Naschrift
Coen Stork, de ‘rode’ ambassadeur, speelde een bijzondere rol
“Ik heb nu wel een deel van een varken in me, maar ik begin niet te knorren.” Vijf jaar geleden – zijn biografie ‘De rode ambassadeur’ was net klaar – kreeg oud-ambassadeur Coen Stork nieuwe hartkleppen. Hoewel hij nog maar kort in het ziekenhuis lag, had Stork al vriendschap gesloten met de chirurg, de controlerend arts en enkele verpleegsters.
Typisch Stork, zijn leven lang onderhield hij oneindig veel vriendschappen.
Het was een vreemde ervaring, daar in het ziekenhuis. Ineens speelde de alledaagsheid van de ouderdom een rol in zijn leven. In zijn memoires ging het zelden of nooit over het dagelijks leven. Stork vertelde over de twintigste eeuw, waarin hij als ‘rode’ ambassadeur een opmerkelijke rol had gespeeld.
Afgelopen maandag overleed hij, 89 jaar oud.
Blanken
Stork volgde als diplomaat de vuile oorlog in Argentinië. “Vrij snel ontdekte ik dat Argentinië het meest blanke land van Zuid-Amerika is, waar die blanken bijzonder blij mee zijn.” In Madrid botste hij hard met zijn reactionaire baas, toen Franco daar de scepter zwaaide. Kenmerkend voor de sfeer in de buitenlandse dienst vond Stork de eerste werkdag van E.J. Lewe als ambassadeur. Lewe sprak de staf toe: “Maar één ding: nemen jullie op dit moment alstublieft geen voorbeeld aan ons vaderland, waar de miljoenen in het water gegooid worden om de negers met hun tenen te leren spelen.”
Stork wist de tekst van Lewe nog woordelijk op te dreunen. Maar hij herinnerde zich ook haarscherp het vervolg: “Er ging gelach op, niemand protesteerde. Ook ik was niet vlug genoeg van reactie om een opmerking te plaatsen, of flink genoeg om het zaaltje te verlaten.”
Kritiek
In Cuba, waar zijn zoon speelde met de broertjes van Che Guevara, kreeg Stork de bijnaam ‘The red ambassador’. In Nederland werd hij vooral bekend door zijn rol als ambassadeur in Roemenië ten tijde van de val van Ceaușescu. Het dossier dat de Roemeense veiligheidsdienst over hem aanlegde ‘was dikker dan het telefoonboek van New York’ en zijn ambassade in Boekarest was een vrijhaven voor dissidenten. Buitenlandse Zaken was kritisch over zijn optreden. Toenmalig minister Van den Broek sneerde later dat Stork ‘de onbezoldigde verslaggever van de Nederlandse pers’ was.
Stork werd geboren in de sprookjesachtige wereld van de grootindustriëlen van de Stork-fabrieken. Over zijn jeugd in Twente en zijn kunstzinnige moeder vertelde hij net zo graag als over de brandhaarden van de wereld.
Mandela
Van al zijn verhalen waren die over zijn betrokkenheid als jonge diplomaat bij het Rivoniaproces in Zuid-Afrika misschien het indrukwekkendst. Tijdens dat proces, in oktober 1963 aangespannen tegen Nelson Mandela en andere leiders van het Afrikaans Nationaal Congres, zou wellicht de doodstraf worden uitgesproken. In de hoop op een enigszins eerlijke rechtszaak wilde Stork laten zien dat het ‘buitenland’ het proces volgde. Maandenlang bezocht hij de kruisverhoren en de pleitredes van de verdediging. Rechter, aanklager, verdachten en verdediging moesten deze diplomatieke aandacht wel opmerken.
Dat gebeurde ook. Een dag voor het vonnis werd uitgesproken, kreeg Stork via een de advocaten een handgeschreven dankbrief van Mandela. Het is te sterk om te zeggen dat Storks aanwezigheid de doodstraf van Mandela heeft voorkomen. Toch heeft die zeker een remmende invloed gehad op de partijdigheid van het proces. “U moet weten dat we u als een van onze grootste vrienden beschouwen”, schreef Mandela, “en we zijn ervan overtuigd dat u ons volk zult blijven steunen in zijn strijd tegen rassendiscriminatie.”
Hoewel Coen Stork een zeer onorthodoxe diplomaat was, kan de functie van de diplomatie niet beter geïllustreerd worden.