Cobra-voorman wilde vooral niet-intellectueel schilderen

De op 93-jarige leeftijd overleden schilder Carl-Henning Pedersen was lange tijd de belichaming van de eerste lettergreep van de kunstenaarsbeweging CoBrA (Copenhagen-Brussel-Amsterdam). Als langst levende Deense schilder oogstte hij meer roem dan Asger Jorn, oprichter van dit internationale gezelschap van expressieve schilders, ooit heeft vergaard.

Pedersen, in 1913 in Kopenhagen geboren, ’debuteerde’ op 20-jarige leeftijd als auto-didact, schilderend in een abstracte stijl. Toen hij belangstelling kreeg voor niet-westerse culturen en in het Verre Oosten met een bijzondere sprookjeswereld in aanraking kwam, bleek zijn manier van werken goed aan te sluiten bij de opvattingen van Jorn en Constant die ook een niet-intellectueel bepaalde wijze van schilderen voorstonden.

Pedersen werd in eigen land de populairste schilder van de Cobra-beweging en bracht het tot een eigen museum, gevat in een architectuur van glas en keramiek, in Herning op Jutland. Daar liet hij permanent zijn werk zien, vaak gecombineerd met dat van geestverwanten. Het museum is mede vernoemd naar zijn vrouw en schilderes Else Altfelt. Nog vorig jaar bracht het Cobra Museum in Amstelveen een overzichtstentoonstelling van Pedersens werk.