Consument kan kunst binnenkort aankopen in een virtuele galerie
Van onze kunstredactie AMSTERDAM - Nieuwe technieken maken een modernere relatie tussen kunstenaar en koper mogelijk. Volgende week lanceert ITT Gouden Gids het 'galerieproject' ArtGuide op Internet.
Doel van ArtGuide is het bij elkaar brengen van vraag en aanbod in de beeldende kunst. Op het net wordt het werk van deelnemende kunstenaars getoond, voorzien van biografische informatie over de kunstenaar en van zijn telefoonnummer of e-mail-adres. Elke deelnemer krijgt zijn eigen homepage. Geïnteresseerde kopers kunnen vervolgens rechtstreeks zaken doen met de kunstenaar. De kunstenaar betaalt voor zijn deelname 75 gulden per half jaar (ex BTW). Voor dat geld kan hij vier kunstwerken tonen. Verkoopt hij in die periode één van de afgebeelde werken, dan mag hij het vervangen door een nieuw werk, wat hem nog eens 50 gulden kost. Andere vormen van provisie zijn niet aan de orde. ArtGuide begint op 17 juni met werk van 50 kunstenaars.
Voor de Gouden Gids betekent ArtGuide een nieuwe loot aan de stam van producten die het bedrijf sinds een jaar op Internet aanbiedt. Behalve uiteraard de bekende papieren gids in digitale vorm, behoren theater-, bioscoop- en concertinformatie inmiddels tot het aanbod. Met het optreden als aanbieder van culturele informatie probeert de Gouden Gids een plek te veroveren in een voor hen nieuw marktsegment. Enkele jaren geleden begon het bedrijf met de Gouden Gidspublieksprijs, een prijs voor de volgens geënqueteerde bezoekers beste toneelvoorstelling van het seizoen.
Ben Steeman van Gouden Gids on-line is niet genegen cijfers of een prognose over de raadpleging van hun site te geven. “We communiceren dat nog niet.” Hij wil alleen kwijt dat er op dit moment 'enkele duizenden bezoekers per dag' zijn. Maar wie weet dat een goed bezochte site dagelijks 30 000 tot 40 000 keer geraadpleegd wordt, beseft dat het realiseren van de target nog ver weg is, zoals ook Steeman moet toegeven. Volgens hem is het ArtGuide-project niet in eerste instantie bedoeld om geld mee te verdienen. “Met ArtGuide voegen we content toe aan onze site. We proberen zo het gebruik van ons aanbod te stimuleren teneinde zo, indirect dus, onze naamsbekendheid te vergroten.”
Voor het peilen van de behoefte onder kunstenaars heeft de Gouden Gids het oor onder meer te luisteren gelegd bij de Federatie van kunstenaarsverenigingen, waarbij veel kunstenaars zijn aangesloten. De Federatie voelde zich, aldus een medewerkster, aangesproken door het initatief omdat de kunstenaar er direct profijt van kan hebben. “Het is niet, zoals bij veel van dit soort databanken het geval is, een passieve verzameling informatie, maar geïnteresseerden kunnen er iets mee. Bovendien hebben onze gesprekken een lagere deelnameprijs voor de kunstenaars opgeleverd; aanvankelijk wilde ArtGuide een bedrag van 250 gulden per jaar vragen, dat leek ons te hoog.”
Eén van die andere databanken is de stichting Kunstkontakt, die medio vorig jaar van start ging. Ging het toen inderdaad om een 'passieve' verzameling, waar informatie over kunstenaars opvraagbaar is, inmiddels bereidt ook deze stichting zich voor op een gang naar Internet. Per 1 juli is dat het geval. Het vorig jaar in deze krant geuite streven van 1000 deelnemende kunstenaars blijkt, volgens directeur Marc Spaan, nog niet gehaald. Het zijn er op dit moment 800. “Maar eind '97 moet de 1600 haalbaar zijn.” De nieuwe aanwezigheid op het Net moet de databank actiever maken, hoewel het anders dan bij ArtGuide de bedoeling is dat Kunstkontakt als intermediair blijft optreden. “Veel mensen hebben toch behoefte aan goede reproducties van het werk, en dat is via het Net niet haalbaar.” Over het tonen van het werk op Internet en het maken van reproducties heeft Kunstkontakt afspraken gemaakt met Beeldrecht, de organisatie die voor aangeslotenen de exploitatie van de rechten verzorgt. Spaan: “Met Beeldrecht zijn we tot de conclusie gekomen dat wij geen uitgever zijn, maar slechts doorgever van informatie in het belang van kunstenaars die ons opdracht geven. We hebben dus toestemming voor dat deel van onze activiteiten. Dat is een interessante ontwikkeling in het gebruik van de nieuwe media.”