Brugge viert feest met gloednieuw Concertgebouw
Brugge is dit jaar culturele hoofdstad (samen met het Spaanse Salamanca). Dat was genoeg reden voor de bouw van een Concertgebouw (bijna af) dat volgens de organisatie qua akoestiek moet kunnen wedijveren met zijn Amsterdamse tegenvoeter.
'Niet alles zal af zijn.' Lieven Bertels weet het al weken. Het Brugse Concertgebouw dat morgen de deuren voor het publiek opent, haalt zijn deadline niet. Dat is een beetje pijnlijk, want die opening (op 20-02-2002 om precies 20.02 uur) had het hoogtepunt moeten zijn van de openingsfestiviteiten rond Brugge 2002, culturele hoofdstad van Europa.
De artistiek leider brengt het nuchter. ,,Niet alle stenen zullen tegen de gevel zitten. Niet elke lamp is opgehangen. Maar iedereen zal naar de toilet kunnen gaan of een pint kunnen vatten'', zegt hij tijdens zijn gang door de schepping van het Vlaamse architecten echtpaar Robbrecht & Daem, in Nederland onder meer bekend van de uitbreiding van museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam. Veel belangrijker: de grote zaal is wél af en ruim een week akoestisch getest.
Ruim vijf jaar geleden besloot het stadsbestuur dat Brugge zijn eigen concertzaal moest krijgen. Dat besluit was nauw verbonden met de lobby cultuurhoofdstad te worden. Want de stad mocht geen openluchtmuseum worden. In één sprong wilde zij als levende cultuurstad prominent op de Europese kaart belanden. Een prestigieus Concertgebouw staat centraal in die strategie.
,,Vijf jaar is gewoon te kort'', rechtvaardigt Bertels de achterstand. Zeker als je weet dat er pas gaandeweg een toneeltoren bij ontworpen werd, omdat Brugge toch ook opera en dans van Anne Teresa De Keersmaeker en Jan Fabre wil programmeren. De bouwers liepen maanden achterstand op het schema op, omdat de bouw van het pand boven op een ondergrondse parkeergarage moest plaatsvinden, waarbij zich ook nog eens onverwacht archeologische vondsten aandienden. Brugge kreeg zijn eigen Stopera-affaire: de begroting werd met miljoenen euro's overschreden. De gigantische veren waar het gebouw op rust om de trillingen van het verkeer te weren, vielen veel duurder uit dan voorzien. De parkeergarage moest bovendien meteen uitgebreid worden voor concertgangers.
Een felle discussie ontspon zich in Brugge of het zo goed geconserveerde monumentale stadshart wel grote nieuwbouw kon verdragen. Tegenstanders vonden het ontwerp verder te somber, te gesloten. Bertels verwerpt die kritiek natuurlijk. Hij noemt het pand, met reden, 'een prachtige afsluiting van Het Zand', een stadsplein waar nog onbebouwde ruimte was.
De somberheid verdwijnt, voorspelt hij, als eenmaal ribben tegen bijna de gehele voorzijde zijn aangebracht en overal bruinrode terracotta tegels tegen de gevels zitten, bedoeld als ode aan de nabijgelegen bakstenen Sint-Salvatorstoren. 's Avonds moet de toren, waarin een zaal voor kamermuziek komt, het plein in het licht zetten. ,,Niet toevallig hebben we die de Lantaarntoren gedoopt.''
De ambities hebben niet geleden onder alle tegenslag. De concertzaal oogt met zijn twee balkons vrij intiem, maar is met 1200 stoelen, toch een van de grootste in Vlaanderen. Het podium is zeker het grootste. Het stadsbestuur wist het symfonisch orkest Anima Eterna, onder leiding van Jos van Immerseel, te strikken als het nieuwe huisorkest. Het wijdt morgen de grote zaal in met het zeer toepasselijke 'Die Schöpfung' van Haydn.
Gewaagd is het ontwerp van de kleine zaal. Dat is gebouwd als een theater uit de tijd van Shakespeare met zijn schuin oplopende rijen balkons waarin steeds maar plaats is voor één rij toeschouwers: totaal 360 stoelen. Als naam is bewust voor 'Het Concertgebouw' gekozen, om aan te geven dat het pand qua akoestiek de vergelijking met de Amsterdamse tegenvoeter moet kunnen aangaan, aldus Bertels. Ook andere nieuwe architectuur moet Brugge als hoofdstad 2002 (een eer die het overigens deelt met het Spaanse Salamanca) weer bij de nieuwe tijd brengen. Morgen gaat op de Burg, het monumentale plein in het stadshart, een paviljoen van glas, waterpartijen en aluminium van de Japanse architect Toyo Ito open. Zijn luchtige, rechthoekige doosje zit boordevol fijne gaten, verwijzingen naar de Brugse kant.
,,Het paviljoen is hedendaags, maar het houdt rekening met de schaal en het bijzondere karakter van Brugge'', vertelt programmadirecteur Jan Vermassen. ,,Het Concertgebouw doet dat in mijn ogen ook. We waren niet uit op een tegenreactie op het monumentale dat de stad heeft. Dat kon alleen maar voor een afstotingseffect onder de Bruggelingen leiden.''
Bewust krijgen ook de monumenten, via restauraties en wat wandelroutes, en het rijke verleden van Brugge als bakermat van de Vlaamse primitieven aandacht in dit cultuurjaar. Het Groeningemuseum brengt vanaf volgende maand een expositie rond Jan Van Eyck. Ook komen er exposities rond oude handschriften en het verleden van Brugge als Hanzestad.
Is een Van Eyck-tentoonstelling niet een al te makkelijke, en te weinig vernieuwende keuze? Vermassen: ,,Ik begrijp die kritiek, maar je hebt een aantal van zulke projecten nodig. Toch gaat het niet om zomaar Van Eyck. We bekijken de relatie van zijn werk met Zuid-Europa en presenteren de resultaten van het nieuwste onderzoek. Ook die oude handschriften worden niet zomaar uitgestald. Die expositie legt meteen de link met de moderne kunst.''
Rotterdam, vorig jaar culturele hoofdstad, werkte met een duidelijk thema: Rotterdam is vele steden. Brugge mist zo'n motto of slogan, maar koos een speciaal geschreven gedicht zonder titel van Peter Verhelst als leid raad:
Op een dag doken ze op, zwermden uit
Over de stad en nestelden zich.
We gaven ze te eten van onszelf.
Op een dag waren ze verdwenen.
Maar ze bleven. 's Nachts worden we bezocht
In onze eigen, vreemdkleurige dromen.
Het culturele programma is opgedeeld in twaalf onderdelen, die elk als titel een fragment van het gedicht dragen. Vermassen: ,,We waren op een gegeven moment ver met het programma en hadden zeven hoofdlijnen en ook nog eens zeven krachtlijnen. Toen dachten we: waarom zouden we kunstmatig of terugkijkend daar één thema uithalen? Dat wordt een keurslijf, dan zet je jezelf alleen maar vast. Peter Verhelst was er vanaf het begin bij. Opeens lag er zijn gedicht. Waarom zouden we dat niet nemen, zeiden we. Het verwoordt goed wat we willen.'' Vermassen geeft toe dat veel Bruggelingen de bedoeling van het gedicht niet snapten, ,,maar het wende snel''.