Columnist bekent

GER GROOT

Op 21 juli vorig jaar brak er brand uit in het Parijse hoofdkantoor van de feministische organisatie Femen, bekend om haar protesten met bloot bovenlijf. Nog voordat de brandweer het pand had kunnen doorzoeken wist menige twitteraar de schuldige al aan te wijzen. Dat moest de machistische internationale wel zijn, al dan niet voorzien van baard. Ook onder columnisten bleek dat een populaire overtuiging.

Femen was op dat ogenblik al op haar retour. Dat het brein erachter een weinig vrouwvriendelijke Oekraïener bleek, had de beweging geen goed gedaan. In de Vlaamse krant De Standaard verscheen een undercover-reportage waaruit bleek wat voor een enge sekte de beweging wel niet was. Sindsdien horen we er weinig meer van.

Net zo min als we nog iets gehoord hebben over het politieonderzoek naar de Parijse brand. Aanwijzingen voor boze opzet heeft men kennelijk niet gevonden; anders was het zéker nieuws geweest. En ook de twitteraars en columnisten van toen zijn muisstil gebleven. Een schaarse verontschuldiging over hun overhaasting is mij misschien ontgaan. Meestal lijkt ze te zijn bedekt met de liefdevolle mantel van een volgend opgewonden standje. Daar kun je schamper over doen, maar in columns wordt het eigen gelijk-achteraf al veel te vaak tevreden uitgemeten. Laat ik daarom liever een bekentenis van eigen kortzichtigheid doen - zij het in een ander tijdsbestek en op een heel ander vlak.

Jarenlang heb ik in mijn levensonderhoud voorzien door voor uitgevers leesrapporten te schrijven. Of een buitenlands boek wel of niet een vertaling verdiende was voor hen vaak moeilijk uit te maken, en tijd om het te lezen hadden zij niet. Dat mocht iemand doen wiens oordeel zij vertrouwden.

Zo kreeg ik halverwege de jaren tachtig de roman 'Le camp des saints' van de Franse schrijver Jean Raspail in handen. Europa wordt erin overspoeld door een golf van illegale immigranten die in wrakke bootjes en zwemmend op de kusten afkomen. Ten einde raad legt de overheid haar begripvolle humanisme terzijde en zwicht voor de harde hand. Dat zou, zo impliceert Raspail, wel eens te laat kunnen zijn.

Achteraf gezien was het een profetisch boek - vooral omdat het al in 1973 verschenen was. Zelfs nu nog zou het genadeloze plot ervan wenkbrauwen doen fronsen. In die tijd deed het dat des te meer. Ook mij stuitte 'Le camp des saints' weerzinwekkend tegen de borst. In een uitvoerig rapport legde ik uit waarom het in Nederland niet moest worden uitgegeven.

Daar waren goede redenen voor. Een literair meesterwerk kun je het boek in ieder geval niet noemen. Het heeft de subtiliteit en karakterdiepte van de SAS-thrillers van Gérard de Villiers, naast wiens wereldbeeld Ian Flemings James Bond een bolsjewistische hippie lijkt. In het Nederland van die tijd zou het genadeloos gekraakt zijn.

De uitgeverij - toch al niet bekend om haar controversiële boeken - hoeft zich door mij dus niet benadeeld te voelen. En ook nu nog denk ik dat de rouwdouwersmoraal van het boek een slechte raadgever voor beleidsmakers is. Maar wat ik mijzelf wel kwalijk neem is dat ik het probleem dat zich toen al heel voorzichtig begon af te tekenen niet zag.

Of niet wilde zien. De politieke en morele horizon stond dat niet toe en ik was niet dwars of onverschrokken genoeg om daaroverheen te kijken. Het was voor de columnist die ik geworden ben een harde les: nooit zomaar meepraten met wat iedereen zegt, hoe logisch, gerechtvaardigd of bevrijdend het ook klinkt.

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden