Chemnitz is geen nazistad, woede is er wel
Het is onrustig in de Duitse stad Chemnitz sinds daar een inwoner werd doodgestoken en twee asielzoekers werden opgepakt. Extreem-rechts grijpt het voorval aan om uit te halen naar alle 'buitenlanders'.
Het begon met vijf messteken. Op 25 augustus, in de Saksische stad Chemnitz (247.000 inwoners). Een 35-jarige Duitser van Cubaanse komaf overleed niet veel later. Het gerucht ging: migranten staken hem dood omdat ze een vrouw wilden verkrachten en hij haar beschermde - dat laatste klopt volgens de politie niet. Wel worden een Syrische (23) en een Iraakse (22) asielzoeker verdacht.
Sinds die messteken is het in Chemnitz niet meer rustig. Zo'n 1000 (extreem-)rechtse demonstranten verzamelden zich zondag bij de 'Nischl', zoals de 7 meter hoge kop van Karl Marx in het centrum in de volksmond heet. Mensen joegen op 'buitenlanders'. De dag erop kwamen ruim 6000 mensen naar een 'treurmars' van de rechts-populistische partij Pro Chemnitz en raakten slaags met een linkse tegendemonstratie - de politie bood nauwelijks bescherming.
Hooliganclubs
"Toen ik de hooligans zondag achter migranten aan zag rennen, was ik geschokt", zegt Matthias Birken (28), scheikunde-promovendus aan de technische universiteit van Chemnitz. Hij staat op de Brückenstraße, een weidse straat met een tramlijn en zakelijke, kale gebouwen, vele nog uit de DDR. Iets verderop is de plek waar de moord plaatsvond. Rond een cirkel van bloemen en kaarsen staan of zitten twintig mensen, de sfeer is ingetogen.
"Ik dacht: het wordt hier steeds erger met de nazi's", vervolgt Birken. "Rechts is heel sterk in Chemnitz, dat valt niet te ontkennen. Maar niet heel Chemnitz is zo. De meerderheid zegt niet: 'Alle buitenlanders eruit'. Ze willen alleen wel dat die zich gedragen."
Wie door de stad loopt, merkt hoe inwoners heen en weer geslingerd worden tussen woede over de moord, woede over de (extreem-)rechtse demonstranten, en woede over de media, die volgens hen alleen over de neonazi's praten, niet over de asielzoekers die een Chemnitzenaar doodstaken. "Dit is slecht voor de stad", zegt Ingrid Dathe (75), gepensioneerd econome, op boze toon. "Heel slecht. We zijn nu de 'nazistad' geworden."
Dat is niet terecht. De neonazi's, hooligans en rechtse schreeuwers kwamen uit heel Saksen en omliggende deelstaten naar Chemnitz. De Saksische veiligheidsdienst telde zo'n 2000 rechts-extremisten en zag kopstukken van alle bekende radicale clubs uit de omgeving. In Chemnitz heeft de dienst weet van 150 tot 200 rechts-extremisten. Die 'harde kern' heeft een breed netwerk. Ze organiseren zich niet via de klassieke neonazipartijen, maar via hooliganclubs, muziek- en vechtsportverenigingen, en via sociale media.
Chemnitz is geen 'nazistad', maar helemaal los van Chemnitz kun je de gebeurtenissen ook weer niet zien, zegt Matthias Gabler (46), verslaggever bij Radio Chemnitz van omroep MDR, geboren en getogen in de stad. Bij de protesten zag hij ook veel 'normale' inwoners. Die meelopers, die zeggen iets over de stad: er is een voedingsbodem voor anti-immigratieprotesten, stelt hij. "Mensen zijn boos en ontevreden. Een zin die je veel hoort: 'Hier gaat iets mis."
Rondhangende mannen
"Mensen voelen zich overrompeld", zegt historicus Frank-Lothar Kroll van de Technische Universiteit Chemnitz. "Opeens kwamen er velen bij met andere culturen." Mensen met een migratieachtergrond vormen 8 procent van de bevolking (gemiddelde in Saksen: 4,2 procent.) Dat zijn 20.000 mensen, van wie 6100 vluchtelingen. Twee jaar geleden waren er 3700 vluchtelingen.
Vooral in het centrum valt hun aanwezigheid op: mensen met een Arabisch uiterlijk, vrouwen met hoofddoek, enkele Afrikanen. Voor de Chemnitzenaren is dat wennen, vertelt Kroll. "Er is een traditie van gastarbeiders, in DDR-tijden kwamen ze uit socialistische 'broederlanden' als Vietnam en Mozambique om in de fabrieken te werken. Maar dat is lang geleden, het voelde anders."
Groepjes rondhangende mannen met een buitenlands uiterlijk geven velen een onveilig gevoel, zegt journalist Gabler. Er ís ook overlast. Hij wijst naar het parkje aan de overkant van het Karl Marx-monument. "Dat is sinds 2015 de hotspot geworden voor drugshandel en het lukt de politie niet dat in de greep te krijgen. Op de politie is de laatste jaren ook veel bezuinigd."
Die overlast is iets waar bijna iedereen in Chemnitz over begint. Uit cijfers van de gemeente blijkt dat de criminaliteit in het centrum na 2015 inderdaad steeg, met name straatcriminaliteit: roofovervallen, drugs. '70 procent van de misdaden werden door buitenlanders gepleegd', vermeldt een politiebericht uit april 2017. "De situatie is veranderd", sprak diezelfde maand burgemeester Barbara Ludwig (SPD). "Men kan niet meer onbezorgd door de binnenstad gaan."
Verbittering
De stad riep een extra politie-eenheid in het leven en investeerde in videocamera's. "Kijk, daar hangen ze", wijst Gabler naar drie camera's bij een tramhalte. "Volgende maand moeten ze in werking treden. Het wordt tijd."
Of meer veiligheid de stemming keert, is ondertussen de vraag. De anti-buitenlandersstemming heeft diepere oorzaken, zegt historicus Frank-Lothar Kroll. Hij wijst op de armoede, het gevoel van veel Chemnitzenaren achter te blijven op de rest van Duitsland. "Lonen en pensioenen in het voormalige oosten liggen nog altijd lager dan in het westen. Kijk om je heen in Chemnitz. Er is geen geld. Mensen dragen geen dure kleren, ze gaan niet uit eten. Restaurants zijn er nauwelijks, een paar ketens en zelfs daarvan zitten de terrassen niet vol."
Chemnitz is de derde stad van Saksen, na Dresden en Leipzig. Een industriestad, beroemd om zijn textiel en machinebouw. In de DDR werd ze omgedoopt tot Karl-Marx-Stadt: een uithangbord van de jonge socialistische staat. Toen kwam de 'Wende' - het einde van de DDR en de aansluiting bij West-Duitsland in 1990. Kroll: "In drie jaar tijd verloor 90 procent van de textielwerkers en 80 procent van de machinebouw-werkers hun baan. Bedrijven die gered hadden kunnen worden, werden afgebroken. Dat leidde tot verbittering, een gevoel verliezers te zijn."
De stad kwam in een neerwaartse spiraal. "Rond 2000 was het dieptepunt. Sinds die tijd is er een heel kleine opleving", vertelt Kroll. Er komt weer wat industrie terug, er is meer cultuur, woningen worden opgeknapt. Lag de werkloosheid in 2006 nog boven de 18 procent, nu is die 7,3 procent - nog altijd hoger dan het gemiddelde in Oost-Duitsland (6,8 procent) en Duitsland als geheel (5,3), maar toch.
Sinds enkele jaren krimpt de stad ook niet meer, hoewel dat vooral door de komst van de vluchtelingen lijkt te komen. De krimp was enorm na de Wende. In de jaren tachtig had de stad meer dan 320.000 inwoners, nu minder dan 250.000. Jongeren trokken weg, en dat doen ze in meerderheid nog steeds. De gemiddelde leeftijd daalt iets, maar ligt met 48 jaar nog steeds boven Dresden en Leipzig (43). Waar die opbloeien, sukkelt Chemnitz er een beetje achteraan. Hier geen historische binnenstad (volledig weggebombardeerd) of bloeiend cultureel leven, niets 'boomt' hier, niks is hip. Toeristen mijden de stad. Er hangt iets troosteloos over de straten.
Gabler loopt langs betonnen prefab-flatgebouwen uit de DDR, waar de stad ooit vol mee stond. Hij wijst naar de glimmend witte raamkozijnen. "Deze zijn gerenoveerd. Vele anderen zijn afgebroken, mensen wilden er niet meer wonen. Chemnitz is een beetje op zoek naar zichzelf. Dit is geen stad van jammeraars, hoor. Men zei altijd: 'In Leipzig wordt gehandeld, in Dresden gefeestvierd en in Chemnitz gewerkt.' Chemnitzenaren praten niet graag. Het zijn aanpakkers."
Alles gratis
Volker Bermann (64) laat op een veldje tussen DDR-flats zijn hondje Susi uit. Hij werkt bij een postsorteerbedrijf, draait nachtdiensten. Volgend jaar gaat hij met pensioen. Dan krijgt hij 850 euro in de maand. Alleen al aan huur is hij 500 kwijt. Veel pensionado's om hem heen werken nog steeds, ze hebben bijbaantjes waar maximaal 450 mee te verdienen valt, de zogeheten 'minijobs'. "Tijdens mijn nachtdiensten bij de post zijn er ook een stuk of tien vrouwen van in de zeventig."
"Veel ouderen zijn gefrustreerd", vertelt hij. "We hadden liever de DDR gehouden. Ja, nu mogen we overal heenreizen. Maar als je geen geld hebt, kun je dat toch niet." Hij snapt, zegt hij, dat mensen in Chemnitz het niet zo hebben op de 'buitenlanders'. Heeft hij ook niet. "Ze krijgen geld, alles gratis. Wij moeten werken, wij krijgen niks cadeau. Maar wat doe je ertegen. We moeten het nemen zoals het komt." Dat is een zin die hij vaker gebruikt. Hij haalt zijn schouders op.
Waar Chemnitzenaren klagen over de 'buitenlanders', klagen die op hun beurt over de Chemnitzenaren - bij haast iedereen hoor je over racisme. Neem Tamer Sras (34), docent Arabisch uit Homs, en zijn vrouw Rama Allababid (24), die in Syrië IT studeerde - ze hebben een flatje in het centrum. Sras, relativerend: "Overal heb je goede en slechte mensen." Allababid: "Mijn buurvrouw gaf me zondag bloemen."
Maar het liefst zouden ze morgen vertrekken. Sras: "Naar elke andere stad in Duitsland, het maakt me niet uit." Vooral Allababid, die een hoofddoek draagt, vindt het niet leuk in Chemnitz. Loopt ze alleen over straat, steken mensen een middelvinger naar haar op, zegt ze. In drogerij Rossmann werd ze laatst geslagen door 'een oude vrouw van misschien wel tachtig', of nu ja, het was meer een heel harde duw, zegt ze. "Als ik mensen groet, krijg ik nooit een groet terug."
Lees ook:
Ontzetting in Duitsland: de Saksische politie heeft geen grip op extreem-rechts
Dat zeshonderd politie-agenten de situatie in Chemnitz maandagavond niet de baas konden, stuit in Duitsland op onbegrip en verontwaardiging.