Recensie
Come on, Eileen, denk je dan
Van mij hoeft een hoofdpersoon in een roman niet aardig te zijn. Niet mooi, niet geslaagd, niet avontuurlijk zelfs. Dat is Eileen Dunlop ook allemaal niet.
Ze schildert zichzelf als het tegenovergestelde af: een nogal druilerig uitziende jonge vrouw met weinig ambities of doorzettingsvermogen. Waar zou ze de energie ook vandaan moeten halen? Eileen is 24 en zorgt voor haar vader, een paranoïde alcoholist. Aan haar overleden moeder mist ze niet veel. Dan is er nog een baan onder haar niveau in een jongensgevangenis.
“Ik was mezelf niet, beter kan ik het niet verwoorden. Ik was een ander. Ik was Eileen”, laat de Amerikaanse schrijfster Ottessa Moshfegh haar op de tweede pagina van Eileen zeggen. Die regels scheppen een verwachting: in de tussentijd is er iets veranderd. Het kneusje dat we net hebben leren kennen, is uitgegroeid tot … wat, dat weten we nog niet, maar wel iets dat een verhaal rechtvaardigt.
De geschiedenis van de ‘laatste dagen als de boze kleine Eileen’ wordt een halve eeuw later verteld door de vrouw die dan blijkbaar zichzelf is geworden - hoe kan ze anders weten dat ze dat vroeger niet was? Ze schetst de jaren zestig zoals die er óók zijn geweest, ver van het flamboyante New York, de hippies en de Vietnamprotesten. De jaren zestig die vermoedelijk dichter bij het gemiddelde leven staan, waarin de meeste mensen maar wat aanmodderen.
Moshfegh beschrijft dat rommelen in de marge overtuigend. Haar Eileen verstopt vaders schoenen in de achterbak van haar auto. Zo loopt hij niet (al dan niet met getrokken wapen) laveloos de straat op. Het is een van de weinige liefdevolle, beschermende dingen die ze kan bedenken en opbrengen. Het helpt een beetje, maar niet veel.
De auteur legt uit hoe zelfbevestigend een moeizame thuissituatie is: juist omdat je leven een zootje is, ontbreekt het je aan energie om er ‘gewoon’ uit te komen. Er is zelden iets fatsoenlijks te eten bij Eileen thuis. De schimmel staat op de muren. “Ik had een moersleutel kunnen pakken om hier en daar wat aan te draaien, maar net als met de kapotte uitlaat van de auto had ik geen zin om dingen te maken.”
Tekst loopt door onder afbeelding.
Haar onvermogen
Niets menselijks is Eileen vreemd. Haar onvermogen is op zich een mooi onderwerp voor een roman, misschien zelfs louterend voor de lezer die ook maar wat door het leven sloft. Maar dan komt de volgende zin, duidelijk uitgesproken door de Eileen van vijftig jaar later. “Ik zwolg liever in het probleem en droomde van betere tijden.”
Het zijn zulke definities van haar eigen gedrag die maken dat je ‘Eileen’ niet gelooft. De jonge hoofdpersoon oefent voor de spiegel op een gezicht als een dodenmasker. “Ontspannen maar toch met een goedmoedige veerkracht.” Met die gelaatsuitdrukking slaagt ze erin de dagelijkse ellende te ondergaan. Maar blijkbaar is de volwassen Eileen ergens na 1964 een echt mens geworden, ten volle gaan leven.
Ze suggereert herhaaldelijk dat ze de situatie is ontvlucht, onder de mensen is gekomen, alsnog een vervullend bestaan kreeg. Wat dat inhoudt en hoe ze ertoe kwam, blijft onduidelijk.
Moshfegh kondigt om de zoveel pagina’s aan wat we verderop in het boek níet kunnen verwachten. “Dit verhaal gaat niet over hoe vreselijk mijn vader was”, “dit is geen liefdesverhaal”. Ze laat Eileen op vrijwel elke volgende beschreven dag melden dat dit niet zomaar een dag is, ‘geen normale dinsdag’, maar als we aan het eind van een nieuwe drankovergoten avond zijn, was het toch weer ongeveer zoals gisteren en eergisteren. Steeds is er de niet ingeloste suggestie dat er zo dadelijk echt iets grensverleggends gebeurt.
Gaandeweg in het boek kreeg ik steeds hardnekkiger Come on, Eileen in mijn hoofd, de hit van Dexys Midnight Runners, die een heel ander verhaal vertelt dan de roman, maar wel mijn ergernis een soundtrack gaf: kom óp, Eileen. Doe iets, of doe niets, maar val mij niet lastig met het niemandsland daartussenin.
Uiteindelijk doet Eileen wel iets, zelfs iets gewelddadigs, maar het mist, net zoals de rest van haar bestaan, iedere motivatie. Dat mag, het echte leven is vaak vlak en betekenisloos. De 74-jarige versie van de vertelster laat continu doorschemeren dat ze inmiddels beter weet. Maar ook dat is een masker.
Ottessa Moshfegh: Eileen Vert. Anne Jongeling en Onno Voorhoeve. Hollands Diep; 272 blz., € 19,99. Verschijnt 13 maart.