Interview
Cees Nooteboom: Er zit iets irrationeels in Spanje dat mij ertoe aantrekt
Steden die als eilanden in het land lagen en een taal die mooi was maar ook hard, trokken schrijver Cees Nooteboom al lang geleden naar Spanje, waar hij nu bezorgd toeziet.
Probeer uit de wereld weg te blijven, en de wereld haalt je in’, schrijft Cees Nooteboom in ‘533: Een dagenboek’ (2016), opgetekend op Menorca waar hij al decennia een huis bezit. Toen de schrijver (85) halverwege juni met zijn vrouw Simone Sassen bepakt en bezakt de jaarlijkse terugtocht naar het eiland per veerboot ondernam, voer juist migrantenboot Aquarius langs.
Een treffend beeld voor Nootebooms worsteling tussen zijn toenemende innerlijke afstand tot het wereldnieuws en de aanhoudende aantrekkingskracht daartoe.
In zijn schrijfstudio achterin de weelderige tuin vol cactussen liggen keurig opgestapeld een paar boeken over dictator Mussolini. “Ik wil eens kijken hoe dat toen allemaal verliep”, zegt Nooteboom, die enige samenhang vermoedt tussen de opkomst van het Italiaanse fascisme destijds, en de pas aangetreden populistische regering in Italië die de Aquarius, met vele uit zee opgepikte migranten weigerde.
Toen Nooteboom als tiener door Europa liftte, dacht hij nog even dat Italië zijn nieuwe thuis zou worden. “Maar toen kwam Spanje. Ik herinner me die steden die als eilanden in dat enorme land lagen met een taal die eigenlijk helemaal niet zo welluidend klonk. Die was wel mooi, maar ook hard. Toch had ik het gevoel dat Spanje meer met mij te maken had dan Italië. Dat zijn geheimzinnige dingen die moeilijk rationeel te verklaren zijn.”
Catalonië
Iedere ochtend luistert Nooteboom trouw op zijn Ipad naar de Duitse radiozender SWR2 om in twintig minuten te worden bijgepraat. “Dat Duitse nieuws is heel serieus”, zegt hij geamuseerd, “ik voel mij er nog niet boven verheven, maar ik heb ook ontzettend vaak een déjà vu-ervaring. Alsof niemand ooit iets van de geschiedenis heeft geleerd. Het zijn rare golfbewegingen.”
In Spanje kwam met het onafhankelijkheidsstreven in Catalonië de afgelopen maanden weer een golf van formaat op. Uitgerekend nu het land dit jaar viert dat veertig jaar geleden de democratische grondwet een einde maakte aan de Franco-dictatuur, is het alsof onverwerkt zeer uit Spanje’s donkere verleden zich nu weer wreekt.
Afgelopen najaar, aan de vooravond van de grondwetsviering, ontvlamde het al een paar jaar smeulende kruitvat Catalonië. Nooteboom zag met verbijstering hoe de separatistische Catalaanse regioregering een verboden onafhankelijkheidsreferendum toch door liet gaan en later zelfs de republiek Catalonië uitriep met de diepste politieke crisis sinds de transitie tot gevolg.
De Spaanse agenten uit het zuiden, ‘boerenjongens’, tegenover de ‘vrijgevochten Catalaanse studenten’ op de referendumdag: Nooteboom vond het een fascinerend beeld, maar veel sympathie voor de separatisten kan hij niet opbrengen. “Voor Don Quichoterie hoef je blijkbaar geen Castiliaan te zijn”, grapt hij. “Ook al kost het veel geld, gaan de banken en de toeristen weg, dit moest blijkbaar doorgedrukt worden. Ik heb de Catalanen nooit als underdog kunnen zien. Ze zijn rijk, welvarend en redelijk succesvol.”
Het ‘slachtofferschap’ van de Catalanen, nadat de politie met de wapenstok ingreep, vond hij volkomen overtrokken. Al heeft hij evenmin sympathie voor Madrid dat in plaats van politici, rechters de crisis liet bezweren.
Bezorgd
Nooteboom voelde de noodzaak zich in de media veelvuldig over de kwestie uit te spreken. “Ik had het idee dat Spanje werd aangevallen. Het is een oude Europese beschaving, dat gaat mij aan het hart. Bij mij komen twee dingen samen. Ik geloof écht in Europa en dan vind ik het vervelend, om maar een heel lullig woord te gebruiken, als dat steeds verder afbrokkelt. Want hoe je er ook naar kijkt, Catalonië functioneert toch weer als een nieuwe splijtzwam.”
Hoewel het er nu relatief rustig is, is Nooteboom nog steeds bezorgd over het Catalaans nationalisme. Een vriendin van de schrijver die laatst medische noodhulp nodig had in een ziekenhuis in Girona kon daar alleen met Catalaans terecht, Spaans en Engels werden niet geaccepteerd.
“Catalaanse vrienden zeggen mij dat Catalonië nooit onafhankelijk zal worden. Maar ik vraag mij echt af hoe dit afloopt. Als ik doordenk en over mijn eigen tijd heen kijk, komt het wel weer goed tussen Spanje en Catalonië. Maar dan is het misschien te laat en is er toch een onregeerbaar landje ontstaan. Want de separatistische partijen zijn onderling ideologisch verdeeld en de helft van de Catalanen wil helemaal geen onafhankelijkheid.”
Nooteboom windt zich erover op dat ook de Catalaanse separatisten constant het Francoverleden van stal halen om Madrid te bekritiseren. “Of je het nu eens of oneens bent met Rajoy, hij was géén Franco”, zegt Nooteboom, die wel sympathie heeft voor de wat ‘saaie’ onlangs afgetreden conservatieve Spaanse premier.
“Waar haalt die jongere generatie die woede over de dictatuur vandaan? Jazeker, het is geërfde woede, maar ook zeer veel opgeklopte woede!”
Liftend door dictatoriaal Spanje
Nooteboom zag dictatoriaal Spanje met eigen ogen. Hij kwam er voor het eerst in de jaren vijftig toen het land onder de knoet van Franco leefde. Soldaten met Duitse helmen, militaire parades en een ‘haast krankzinnige’ aanwezigheid van de katholieke kerk in het dagelijks leven zijn de eerste beelden die bij hem naar boven komen. “Alles was nog dictatuur toen. Maar als buitenlander was je best vrij om te doen wat je wilde. Je had ook mensen die zeiden dat je niet naar Spanje mocht gaan in die dagen. Ik dacht als je nieuwsgierig bent naar een land, dan moet je gaan. Ik was dan ook niet extreem politiek geëngageerd.”
Nooteboom constateerde dat er ook een bepaalde onschuld over het land en de mensen hing. Een contrast met het Nederland van de wederopbouw.
Hij reisde liftend rond door het uitgestrekte land en leerde onderweg Spaans. Een vrachtwagenchauffeur uit Cordoba gaf hem eens onderdak in zijn eigen huis om de volgende dag naar rivierkreeftjes te vissen in de Guadalquivir-river. In de derde klas-coupés van de trein kreeg hij worst en brood van Spanjaarden die nauwelijks iets te verteren hadden. Het ontroerde hem. “Het was een totaal andere mentaliteit. Als vreemdeling was je een speciaal iemand. Op straat riepen ze je na. Vrouwen in bikini werden vanuit de duinen met verrekijkers bespied. De Spanjaarden waren niets gewend. Ik heb zo’n lange geschiedenis met dit land. Spanje heeft sindsdien een enorme omslag gemaakt.”
Één groot geluksmoment
Het begin van die omslag kwam in 1975 toen Franco stierf. Elders in Europa was men al lang en breed bezig met de eenwording, maar in Spanje moest eerst nog de bladzijde van de dictatuur worden omgeslagen.
Terwijl genoegdoening voor de slachtoffers van de Franco-jaren uitbleef, werd het oude regime drie jaar na de dood van de dictator vervangen door een uiterst moderne democratische grondwet. Nooteboom herinnert zich levendig de tomeloze vreugde rond de eerste verkiezingscampagne van de latere sociaal-democratische premier Felipe González. “De transitie was één groot geluksmoment. Het was een wonder want niemand had gedacht dat het zo goed zou gaan. Velen dachten dat eerder een nieuwe burgeroorlog op de loer lag.”
Niet dat alles van een leien dakje ging. Vijf jaar na de ondertekening van de grondwet stond luitenant-kolonel van de Guardia Civil Antonio Tejero met een pistool te zwaaien in het Spaanse parlement. De couppoging werd uiteindelijk verijdeld. In Baskenland woede ondertussen een uiterst bloedige geweldscampagne van de Baskische terreurbeweging ETA. Nooteboom wandelde als observator dwars door deze roerige jaren heen. “Ik liep eens langs een plek waar even later een bom ontplofte. Dat was echt verschrikkelijk.”
Opgekrabbeld uit het dal
Desondanks bleef de democratie overeind en werd Spanje in 1986 lid van de Europese Unie. Dat veroorzaakte een nieuwe moderniseringsgolf. “Vroeger zeiden Spanjaarden: mijn vader gaat naar Europa als ze over de Pyreneeën gingen. Dat hoor je nu nooit meer. Terecht dat ze nu nog steeds blij zijn met de EU.”
Spanje werd met horten en stoten een robuustere democratie. De afgelopen jaren krabbelde het land uit het diepe dal van de kredietcrisis waarin Spanje met harde bezuinigingsmaatregelen nét een Griekenlandscenario kon afwenden.
Onlangs werd na zeven jaar conservatief bestuur premier Rajoy vervangen door de sociaal-democraat Pedro Sánchez. Hij wil een nieuwe impuls geven aan de Wet op de Historische Herinnering. Heet hangijzer daarbij is het zoeken en opgraven van gevallenen uit de Burgeroorlog (1936-1939). De nieuwe premier gaat en passant ook de botten van Franco die nog steeds in een groots mausoleum even buiten Madrid begraven ligt, elders laten herbegraven.
Een moeilijk dilemma vindt Nooteboom. Familieleden van slachtoffers verdienen genoegdoening, maar daardoor worden wel oude wonden opengereten. “Ik zou denken: laat ze nog maar even liggen totdat de laatst ‘diehards’ zijn gestorven, dan kan het altijd nog”, zegt hij.
Het tweepartijenstelsel dat sinds de transitie de macht afwisselde is sinds de verkiezingen in 2015 ingeruild voor vier partijen. Winst, vindt Nooteboom. Al kost het hem na al die jaren nog steeds moeite om het Nederlandse poldermodel in Spanje aan de man te brengen. “Dat zit niet in de aard hier. Het moet altijd zwart-wit zijn, daar passen geen nuances bij. Maar ondanks alles is Spanje nu een modern Europees land in vergelijking met toen ik hier voor het eerst kwam. Als een van de eerste landen werd hier het homohuwelijk toegestaan en er is abortuswetgeving. Al moet ik ook eerlijk zijn: de rijkdom is hier niet gelijkmatig verdeeld.”
Sterk verbonden met Spanje
Ook al valt de jaarlijkse terugtocht naar Menorca na omzwervingen door Europa en elders hem steeds zwaarder, Nooteboom blijft sterk verbonden met Spanje. “Ik hou van dit land. Er zit iets irrationeels in dat mij ertoe aantrekt.” Die aantrekkingskracht is wederzijds, want Nooteboom heeft het gevoel deze dagen meer waardering in de Spaanstalige wereld te krijgen voor zijn werk dan in zijn geboorteland.
Als het vanwege ouderdom niet anders kan zal hij het huis op Menorca achterlaten, maar dat stelt hij zo lang mogelijk uit. “Dit is mijn toevluchtsoord. In mijn schrijfhok ben ik echt gelukkig.” In het najaar moet in Nederland een boek verschijnen dat Nooteboom over Venetië schreef, tegen die tijd vertrekken Nooteboom en Sassen weer.
’s Avonds eet de schrijver aan de haven van Mahón: slakken met krabsaus en een amandelijsje toe. Namen van oude vrienden en bekenden op het eiland komen voorbij: van Amerikaanse journalisten, een alcoholische diplomaat, een arts. Sassen dubbelcheckt de herinneringen en vult aan. Regelmatig constateert ze dat de persoon in kwestie inmiddels van het eiland vertrokken is, maar vaker nog dat hij of zij al dood is.
Cees Nooteboom (1933) publiceerde verschillende boeken over zijn reizen door, en verblijf in Spanje. Het bekendste: ‘De omweg naar Santiago’ (1992) een verslag van zijn ontdekkingstocht door kunst, geschiedenis, en literatuur van het land. Ook in zijn essaybundels ‘De rode regen’ en ‘Daar komen de vossen’ vormt Spanje het decor.
Lees ook:
Spanje en Catalonië praten weer met elkaar - en er zijn zelfs cadeaus
De leiders van Spanje en Catalonië hebben hun politieke blokkade doorbroken en beginnen een dialoog over de toekomst van de verhouding tussen Madrid en Barcelona.