Burgemeester Groningen krijgt geen breed vertrouwen
Van onze correspondente GRONINGEN - De Groningse burgemeester H. Ouwerkerk stapt op. Alleen van de drie collegepartijen in de gemeenteraad (PvdA, D66, CDA) kreeg hij gisteravond steun, een meerderheid van slechts twee zetels.
Ouwerkerk had van tevoren gezegd dat hij alleen zou blijven als een ruime meerderheid het vertrouwen in hem zou uitspreken. “Ik ben er trots op dat ik me zo opstel. Ik maak het mijzelf en u daarmee ontzettend moeilijk. Maar het is wel hartstikke zuiver”, zei de aangeslagen burgemeester vlak voor hij aankondigde dat hij zijn functie beschikbaar stelt.
Hij vindt dat de oppositie (VVD, GroenLinks, GPV, SP, Student en Stad, totaal achttien zetels) de verkeerde afweging heeft gemaakt. “Ik vind dat ik het vertrouwen verdien. Ik ben met hart en ziel aan deze stad verbonden, bij nacht en ontij aan het werk, voor iedereen bereikbaar, heb alleen even een keer iets niet direct adequaat gezien.”
Een paar zinnen eerder liet hij merken wel degelijk te vinden dat er ernstige fouten zijn gemaakt in de nacht van 30 op 31 december, toen een groep jongeren rellend door de Oosterparkwijk trok, terwijl de politie niet durfde in te grijpen en hijzelf niet naar het bureau ging. “Maar wie heeft de volgende dag als eerste de toon gezet, door te zeggen dat het onbestaanbaar was dat de politie niets deed?”
In de afgelopen weken, waarin Ouwerkerk het extra zwaar kreeg door de in het uitgelekte rapport Bakkenist geuite kritiek op het functioneren van hemzelf en de regiopolitie, wees de burgemeester er ook herhaaldelijk op dat de gemeenteraad kort geleden nog positief adviseerde over zijn herbenoeming. Zijn toespraak, een week geleden in de raadscommissie veiligheid, werd door vrijwel alle fracties 'indrukwekkend' genoemd. Maar het was niet genoeg voor de oppositie.
“De burgemeester is in zijn verdediging niet geslaagd”, zei VVD-fractievoorzitter K. Schuiling. Zoals verwacht - nadat GroenLinks, het GPV en de SP vorige week al hadden gezegd geen vertrouwen meer te hebben in Ouwerkerk - gaf het standpunt van zijn partij (zes zetels) de doorslag. De bestuurskundige Schuiling citeerde uit het Handboek voor staatsrecht: “Het wegsturen van een bewindsman lost niets op, maar dramatiseert de ernst van het falen van het ambtelijk apparaat. Dat is voor bestuurders een prikkel om voortaan op hun quivive te zijn.”
Schuiling merkte op dat 'de portefeuille orde en veiligheid niet voor niets in handen is van de burgemeester. Er mag geen spoor van twijfel zijn dat deze portefeuille in goede handen is. Op dit moment heeft de burgemeester niet ons volle vertrouwen.” Hij vond dat 'niets beschamends'. “Het is een bijzonderheid”, zei hij, “maar naarmate het ambt democratiseert zal het vaker voorkomen dat een gemeenteraad het vertrouwen in de burgemeester op zegt”.
De VVD-leider was niet onder de indruk van het maandag gepresenteerde plan van aanpak voor de regiopolitie, dat Ouwerkerk en hoofdofficier Daverschot voor het eind van de maand moesten inleveren bij de beide politieministers. “Van veel zaken die daarin worden voorgesteld, dachten wij dat er allang in was voorzien. Dat plan had er al veel eerder moeten liggen.”
- Vervolg en meer nieuws op pagina 3
Ook lof voor bevlogenheid Ouwerkerk D66-fractie: 'Wangedrag van zestig jongeren niet bekronen' VERVOLG VAN PAGINA 1
Schuiling zei verder dat bij de burgemeester niets te merken is geweest van 'bezinning op zijn taak'. Datzelfde kritiekpunt was voor GroenLinks reden vorige week al stelling te nemen. “Hij trekt geen lering uit zijn fouten”, herhaalde fractievoorzitter K. Dekker gisteren. “Tijdens zijn verdediging vorige week zei hij in feite: dit zijn mijn tekortkomingen, take it or leave it. Die houding past een burgemeester van de zevende stad van het land niet.” De partij vindt verder dat Ouwerkerk in de zeseneenhalf jaar dat hij burgemeester van Groningen is, “te vaak op cruciale momenten de verkeerde afweging heeft gemaakt”.
Ouwerkerks partijgenoot A. Timmerman, prees het 'lef' en 'bestuurlijk' inzicht van Ouwerkerk om zijn aanblijven “los te koppelen van elke toevallige coalitie of vriendjespolitiek”. D66-fractievoorzitter Bron sloot zich daarbij aan. “Hij heeft zich kwetsbaar opgesteld”, zei hij.
Volgens Bron, die net als het CDA enkele voorwaarden verbond aan het steunen van de burgemeester, heeft Ouwerkerk vorige week “het beeld van Bakkenist over de regiopolitie behoorlijk genuanceerd. Hij heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat hij zich als korpsbeheerder actief heeft opgesteld.” En, zei hij verder: “We moeten het wangedrag van zestig jongeren niet bekronenen met het wegsturen van de burgemeester.”
Over het rapport-Bakkenist zei Ouwerkerk zelf verbitterd dat dat onderzoek er nooit was gekomen als minister Sorgdrager op een goede manier verantwoording had afgelegd over de zaak-Lancée. “Ik had er dan niet de klappen van gekregen”, aldus de burgemeester, die de aanbevelingen van Bakkenist wel als uitgangspunt nam voor zijn plan van aanpak.
Alle partijen zeiden 'geworsteld' te hebben met de vertrouwensvraag. Van diverse kanten werden zijn bevlogenheid, enthousiasme, interesse voor het politieke debat en aandacht voor de zwakkeren in de samenleving geroemd. Maar, zo zeiden verschillende fracties, het gaat niet om 'de persoon Hans Ouwerkerk'.
D66-er Bron liet na afloop weten woedend te zijn op de VVD. Hij noemde het optreden van Schuiling 'bloedeloos, onhoffelijk en schandalig'. Volgens hem had de VVD de burgemeester moeten inlichten over haar voornemen hem te laten vallen. “Schuiling heeft Ouwerkerk langzaam opgeknoopt”, aldus Bron.
Ouwerkerk zelf leek daar ook op te doelen toen hij tegen de raad zei: “Als u ooit nog eens zo'n afweging moet maken in de gemeenteraad, dan raad ik u aan menselijkheid te verkiezen boven geheimzinnigheid”. Het waren zijn laatste woorden in de bomvolle raadszaal van het stadhuis. Kort erna wachtte buiten zijn chauffeur met ronkende motor.
In een verklaring deelde Ouwerkerk mee dat hij zich beschouwt als eerste slachtoffer van een crisis in de hele Nederlandse rechtsstaat.
De opgestapte burgemeester legt een direct verband tussen de zaak-Lancée, de botsing van minister Sorgdrager met de procureurs-generaal en zijn besluit om het burgemeestersambt neer te leggen. “Aan de gezagscrisis kan alleen een einde komen als de volksvertegenwoordiging oordeelt.”