voortaan je bonnetjes enzovoorts. Dan hadden ze veel meer aan mij verdiend.

Nu kreeg ik in één keer een enorme douw waardoor alles in elkaar stortte en ik, letterlijk en figuurlijk, een tijd lang nauwelijks in staat was om mijn werk goed te doen."

IX Gij zult geen valse getuigenissen spreken tegen uw naaste

"Laten we vooropstellen dat ik nooit van plan ben geweest om een boek over mezelf te laten verschijnen, maar toen Arne (Van Terphoven, schrijver van Wat de fok, ouwe? AV) mij benaderde en uitlegde wat hij precies van plan was, heb ik gezegd: oké, maar dan doen we het wel all the way. Niet alleen over mijn aandeel in de opkomst van de Nederlandse dancescene, maar ook over de krankzinnige manier waarop ik toen mijn leven heb geleid. Veel seks, drank en drugs. Veel mensen pijn gedaan, dat ook.

Ik moet je eerlijk zeggen dat ik, vooral tijdens de eerste interviews, soms huilend in Arnes schoot heb gelegen; het was zo pijnlijk om alles op te rakelen. Ik heb hem ook vijf of zes keer opgebeld om de stekker eruit te trekken. 'Steek dat boek maar in je reet, ik kap ermee.'

Het is uiteindelijk toch een prachtig boek geworden, en het heeft ook therapeutisch gewerkt, maar ik ben vooral blij dat nu alles gezegd is. Ik ben openhartig geweest, er is geen woord van gelogen en ik heb niets meer te verbergen. Het is uit mijn kop, weg, klaar. Dat voelt goed.

Het enige waar ik tegenop zag waren vragen van interviewers over mijn agressieve kant. Dat jij bijvoorbeeld zou zeggen: we zitten hier nou wel gezellig te kletsen, Dano, maar eigenlijk ben je natuurlijk een ontzettende klerelijer dat je je vrouw hebt geslagen.

Dat wás ik ook, natuurlijk, maar ik was zo veel meer dan dat. Als je het hele boek leest, kom je daar vanzelf wel achter."

X Gij zult niet begeren uws naasten huis; gij zult niet begeren uws naasten vrouw, noch zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, noch zijn rund, noch zijn ezel, noch iets dat van uw naaste is

"Ik heb per neusgat zo'n beetje twee Mercedessen opgesnoven, dat is best veel maar tegelijkertijd kan je zeggen dat ik door die drugs door kon blijven gaan en mooie muziek op mijn naam heb geschreven.

Wij verdienden in die tijd zo'n driehonderdduizend gulden per jaar. Dat vangen de boys nu zo'n beetje per avond. Als Afrojack zijn Ferrari aan gort rijdt, moet hij daarom lachen omdat 'ie de volgende dag gewoon weer een nieuwe kan kopen.

Ik ben niet jaloers op die jongen. Het waren andere tijden, die kun je niet met elkaar vergelijken. Bovendien: ik hou helemaal niet van Ferrari's. Ik rijd al jaren in een ouwe Peugeot 205. Heerlijk dingetje, rijdt als een trein.

Ik heb domme dingen gedaan, maar ik heb nergens spijt van. Dit is het leven dat ik voor ogen had toen ik als dertienjarig drummertje - dankzij connecties van Gerrit die toen bij De Telegraaf werkte - mijn grote held, Stewart Copeland van The Police ontmoette. Op een dag, dacht ik, ben ik net zo goed en net zo beroemd als jij.

Die droom is in zekere zin uitgekomen. Ik héb in grote zalen opgetreden en ik sta nog regelmatig voor zo veel mensen op het podium. Volgend jaar ga ik naar de Amerikaanse stad Columbia, naar Sint Petersburg en naar Milaan. Ik wil mijn muziek nog altijd delen. Laten horen wat ik kan? Ja. Gezien worden? Eh... wacht even... je gaat toch niet weer over die Siegfried beginnen, hè?"

Daan Leeflang: Ik weet zeker dat we niet uit elkaar zullen gaan omdat ik me weer eens als een domme, egoïstische klootzak heb gedragen.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden