Bruiswater uit een gascilinder: beter dan cola, slechter dan kraanwater
Huisgemaakt prikwater is tot wel 80 procent milieuvriendelijker dan frisdrank uit de supermarkt, is de claim. Klopt dat?
Sodastream vecht al jaren tegen de milieuvervuiling van ‘Big Soda’ en maakt controversiële reclame. In 2012 hing het bedrijf tijdens het WK Voetbal in Johannesburg op het vliegveld een grote kooi op met ruim tienduizend lege blikjes en flessen – het verbruik van een gezin in vijf jaar. WK-sponsor Coca Cola eiste dat de lege colaverpakkingen eruit werden gehaald. En in 2013 werd een Sodastream-spotje in het Verenigd Koninkrijk verboden, omdat het denigrerend zou zijn voor frisdrankfabrikanten.
Zelf is het Israëlische bedrijf ook niet heilig. Zo is het herhaaldelijk geboycot vanwege fabrieken in bezet gebied in Palestina. Inmiddels is er een nieuwe fabriek waarin mensen met verschillende religies en achtergronden samenwerken, zegt Paul Clapper van pr-bureau FNKE, dat de marketing voor Sodastream in Nederland doet.
Sodastream haalt de productie van bruiswater de keuken in. Voor wie bruisend water alleen te saai vindt, zijn er allerlei limonadeachtige smaaktoevoegingen.
Het apparaat werkt als volgt: je klikt een Sodastreamfles vol met gekoeld kraanwater vast aan de voorkant. Aan de achterkant zit de CO2-cilinder voor de prik bevestigd. Vervolgens bepaal je met een druk op de knop de gewenste intensiteit van de bubbels. Een CO2-cilinder van 425 gram is volgens Sodastream goed voor zo’n 60 liter bubbelwater.
Redelijk betrouwbaar
Luuk Rietveld, hoogleraar Drinkwater en Stedelijke Watercyclus Technologie aan de Technische Universiteit Delft en zelf de trotse eigenaar van een Sodastream-apparaat, denkt dat dat wel klopt. “Het ligt er natuurlijk aan hoe groot de flessen zijn waar je mee rekent. In een liter bruisend water zit ongeveer vier tot vijf gram CO2. Als je dat afzet tegen de 425 gram CO2 die in de Sodastream gasfles zit, kom je wel uit op 50 tot 60 liter per fles.” Bij het injecteren verlies je altijd wel wat CO2.
En dat is nog niet alles. Eén gascilinder bespaart tot wel 2000 plastic flessen per jaar, claimt Sodastream.
Hans Blonk, directeur van consultancybureau Blonk denkt dat die besparing nogal afhankelijk is van het gebruik. “Het lijkt me stug dat een gezin zoveel flessen per jaar consumeert.”
Joost Vogtländer, universitair hoofddocent duurzaam ontwerp aan de TU Delft, denkt dat deze verhouding kan kloppen als je naar de milieubelasting van de verpakking kijkt bij gebruik in grote kantoren.
In 2012 liet Sodastream de Britse organisatie Carbon Trust de CO2-uitstoot van zijn producten doorrekenen. Die was tot wel 80 procent lager dan die van ‘gewone’ frisdranken in plastic flessen. Sodastream zegt wel met een conservatief scenario te hebben gewerkt, omdat het de situatie in de Verenigde Staten als uitgangspunt heeft genomen.
Tekst loopt verder onder de foto.
Toch denkt Blonk dat de besparing wel ongeveer klopt. “Je weet nooit helemaal zeker welke methodiek is gebruikt. Maar de ordegrootte van het verschil lijkt me wel in orde.” Hij vindt Carbon Trust een redelijk betrouwbare doch niet volledig transparante organisatie. “De onderzoeken zijn in principe vertrouwelijk. Als buitenstaander kun je de resultaten alleen controleren als het bedrijf dat opdracht tot het onderzoek gaf, daar toestemming voor geeft.”
Vogtländer: “Er zijn mogelijkheden te over voor Carbon Trust om de analyse zo te maken dat de opdrachtgever er tevreden mee is. Een besparing van plastic flessen zegt bijvoorbeeld nog niks over de vermindering van emissies van het gebruik in praktijk. Wordt het apparaat dat erbij hoort inderdaad voor vele duizenden flessen gebruikt? Zo niet, dan moet je bij zo’n rekensom ook de milieuvervuiling van het apparaat meenemen en die is doorgaans lang niet niks. Meestal wordt zo’n apparaat slechts een beperkte tijd gebruikt.”
Blonk noemt het voorbeeld van keukenmachines. “In het slechtste geval verdwijnt het apparaat al na enkele maanden in de kast. Dan heeft het zich milieutechnisch mogelijk nog niet terugverdiend.” PR-man Clapper vindt dat deze vergelijking niet opgaat. “Het Sodastream-apparaat is eerder vergelijkbaar met een Nespresso of koffiezetapparaat.”
Duurder
Harry Aiking, onderzoeker bij het Instituut voor Milieuvraagstukken van de Vrije Universiteit in Amsterdam, benadrukt dat je bij dergelijke rekensommen altijd heel precies moet weergeven met welke randvoorwaarden en aannames wordt gewerkt. “Dat is hier niet duidelijk. Water zonder prik is altijd beter dan hetzelfde water met CO2. En vergelijken met frisdrank snijdt natuurlijk geen hout, want daarbij wordt veel meer (zoetstoffen, smaakstoffen) geproduceerd dan bij water.”
De CO2-uitstoot van producten van Sodastream verschilt onderling sterk. Gewoon bruiswater kost zo’n 55 gram CO2 per liter, terwijl een liter limonade in de colavariant het dubbele kost.
Vogtländer: “Voor kraanwater moet je ongeveer 0,5 gram CO2 per liter rekenen. Je kunt dus maar beter water uit de kraan drinken dan dit soort apparaten aan te schaffen.” Clapper is het daar niet mee eens. “Het gaat om de vergelijking met verpakt bruiswater, niet met kraanwater. Sodastream is voor mensen die (veel) bruiswater drinken en dan scheelt het dus wel veel.”
Sodastream-water is ook aanzienlijk duurder dan kraanwater. Een apparaat kost 75 tot 100 euro en de gasflessen voor de prik zijn 25 euro per stuk. Rietveld vindt het toch de moeite waard. “Een liter zelfgemaakt bruisend water kost 30 tot 40 cent. Kraanwater is nog goedkoper en duurzamer, maar als je het afzet tegen autorijden, valt de CO2-uitstoot van huisgemaakt bruiswater daarbij in het niet. Eén kilometer autorijden kost 200 gram CO2.”