Interview
ChristenUnie bindt de strijd aan met het neoliberalisme
Partijleider Gert-Jan Segers wil de toon van de ChristenUnie aanscherpen. Nederland heeft volgens hem behoefte aan een nieuwe politieke agenda, tegen het neoliberalisme.
Ruim dertig maanden is Gert-Jan Segers nu partijleider van de ChristenUnie. In die 2,5 jaar stak hij al behoorlijk zijn nek uit. Door vanuit de oppositie mee te werken aan akkoorden met de coalitie van VVD en PvdA en door toe te treden tot het vier partijenkabinet met VVD, CDA en - ideologisch gezien aartsvijand - D66.
Tijd om eens rustig na te denken over wat er nu eigenlijk allemaal in die dertig maanden gebeurde, gunt de voormalige directeur van het wetenschappelijk bureau van de ChristenUnie zich niet. Het is wat hem betreft tijd voor de ontwikkeling van een vernieuwde politieke agenda. Er dient snel een antwoord te komen op de volgens Segers snel groeiende onzekerheid in de samenleving. In een essay, geschreven met twee ‘gewone’ partijleden, dat binnenkort verschijnt in Groen, het blad van het wetenschappelijk bureau van de partij, schetst Segers de contouren van die nieuwe agenda. Ook zijn toespraak tot de partijleden op het congres volgende week is hieraan gewijd.
Het neoliberalisme verdient veel steviger tegenspel, is, kort samengevat, de conclusie van Segers. De groeiende onzekerheid van mensen op cultureel en op economisch terrein is de prijs die we betalen voor decennia van liberalisering en steeds efficiëntere, maar ook steeds onpersoonlijkere overheidsdiensten. Segers: “Er is een sterk verband tussen het culturele debat in dit land en het economische. Aan de ene kant is er het debat over identiteit - wie zijn we nu eigenlijk? - en aan de andere kant een debat over toenemende ongelijkheid. Rechts monopoliseert het eerste en links het tweede, terwijl de twee debatten sterk met elkaar verbonden zijn. Daar ligt de kans voor een christelijk-sociale partij als de onze.”
Segers is ervan overtuigd dat om onzekerheid weg te nemen een geheel nieuwe sociaal-economische koers nodig is. “Ik ben geen marxist die stelt ‘als we maar ongelijkheid tegengaan en de onderkant even optillen, dan komt alles vanzelf goed’. Maar een andere economische politiek is wel dringend nodig.
Er is een, wat ik maar noem, ontworteling gaande. Mensen worden onzeker. Je baan kan morgen over de grens verdwijnen. Het belang van een aandeelhouder is belangrijker dan het belang van een werknemer en ga zo maar door. Er is een gebrek aan eigenaarschap: mensen hebben niet meer het gevoel dat hun zorg, hun buurt, echt van hen is. Als we als politieke partij in staat zijn te werken aan herstel van eigenaarschap en kunnen zorgen dat mensen meer zeggenschap krijgen, zal ongelijkheid afnemen en zal ook de meer culturele onvrede verminderen. Ik ben daarvan overtuigd.”
Als er maar een goede sociaaleconomische agenda komt, raakt Nederland op termijn weer uit de problemen?
“Nee, dat is te eenzijdig. We hebben ook een, wat ik dan maar noem, waarden-agenda nodig. We snakken naar het gevoel deel van een gemeenschap te zijn. De grootste tragiek is dat wie geen eigen vermogen heeft, zich bedreigd voelt in zijn bestaan. Wie alleen kan leven van maandsalaris naar maandsalaris, zal ook snel het gevoel hebben dat niemand namens hem het woord voert. Dat niemand voor hem zorgt. We moeten dus ook werken aan meer gedeelde waarden en aan hechtere gemeenschappen. Bijvoorbeeld groepen die zelf hun zorg organiseren of hun eigen energiecorporatie oprichten. Nu voelen mensen zich te vaak alleen staan en zien ze geen andere weg dan stemmen op de politieke uiteinden, waarvan ze heus wel weten dat die uiteindelijk ook het antwoord niet hebben.”
De oplossingen waar u aan denkt zijn wel heel eenzijdig sociaaleconomisch.
“Ik heb mij tot nu toe juist wat mínder uitgesproken over een sociaaleconomische agenda. Ik voer debat na debat over uiterst belangrijke onderwerpen als het belang van de rechtsstaat, de wederkerigheid van vrijheid, de bescherming van minderheden. Dat blijft ook zo. Nu wil ik, in de partij en daarbuiten, ook een debat over de invloed van ongelijkheid op gemeenschappen. Kijk eens naar een bedrijf als Amazon, een wanstaltig voorbeeld. De topman is de allerrijkste man op aarde, terwijl zijn werknemers letterlijk op de werkvloer liggen te slapen tussen de lange diensten door. Dat bedrijf wordt totaal uit elkaar getrokken, zo’n gemeenschap gaat uiteindelijk kapot. Als het belang van de buitenlandse aandeelhouder belangrijker is dan de waarde van jou als werknemer, dan zegt dat iets over de gemeenschapszin van de leiding van het bedrijf. Een hoger salaris en goed onderwijs, het traditionele recept van links, levert nog geen gemeenschapszin op. De werknemer moet weer iets van eigenaarschap gaan voelen en ondervinden.”
Wij hadden de illusie dat het best wel aardig ging in Nederland. U schetst een wel heel somber beeld.
“Laat de feiten op je inwerken. Economisch gaat het goed, maar kijk even een spade dieper. Jongere generaties zijn niet in staat vermogen op te bouwen, ze leven van loonstrookje naar loonstrookje. De kans op werk is groter geworden, maar die generaties weten ook dat als de crisis toeslaat dat loonstrookje niet meer komt. Kijk naar Italië, kijk naar de geopolitieke onzekerheden. Er is zo weer een crisis en als je dan ook geen appeltje voor de dorst hebt, dan is die voorspoed maar zeer betrekkelijk en uiterst kwetsbaar. Je hebt dan niets om op terug te vallen. Er is geen gemeenschap die je opvangt. Je baan verdwijnt zomaar over de grens of het werk wordt overgenomen door een robot. Het is als dansen op de vulkaan. Je bent op een leuk feestje, maar het is o zo kwetsbaar.
“Die toenemende ongelijkheid zit niet alleen in het salaris. Zekerheid is op veel terreinen ongelijk verdeeld. ING is vergelijkbaar met Amazon. De bankwerknemers krijgen er 1,7 procent bij. Op zich mooi. Maar de baas één miljoen. Dat trekt zaken uit elkaar die bij elkaar horen. De ondernemingsraad zou de plek moeten zijn waar dit soort zaken worden besproken en waar iedereen weer bij elkaar komt. Als het niet via de vakbonden lukt - hun legitimiteit staat onder druk - is de OR het alternatief. Soevereiniteit in eigen kring, maar dan in een modern jasje, zou je kunnen zeggen. We moeten zoeken naar wegen om elkaar vast te houden in plaats van ons uit elkaar te laten drijven door een rauw kapitalisme.”
U stelt dat ook het politieke midden hier medeverantwoordelijk voor is. Daar hoort de ChristenUnie bij.
“Waar het kon, hebben we bijgestuurd, maar we moeten de verantwoordelijkheid van mijn partij niet overdrijven. Ja, we hebben eerder in het kabinet gezeten, we hebben plannen gesteund. Ook met mijn partij wil ik scherper zijn op een tendens op een langere termijn. Een voorbeeld? In Nederland zijn we arbeid veel zwaarder gaan belasten dan kapitaal. Ik weet wel, kapitaal is vluchtig, een bedrijf is met één klik met het geld in het buitenland, terwijl jij en ik niet zo snel het land verlaten. Toch zullen we slimmer moeten zijn. Het meest abject is het nog dat je rijk kan worden door grote schulden te maken. Dat kan nooit de bedoeling geweest zijn.
“Ook het politieke midden heeft het hier laten liggen en niet de politieke moed gehad de trend te keren dat winsten maar toenemen en de economie groeit, terwijl de koopkracht grofweg gelijk blijft. Ook het midden werkte hard aan efficiëntere overheidsdiensten, terwijl de burger meer en meer het idee kreeg dat de overheid geen gezicht en luisterend oor meer heeft. Zie de problemen rond het aardgas in Groningen en nu ook met het vlieg-veld Lelystad. De burger ziet: ‘er worden besluiten genomen over ons, zonder ons’. Dat is een politieke tragedie met een enorme prijs: wantrouwen.”
Dertig jaar heeft de burger van de politiek te horen gekregen dat hij zijn belangen moet najagen en dat als hij dat doet de samenleving er ook beter van wordt. U wilt een radicaal einde maken aan dat neoliberalisme.
“Mijn collega Klaas Dijkhoff kan met enig recht op het congres van de VVD zeggen ‘we hebben gewonnen’. We hebben marktwerking toegepast op terreinen waar de markt helemaal niet thuishoort. Met een visie die ervan uitgaat dat de mens altijd en overal rationele beslissingen neemt. Vergeten is dat we ook gemeenschapsdieren zijn. Die geneigd zijn tot het goede, maar ook het kwade. Je moet marktwerking niet volledig loslaten op de zorg. We krijgen sinds de liberalisering van de post drie postbodes aan de deur. Drie onderbetaalde mensen, en niet meer elke dag. En de brievenbus op het platteland is weggehaald.”
“Onder leiding van mijn partijgenoot Roel Kuiper heeft de Eerste Kamer al eens uitgezocht onder welke omstandigheden we nu eigenlijk besloten tot al die privatiseringen. Dat heeft een vervolg nodig. Er zijn geprivatiseerde bedrijven en diensten waar de overheid weer meer te zeggen moet krijgen. Inderdaad, zoals de post.”
Kunt u uitleggen wat u in deze coalitie doet als dit uw agenda moet worden?
“Zelfs in deze combinatie zijn we in staat gebleken bij te sturen. In het regeerakkoord verlagen we de lasten op arbeid, terwijl de lasten op consumptie stijgen. Links protesteerde tegen de BTW-verhoging, terwijl ik zou denken dat bijvoorbeeld GroenLinks dit zou moeten omarmen.
Er wordt een begin gemaakt met de hoognodige energietransitie. Daar was voor de verkiezingen nog absoluut geen zicht op. Sterker nog, mocht blijken dat we onze afgesproken klimaatdoelen van Parijs niet kunnen halen, dan sluit ik niet uit dat we in deze kabinetsperiode het belastingstelsel verder moeten vergroenen. Ik zou dat overigens in ieder geval goed vinden.”
En u laat dat toch al vluchtige kapitaal nog wat vrijer door de dividendbelasting af te schaffen.
“Tja. Er zijn inderdaad ook verliespunten. Maar ook zoveel winstpunten. Meer geld voor gezinnen, een groener belastingstelsel, verlaging van eigen bijdragen in de zorg. Ik wil ook Europa noemen. Op veel terreinen zal Brussel een stap terug moeten doen. Geen bemoeienis met onderwijs of pensioenen. Maar: we hebben Europa hard nodig. De dividendbelasting is eigenlijk een mooi voorbeeld. Bedrijven kunnen zo hun boeltje oppakken en naar een ander land vertrekken. Vanuit Europa bestaat daarvoor nog geen tegenwicht, waardoor die dividendbelasting een factor van concurrentie is tussen de landen onderling. Wat we nodig hebben zijn Europese afspraken, bijvoorbeeld over minimumtarieven in de vennootschapsbelasting.”
Een herwaardering van Europa terwijl uw partij altijd sceptisch naar Brussel kijkt.
“Zeker. Maar de globalisering is nu ook voortgeschreden. We moeten nuchter naar Europa kijken. Brussel is op sommige terreinen echt een zegen. Niet alle problemen kunnen nationaal worden aangepakt. Dat geldt voor het klimaat en migratie, maar zeker ook voor belastingontwijking. Maar wat ik dan weer niet wil, is een eigen belastingheffing door Europa. Dan is de neus van de kameel door de deur en zal binnen de kortste keren de hele kameel in de kamer staan. Dan hebben we een verenigde staten van Europa, zonder draagvlak onder burgers.”
U zet hier een nieuwe koers uit, maar in hoeverre is er binnen de coalitie ruimte voor?
“We voeren loyaal het regeerakkoord uit. Bij alles wat daar niet in is geregeld, zijn we vrij. Dit is de aftrap op weg naar de volgende verkiezingen in 2021. Tot die tijd zullen we bijvoorbeeld met initiatiefwetten komen. Ik denk aan het verruimen van mogelijkheden van ouderen om gezamenlijk voor eigen huisvesting te zorgen of voor mensen om hun eigen energiecoöperatie op te starten.
“Dat zorgt voor betrokkenheid, dat zijn echte gemeenschappen. En ik wil nu al bekijken of er reden is privatiseringen terug te draaien. Over drie jaar hebben we een dwingende agenda. Mijn idealen reiken verder dan deze coalitie.”
Het in het interview genoemde essay is te vinden op de site van het wetenschappelijk bureau van de ChristenUnie.
Lees ook ons eerdere interview met Gert-Jan Segers, over het regeerakkoord
"Het waren zware gesprekken met D66-collega Pechtold, maar ook de mooiste van de afgelopen maanden."