'Christenen en moslims moeten het gesprek zoeken'
Protestanten spreken veelvuldig over moslims. Theoloog Bernhard Reitsma vindt dat ze beter mét elkaar kunnen praten. 'In ontmoeting met moslims groeien christenen in hun eigen opvattingen.'
Achttien jaar geleden reisde Bernhard Reitsma met zijn vrouw en kinderen naar Libanon. De theoloog zou een aantal jaren gaan lesgeven aan een theologisch instituut. Wat hij meemaakte leek in de verste verte niet op wat hij zich had voorgesteld van het land, waar moslims in de meerderheid zijn. Hij zag respectvolle moslims. Zo toonden de gelovigen die hij ontmoette ontzag voor hem als christen. Tegelijk nam hij ook waar dat plaatselijke christenen wel degelijk werden getreiterd door hun moslimburen. Die tegenstrijdigheid riep vragen op. Blijkbaar was de islam niet zo simpel als hij dacht.
Inmiddels geldt Bernhard Reitsma (Amersfoort, 1965) binnen de protestantse kerken als autoriteit op het gebied van de verhouding tussen christendom en islam. De theoloog (Reitsma is bijzonder hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam voor de leerstoel 'De kerk in de context van de islam' en docent aan de Christelijke Hogeschool Ede) tekent de anekdote over Libanon op in zijn boek 'Kwetsbare liefde', dat volgende week verschijnt. Uit de ondertitel ('De kerk, de islam en de drie-enige God') blijkt meteen waar het zwaartepunt van deze theologische studie zich bevindt.
Even terug naar jaren geleden. Welk beeld had u van de islam voordat u zich verdiepte in deze godsdienst?
"Ik had het idee dat de islam een vrij wettische, saaie religie was. In Libanon kwam ik ook mensen tegen die kracht uit hun geloof putten, die er inspiratie uit haalden. Het was veel breder dan ik dacht."
Dit lijkt me het klassieke vooroordeel van de buitenstaander. Zoals u keek naar de islam, zo kijken ook heel wat mensen naar uw geloof.
"Dat ligt er maar net aan wie je het vraagt. Grofweg is dat wel zo, als je van buiten ergens naar kijkt, is het vaak een te simpele voorstelling."
Al jarenlang houden de protestanten zich bezig met de vraag hoe ze zich verhouden tot de islam. Als er in de kerken gesproken wordt over de relatie met moslims, dan is de kans groot dat Reitsma zijn kijk op de zaak komt geven. Zo schreef hij enkele jaren geleden een nota ('Integriteit en respect') die als basis dient voor de visie van Protestantse Kerk in Nederland (PKN) op de islam. De PKN is met twee miljoen leden het grootste protestantse kerkgenootschap van het land. Enkele maanden geleden nog laaide een stevig debat op toen de protestantse kerkleider René de Reuver in deze krant stelde dat de islam "ook een godsdienst is die vrede wil". Ook toen roerde Reitsma zich. Hij riep op om "ondanks de verschillen" het gesprek te zoeken.
Nederlandse christenen hoor je zelden over boeddhisten of vrijmetselaars. Waarom zijn ze wel druk met moslims?
"De islam is in Nederland nadrukkelijker aanwezig dan bijvoorbeeld het boeddhisme of hindoeïsme, dat als eerste. Voor veel christenen speelt de situatie in de wereld ook een belangrijke rol. Je hoort toch veel verhalen over mensen in Irak en Syrië die te lijden hebben onder christenvervolging. Wat ik zelf tegenkom op avonden en in het onderwijs, is dat mensen zich echt zorgen maken over de islam. Christenen verbinden dat aan hun geloof. Ze proberen daar op een gelovige manier over na te denken."
U heeft het in dit verband regelmatig over een 'roeping' van christenen. Wat bedoelt u daarmee?
"Uiteindelijk heeft de kerk te maken met hoe deze wereld in elkaar zit en hoe God deze wereld bedoelt. Dat impliceert dat je niet alleen consumeert, maar dat je je ook verantwoordelijk toont naar die wereld. Namelijk om iets van die christelijke identiteit te laten zien. Vanuit het christendom willen we laten zien hoe de wereld bedoeld is. Dat is roeping."
Waarom zouden christenen anderen, in dit geval moslims, niet gewoon met rust kunnen laten?
"Elkaar met rust laten vind ik op zich wel een mooi beeld, maar je hebt toch een roeping om in deze samenleving met elkaar op te trekken en met elkaar te leven. Als buren, als collega's, op scholen, overal. En uiteindelijk heeft het te maken met het karakter van religie. Het geloof is wat anders dan een voetbalvereniging of een andere club. Religie is niet: ik ga naar de Albert Heijn en jij naar de Plus. Religie heeft te maken met je fundamentele bestaan, met je wezen, met wie je bent. Voor de seculiere maatschappij is dat tegenwoordig lastig om te begrijpen. Zo zijn voor veel mensen orthodoxie - ergens pal voor staan - en extremisme hetzelfde."
Is dat niet de kern van het probleem, religies die onverzoenlijk tegenover elkaar staan?
"Zowel islam als christendom heeft aspiraties om macht te hebben. Waar geloof zich verbindt met macht, dus het institutionele gezag, daar zie ik het wel snel mis gaan. Dan gaat het namelijk al snel om de vraag: wie is er hier de baas. Daar verschil ik bijvoorbeeld ook van de SGP, die toch wel dicht tegen een theocratisch ideaal aanschuurt."
'De islam daagt de kerk uit te verwoorden wie zij is en wat zij gelooft', schreef u een paar jaar geleden. Heeft het nadenken over de islam wel met echte belangstelling voor andersdenkenden te maken? Of is het bedoeld om het eigen geloof te versterken?
"Kijk, de roeping van christenen ligt in de eerste plaats daarin dat je moet proberen je identiteit, dus wat je als christen gelooft, vorm te geven in de relatie tot de ander. Dat betekent niet dat je je eigen opvatting oplegt aan anderen, wel dat je tijdens een ontmoeting met een ander deelt wat je gelooft, en dat je groeit in je eigen opvattingen. In elke nieuwe situatie leer je weer meer over de rijkdom van je eigen traditie en je eigen identiteit. Je kunt dus niet zonder die ander bepaalde elementen van die identiteit laten ontplooien."
Wat bedoelt u met 'christelijke identiteit'?
"Wat mij betreft gaat het er in de eerste plaats om wie Jezus Christus is. Bij hem zie ik hoe God het leven bedoeld heeft en hoe het hij leven herstelt. Daar zie ik dus grote verschillen tussen islam en christendom (de christelijke kerken leren dat Jezus Gods zoon is, volgens de islam is Jezus een profeet, red.). Daar kan ik niet van afwijken. Je kunt het niet met God op een akkoordje gooien, zo van: we doen een beetje meer van mijn God en een beetje minder van de jouwe."
Reitsma verduidelijkt zijn standpunt aan de hand van een voorbeeld. Met een groep studenten was hij een tijd geleden te gast bij de Islamitische Universiteit in Rotterdam. De openingsspeech, vertelt Reitsma, begon met de woorden: 'Jullie geloven niet dat Mohammed de profeet is en wij geloven niet dat Jezus Gods zoon is, daarom ontmoeten we elkaar.' Reitsma: "Dat vind ik mooi. Niet vaag doen, alsof het allemaal een pot nat is, maar duidelijkheid. We hebben verschillende posities, daarom willen we elkaar ontmoeten. Het gaat om de vraag wie Jezus Christus is." Even later merkt hij op: "Beiden verlangen wel dat de één moslim wordt en de ander christen. Toch zeg ik niet gelijk dat het christendom goed zit en de islam niet."
Het christendom is een missionaire godsdienst. Staat dat niet op gespannen voet met de uitspraak dat u niet wilt zeggen: 'Wij zitten goed en zij fout'?
"Dat is de grote spanning, denk ik. Aan de ene kant geloof ik toch echt dat God in Christus heeft laten zien wie hij is, en moslims zeggen dat dat anders is. Tegelijkertijd zoeken we ook verbinding, een manier om met elkaar samen in deze wereld te staan en ook samen te bespreken wie God is. Dat lijkt me essentieel. In het verleden hebben we natuurlijk heel vaak de antithese gezocht: Ik heb gelijk, dus moet jij geloven wat ik geloof. Er zullen christenen en ook moslims zijn die dat nog steeds willen. Ik geloof dat God mensen de vrijheid geeft om eigen keuzes te maken. Dat is voor mij een basishouding, waarmee ik zeg: 'Oké, ik vind het pijnlijk dat jij Christus niet leert kennen en ik zou het belangrijk vinden dat jij hem zou gaan volgen', maar uiteindelijk kan ik alleen maar vertellen wat hij voor mij betekent en kan ik proberen te laten zien wat dit in mijn concrete leven inhoudt."
Christenen praten heel veel over moslims. Praten ze wel genoeg mét moslims?
"In verhouding tot wat we allemaal over de islam zeggen: nee. Er wordt te weinig met elkaar gesproken. Je hoeft het niet te forceren, maar als je toch in een omgeving woont waar veel moslims wonen, dan is het niet meer dan normaal, lijkt me, dat je contact hebt."
Over Bernhard Reitsma
Bernhard Reitsma is bijzonder hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam, docent aan de Christelijke Hogeschool in Ede en predikant in Zeist. Tussen 1998 en 2005 was hij namens de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) als docent aan diverse christelijke onderwijsinstellingen werkzaam in Libanon. Na terugkomst werkte hij een aantal jaren als directeur bij een studiecentrum van Open Doors, een organisatie die christenvervolging in kaart brengt. Reitsma studeerde theologie in Kampen, Apeldoorn en Utrecht. Hij promoveerde in Leiden.
Vrijdagmiddag 19 mei houdt de Christelijke Hogeschool Ede een symposium over het boek. Met onder anderen SGP-fractievoorzitter Kees van der Staaij en de Rotterdamse imam Azzedine Karrat.