Brutale schilderijen om voor te vallen

Kunstverzamelaars hebben vaak speciale herinneringen aan hun eerste aankoop. Die koesteren ze, ook als ze door de jaren heen een andere smaak hebben ontwikkeld en ze het bewuste kunstwerk nu nooit meer zouden kopen. Het komt ook voor dat ze altijd blijven voortborduren op hun eerste liefde.

Tot die laatste categorie behoort Renée Smithuis, die onlangs een groot deel van haar kunstcollectie aan het Singer Museum in Laren schonk. Ze is verslingerd aan de schilders van de Bergense School en verwante Nederlandse expressionisten. Haar eerste kennismaking omschrijft ze als volgt: "Op een dag kwamen we bij vrienden op bezoek die totaal ander werk aan de muren hadden hangen: grote donkere stillevens en sombere landschappen. Ze waren met kracht en een enorme vitaliteit geschilderd in diepe aardtonen, en ze waren in grote vlakken opgezet. Je kon de penseelstreken zien. Brutale schilderijen vond ik het en ik viel er geheel voor. Liefde op het eerste gezicht."

Vele tientallen werken van deze stroming kocht ze sindsdien. Daarvan heeft ze er 82 geschonken aan Singer Laren, die er nu een tentoonstelling aan wijdt. Met de Bergense school wordt de groep jonge kunstenaars bedoeld die kort voor de Eerste Wereldoorlog een kolonie stichtte. De bekendste kunstenaars van deze Nederlandse expressionisten van het eerste uur zijn Charley Toorop, Leo Gestel, Else Berg, Mommie Schwarz, Wim Schuhmacher en Piet en Matthieu Wiegman. Karakteristiek voor hun stijl zijn de hoekige vormen, brede penseelstreken en donkere tinten. Ze lieten zich inspireren door de ideeën van de Franse kubistische schilder Henri le Fauconnier. Op de tentoonstelling van de nieuwe aanwinsten is ook een zaal gewijd aan de expressionistische kunstenaarsbeweging in Groningen, die bekend staat als De Ploeg.

De tentoonstelling is t/m 29 november te zien in Singer, Laren.

undefined