Bruinrechts en wegkijklinks zijn emotiewoorden
Links en rechts mogen in de politiek misschien achterhaalde begrippen zijn, zoals Lex Oomkes onlangs in deze krant betoogde, de woorden rechts en links zijn nog wél springlevend. Dat blijkt uit het feit dat de laatste tijd vooral in blogs en de sociale media tal van tot dusver onbekende samenstellingen met links en rechts opduiken. Niet alleen voorspelbare woorden met versterkende elementen van het type überrechts en kneiterlinks, maar vooral woorden die een kwalificatie van links en rechts inhouden, zoals bruinrechts en deuglinks, braaflinks en foutrechts, boosrechts en laflinks, wegkijklinks en haatrechts, domrechts en babbellinks, knuffellinks en guurrechts, platrechts en elitelinks.
Ze zijn niet allemaal even fraai van bouw en over de spelling wil ik het eigenlijk ook niet hebben, al zou een taalvorm als foutrechts ('op een foute manier rechts') mijns inziens beter in twee woorden gespeld kunnen worden. Typerender is dat al deze woorden een associatie leggen met een handeling (babbelen, wegkijken), eigenschap (laf of dom, en bruin als metafoor voor fascistisch) of hoedanigheid (elite), die de basis vormt voor het disrespect, de afkeuring of minachting die deze woorden tot uitdrukking brengen. Stuk voor stuk hebben deze samenstellingen een sterke gevoelslading, het zijn emotiewoorden. Zoals emoties elke zakelijke discussie vertroebelen, zo zijn ook emotiewoorden bepaald niet bevorderlijk voor het feitelijk te voeren debat tussen links en rechts over onderwijs, zorg, defensie en dergelijke politieke thema's die ertoe doen.
tdb@taalbank.nl
undefined