Celstraf voor eerst trouwen in de kerk
Wie een religieus trouwritueel wil laten voltrekken, moet volgens de wet eerst in het gemeentehuis trouwen. Waar bemoeit de overheid zich mee, vragen principiële critici zich af. ,,We hebben toch godsdienstvrijheid?'' De meeste kerken vinden het wel handig zo, en laten liever alles bij het oude. Maar sommigen bedanken voor de eer van een instituut dat nu homo's binnenlaat.
Artikel I:68 van het Burgerlijk Wetboek stelt: ,,Geen godsdienstige plechtigheden mogen plaats hebben, voordat partijen aan de bedienaar van de eredienst zullen hebben doen blijken, dat het huwelijk ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand is voltrokken.'' De pastor, dominee, imam of new age-goeroe die deze wet overtreedt wordt gestraft met een geldboete van 5000 gulden, op herhaling staat twee maanden gevangenisstraf, voegt artikel 449 Wetboek van Strafrecht eraan toe.
,,Gelovigen kunnen net als niet-gelovigen fiscale, principiële of andere redenen hebben om af te zien van een burgerlijk huwelijk'', stelt M. Peeters, initiatiefnemer van een petitie tegen deze 'ernstige vorm van discriminatie op grond van godsdienst'. ,,Het feit dat het burgerlijk huwelijk verplicht is, 'meelift' op de waarde van een kerkelijk huwelijk, is principieel onjuist. Het is absurd dat de staat zulke eisen stelt aan het ontvangen van een sacrament van de kerk, en in strijd met het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens.''
De rooms-katholieke kerk en de Samen op weg-kerken zouden het liefst alles bij het oude laten. De overheid erkent tegenwoordig een aantal juridische vormen om relaties vast te leggen - naast het huwelijk is er het samenlevingscontract en de partnerregistratie. Maar deze kerken erkennen nog steeds alleen het formele huwelijk als basis voor een kerkelijke huwelijksinzegening.
,,Wie zijn relatie alleen laat registreren, kan niet in de kerk trouwen,'' stelt de hervormde kerkrechtdeskundige dr. P. van den Heuvel. Hij is nauw betrokken bij het opstellen van een nieuwe kerkorde van de Samen op weg-kerken. ,,Zo iemand zal een kerk moeten vinden die gebruik maakt van de door de kerkorde geboden mogelijkheid tot het inzegenen van andere dan huwelijkse relaties.'' Zo'n ritueel mag uitdrukkelijk geen huwelijk heten, bezweert hij. ,,Een echte huwelijksinzegening in de kerk kan alleen volgen op een echt huwelijk bij de overheid.''
Volgens Van den Heuvel hebben de Samen op Weg kerken helemaal geen moeite met het verbodsartikel van de overheid - inclusief de straffen. ,,Wie zich aan de wet houdt, hoeft ook niet bang te zijn voor straf.''
,,De hervormde kerk heeft er altijd voor gepleit dat het huwelijk door de overheid wordt geregeld. Voor de protestanten is het eigenlijke huwelijk dat van de overheid. De kerk voegt daar alleen een zegening aan toe. Bij de rooms-katholieken is het huwelijk een sacrament, het burgerlijk huwelijk maar een formaliteit. Om de instelling van het burgerlijk huwelijk te beschermen tegen ontduiking vanuit katholieke kring waren die sanctiebepalingen nodig, al doet het tegenwoordig wat antiek aan.''
Dr. S.C. van Bijsterveld van de KU Brabant erkent dat de twee wetten steeds meer aan functie hebben ingeboet. Volgens Van Bijsterveld, die ook secretaris is van het CIO, het overlegorgaan van de kerken met de overheid, blijft het echter een 'gerechtvaardigde inperking van de godsdienstvrijheid'. ,,Het moet immers niet zo zijn dat mensen die een kerkelijk huwelijk sluiten in verwarring komen over de vraag naar de juridische status van dat huwelijk. Dat geldt ook tegenwoordig weer, nu er veel meer getrouwd wordt met partners uit landen waar kerkelijk en burgerlijk huwelijk samenvallen.''
Om dezelfde reden verdedigt het CDA de oude regeling. Fractiewoordvoerder C. Ross-van Dorp: ,,Dit is niet alleen traditie, maar ook om chaos te voorkomen. Wanneer mensen wel voor de kerk zouden trouwen, maar niet voor de overheid, is het huwelijk bij de overheid niet bekend en zouden dus grote juridische problemen kunnen ontstaan bijvoorbeeld bij een echtscheiding.''
Petitie-opsteller Peeters wijst dit argument van de hand. ,,De voorgangers van een religieus huwelijksritueel kunnen paren toch duidelijk zeggen dat dit ritueel geen juridische consequenties heeft?''
,,Tegenwoordig worden er in allerlei katholieke basisgemeenten voortdurend huwelijken ingezegend,'' zegt de vooruitstrevende pater J. van Kilsdonk. ,,De pastores vinden het geen punt dat deze huwelijken volgens de bisschoppen niet erkend zijn, en zij vragen zich al helemaal niet af of iemand wel eerst wel op het stadhuis is getrouwd.'' Volgens de 83-jarige Van Kilsdonk, die vanuit een grote ervaring spreekt, hertrouwen veel gescheiden katholieken in een basisgemeente. Officieel is binnen de rk kerk zoiets een een moeizame procedure. ,,Deze kerk heeft op dit punt gewoon geen klandizie meer.''
De diversiteit aan religieuze groeperingen in Nederland is de laatste dertig jaar heel groot geworden, en daarmee ook het aantal trouwrituelen. Dat maakt het voor de overheid wel erg lastig om te bepalen welk ritueel een huwelijk genoemd kan worden en welk niet. Sinds 1994 is er dan ook niemand meer op grond van deze artikelen vervolgd. De wet wordt volgens het Openbaar Ministerie zelfs 'op grote schaal overtreden', vooral door inzegening van homo- en zogenaamde aow-huwelijken. Voor de wet ongehuwd blijven en niet samenwonen voor de dubbele ongehuwden-aow.
Ook de katholieke jurist mr. M. van Mourik vindt dat de wetsartikelen moeten worden afgeschaft. ,,Waar bemoeit de wetgever zich eigenlijk mee,'' vroeg hij zich af in het Katholiek Nieuwsblad. Volgens Van Mourik zijn de artikelen in strijd met de vrijheid van godsdienst. ,,Ik adviseer dan ook van harte om de artikelen I: 68 en 449 aan de laars te lappen.''
Van Mouriks advies vindt vooral gehoor bij conservatieve katholieken. De wettelijke erkenning van het homohuwelijk is voor hen reden om niet meer bij de overheid te willen trouwen. Ook de petitie-actie van Peeters tegen de twee wetsartikelen wordt geïnspireerd door afkeer van het homohuwelijk. ,,Voor vele christenen is het een aanwijzing te meer dat het wettelijk instituut van het huwelijk geen christelijke inhoud meer heeft.''
Van Mourik begrijpt wel waarom er door de kerkelijke gezagsdragers niet moeilijk wordt gedaan over een tegenwoordig archaïsch overkomende wet. ,,De kerken vinden de bestaande situatie wel handig. Voor de pastoor is het ondoenlijk na te gaan hoe het is gesteld met de burgerlijke staat van de gegadigden voor een kerkelijk huwelijk. Hij vindt het wel prettig dat de ambtenaar van de burgerlijke stand zorgvuldig nagaat of iemand bevoegd is te huwen.'' Wie weet is een kandidaat nog met een ander in de echt verbonden. ,,Men leunt op de schouders van de ambtenaar van de burgerlijke stand. Een belangrijk principe wordt daardoor echter verkwanseld.''
,,Een huwelijk heeft een heel andere emotionele lading dan een relatie'', zegt de hervormde dominee N.C. Smit uit Warmond beslist. ,,Een huwelijk heeft iets definitiefs, een relatie iets vrijbuiterigs.'' Wie op het stadhuis een samenlevingscontract afsluit is niet welkom voor een trouwdienst bij Smit, zegt hij zuinig. ,,Ik kan daar hoogstens een zegen over uitspreken.''