Crowdfunding als alternatief voor ontwikkelingshulp
Ontwikkelingsorganisatie Icco steekt een half miljoen euro in Lendahand, een crowdfunding-site voor projecten in arme landen. Wie meedoet, loopt risico.
Wie wil dat niet, Afrikanen aan schone energie helpen en zelf een flink rendement maken. Zoals die vriendelijke man met zonnepaneel voor een golfplatenhuis in de Facebookreclame van Lendahand. Het crowdfundingplatform belooft investeerders 6,5 procent rente, veel meer dan een spaarrekening biedt. De traditionele ontwikkelingsorganisatie Icco zoekt een nieuwe geldbron en steekt een half miljoen euro in Lendahand. Dat een hoog rendement op een hoog risico wijst, blijkt nu een kredietverstrekker op de Filippijnen in de problemen is.
Sinds 2013 is via het Nederlandse platform 20.750.000 euro geïnvesteerd waarmee bijna tweeduizend ondernemers zijn geholpen. Lendahand werkt in twaalf landen via lokale partners: financiële tussenpartijen die projecten selecteren en het geld daadwerkelijk uitlenen. Dat doen ze aan ondernemers in Zuidoost-Azië, Afrika en Zuid-Amerika die te groot zijn voor microkrediet en te klein voor een bancaire lening, bijvoorbeeld omdat een accountantsverklaring te veel gevraagd is. Het gaat om boeren, rietmandenvlechters, horeca of verhuurders van geluidsapparatuur.
De traditionele ontwikkelingssector houdt dit soort nieuwkomers in de gaten. Ontwikkelingsorganisatie Icco wordt nu de eerste institutionele aandeelhouder van Lendahand en binnenkort verschijnen projecten van Icco Investments op de Lendahand- site. Als partners met ieder eigen kennis gaan Icco en Lendahand samenwerken. Icco heeft een netwerk in ontwikkelingslanden om het nut van lokale investeringen te beoordelen. Lendahand is gespecialiseerd in geld ophalen voor kredieten. Beide organisaties geloven dat armoede te bestrijden is door het midden- en kleinbedrijf te mobiliseren, door te zorgen voor groeikapitaal en ondernemerschap.
Ruim vijftig jaar
Icco heeft ruim vijftig jaar ervaring in het veld, maar werkte nog nooit met individuele donateurs. Het krijgt geld van fondsen zoals Mastercard Foundation, van de EU en de Nederlandse overheid. Financieel directeur Wim Hart: "Subsidies vanuit de overheid lopen terug, de toekomst ligt in het slim verbinden en netwerken. We gaan een strategische samenwerking aan omdat we van Lendahand kunnen leren over internettechnologie, de directe interactie met een crowd die betrokken is bij ons werk." Mensen die geld willen lenen kunnen dat vanaf 50 euro doen via Lendahand in projecten van Icco.
Hart kan het succes van crowdfunding wel verklaren: transparantie. "Investeerders kunnen precies zien waar hun geld terechtkomt. Dat spreekt een jongere doelgroep aan, die goed wil doen, maar niet zomaar geld geeft. De investeerders kiezen projecten waarin ze geloven."
Tekst gaat verder onder de afbeelding
Veel baat
Omgekeerd zegt Lendahand veel baat te hebben bij het internationale netwerk van Icco bij het beoordelen van projecten en partners. Mede- oprichter Peter Stolze: "Het is voor ons ondoenlijk om van tweeduizend bedrijfjes goede bedrijfsgegevens te verzamelen. Eens per jaar of twee jaar bezoeken we een lokale kredietverstrekker en zo'n 25 bedrijven die een lening krijgen. We vragen naar contracten, rentetarieven, de bestemming van de lening, de gecreëerde banen, noem maar op." De jaarrapporten van de tussenfinanciers bevatten vaak de grote lijnen, terwijl uitleners in Nederland details willen over het specifieke project dat ze steunen. Met hulp van Icco, dat in veel landen actief is, moet de risico-analyse verbeteren.
De lokale kredietverstrekkers dekken wisselkoersverliezen af, net als het mogelijke faillissement van een rijstproducent. Dat gaat in de praktijk om 1 of 2 procent van de projecten. Stolze: "Onze investeerders in Nederland lopen pas risico als die lokale partner omvalt. Stel dat leners onderuitgaan door een natuurramp en de bank die verliezen niet meer trekt."
Dit jaar bleek dat de boeken niet kloppen bij een partner op de Filippijnen, NPFC. Stolze: "Die had meer slechte leningen dan verwacht. Het was de eerste partner met wie we ooit in zee gingen, we hadden een band en dat maakt het extra pijnlijk." Deze partij heeft 350 midden- en kleinbedrijven in portefeuille, ter waarde van 3,3 miljoen euro. Begin november liep bij 30 procent van de NPFC-projecten de terugbetaling vijf maanden achter. Bij Lendahand gaat het om 5 procent van het uitstaande vermogen. Uitleners wachten af.
Sociale onderneming
Stolze: "We zijn een sociale onderneming en halen niet meteen de inboedel weg. Het is een delicate balans: hoe meer geld je eruit trekt, hoe moeilijker het is om het bedrijf op de rit te houden. Maar je wilt ook niet worden belazerd." Lendahand is gestopt met het aanbieden van projecten van deze Filippijnse partner. Een nieuw 'managementinformatiesysteem, duidelijke rapportagelijnen en beslissingsbevoegdheden' verbeteren de situatie bij NPFC, zegt Stolze.
Dat een tussenpartij het niet redt, hoort erbij, zegt Wim Hart van Icco. "Zonder risico geen rendement. Zowel Lendahand als Icco is geen keiharde investeerder. We kijken niet alleen naar financieel rendement. Geen zachte heelmeesters, maar ook geen kannibalen." Impact creëren is het hoofddoel, zegt Hart. Zoals elke aandeelhouder deelt Icco mee in opbrengsten van Lendahand.
Het risico ligt vooral bij mensen die geld inleggen. Ambulance-verpleegkundige Casper Roos (55) investeert via crowdfunding-sites als extraatje voor zijn pensioen en om 'minderbedeelden in arme landen te helpen'. Ook bij Lendahand. Na veertien maanden komen nu "de eerste krasjes" op zijn investeringen, zegt hij. Hij heeft 275 euro gestoken in NPFC, de kredietverstrekker in problemen, een deel van het geld heeft hij nu terug. Goed spreiden, dan compenseren de succesvolle projecten hopelijk de missers. "Maar die strategie werkt niet als achter veel verschillende projecten in een land één kwetsbare kredietverstrekker schuilt. Dat is een leermoment."
Niet geven maar uitlenen
Er zijn meer crowdfunding-platforms die zich op het verre buitenland richten, zoals 1%club, Pimp My Village, Wakibi of Kiva. De verwachting is dat deze websites een jonger publiek bereiken dan traditionele hulporganisaties, voor wie vergrijzing onder donateurs een hoofdpijndossier is, zegt Sara Kinsbergen. Aan de Radboud Universiteit doet zij onderzoek naar private ontwikkelingsprojecten, zoals particulieren die een school bouwen in Afrika. Traditionele organisaties zoeken nieuwe strategieën om geld te genereren. "Crowdfunding is voor donateurs aantrekkelijk omdat ze zich aan één project verbinden, in plaats van geld in de grote pot te storten. Dat 'geven' plaatsmaakt voor 'rendement', past in de tijdgeest. Ook in het overheidsbeleid heeft hulp deels plaatsgemaakt voor handel."