Brigitte Laan-Gilhuys 1962-2007
Nederlanders in buitenlandse gevangenissen hadden veel steun aan Brigitte Laan, die hen dikke brieven schreef. Ze gaf mensen nieuwe moed.
Zo was Brigitte Laan zelf ook. Twee uur per dag zat ze te schrijven – aan Nederlanders die elders ter wereld in de gevangenis zaten. Want al hadden ze dat misschien aan zichzelf te danken, dan nog kon je daar in den vreemde wel een hart onder de riem gebruiken, vond Brigitte. Daar was ze goed in: mensen weer nieuwe moed geven. Ver buiten Nederland, maar ook hier.
Op een diploma lassen na had het onderwijs haar nooit veel gebracht. Als puber zat ze op de tuinbouwschool van Grootebroek, maar dat was meer vanwege de jongens dan vanwege het onderwijs. Toen ze met vijftien jaar van school afging riep haar vader gramstorig dat ze meteen werk moest zoeken, dat ze anders het huis niet meer in kwam. Ze ging een uurtje de straat op en kwam weer thuis.
’Wat heb ik nou gezegd?’, zei haar vader.
’Maar ik hèb werk’, zei Brigitte.
Ze werkte een tijdje in de horeca en later achtereenvolgens in een schoenenwinkel, op een passagiersschip dat de Rijn bevoer, ze bezorgde felicitatiepakketten bij zwangere vrouwen, zat in verzekeringen, verkocht ’typisch Nederlandse’ artikelen op Amerikaanse legerbases in Duitsland of deed de administratie van het installatiebedrijf van haar man. Als er iets te organiseren was, dan moest je Brigitte hebben. Als er op de basisschool van de kinderen vervoer nodig was, dan reed Brigitte met haar bus. Later begon ze een bedrijfje in sieraden – op dezelfde manier als hoe Tupperware z’n waar aan de man brengt: via party’s bij de mensen thuis. Op zeker moment had ze zeven consulentes lopen. „Het leek altijd of ze de wind mee had als ze iets ondernam”, zegt haar man Kees. „Dat komt, ze had een enorm talent om mensen te raken.”
Dat schrijven met gevangenen was ooit begonnen met Pedro Ruijzing. Als tiener, lang voor ze Kees tegenkwam, had ze heel even verkering gehad met Pedro’s broer – „scharrel gehad”, zoals ze in West-Friesland zeggen. Later hoorde ze, bij de pedicure in het dorp, dat Pedro in Thailand in de gevangenis zat, voor de smokkel van drie kilo heroïne. Ze stuurde hem een kaartje. Er kwam een brief op terug.
Ze ontdekte dat er heel wat Nederlanders in den vreemde vastzitten en dat ze het allemaal geweldig vonden om post te krijgen. Mensen in het dorp kregen er lucht van en begonnen ongebruikte kaarten bij haar langs te brengen, dan kon ze die gebruiken. Internet kwam op en ze opende een website, www.prisonlife.nl. Je kon er niet alleen lezen onder welke treurige omstandigheden de gevangenen leefden, maar bijvoorbeeld ook hoe je een bezoek moet aanpakken.
Een paar jaar later vond ze het tijd voor kerstpakketten. Het bleek een heel gedoe. Niet om in Nederland dozen te vullen met dingen waar je in een gevangenis in Thailand, Brazilië of Mexico iets aan zou kunnen hebben – soep, gedroogde stamppot, een Nederlandse krant. Maar wel, om de dozen echt bij de mensen te krijgen. Want ofwel de Nederlandse ambassade kreeg die dozen de gevangenis niet in – ofwel ze kwamen wel binnen, maar het gevangenispersoneel vertrouwde conservenblikken niet en opende ze zelf. Familieleden konden om zulke dingen vaak enorm boos worden en konden de mensen van de ambassade vaak wel villen. Maar de grote kracht van Brigitte Laan was, dat ze tegelijk heel vasthoudend was èn begreep dat een ambassade het strafrecht van een land niet kan veranderen. Ze verloor er haar humeur nooit bij. Zegt een ambassade dat de dozen voor hun te groot zijn om te verwerken? Dan nemen we toch twee kleine dozen!
Negen jaar geleden bleek ze borstkanker te hebben. Ze werd geopereerd en het bleef zeven jaar weg. De vrijlating van Pedro Ruijzing in januari 2004, Brigitte Laan stond in de aankomsthal van Schiphol de pers te woord terwijl hij aan de achterkant vertrok, viel in die hoopvolle periode.
Dat de ziekte terugkeerde doordrong Brigitte en Kees Laan er sterk van dat ze de tijd die ze nog hadden maximaal moesten gebruiken – dat, om met Brigitte te spreken, „leuke dingen nu voorgingen”. Ze stuurde alle gevangenen met wie ze inmiddels correspondeerde een laatste brief en legde de website van Prisonlife stil – als iemand anders ook zo’n site wilde openen vond ze dat best, maar dan onder een andere naam. Vorig jaar herfst werd ze opnieuw geopereerd. Tegen de zomer leek ze daar wel zo’n beetje van hersteld. Ze maakten nooit plannen die verder weg lagen dan een week, leefden sterk in het heden, maar deden een heel lijstje dingen die ze nog wilden doen. Nog een keer naar haar zus die in Spanje woont. Nog een keer met al Kees’ broers en zussen naar hun ouders. Nog een keer met de twee bijna-volwassen kinderen op vakantie. Naar alle musicals van het moment: de Sound of music, Cats, Tarzan.
„U heeft nog een jaar te leven”, zeiden de artsen in augustus tegen haar. Er bleek een flinke tumor te zijn gegroeid. Toen ze begin augustus met een vriendin een weekeinde in Scheveningen was, merkte ze dat ze opeens niet meer kon wandelen - ze raakte buiten adem, want de tumor was uitgezaaid in de longen. Het ging opeens allemaal veel sneller dan gedacht.
Euthanasie? Daar voelde ze niet voor. Maar langzaamaan stikken, daar voelde ze evenmin voor. Er was nog een andere mogelijkheid, zei de dokter: palliatieve sedatie. Dat je in slaap wordt gebracht, geen vocht of voeding meer krijgt, dat je overlijdt aan je ziekte maar niet op een ellendige manier. Dat koos Brigitte Laan.
Zondagavond zat ze nog met vrienden in de tuin. Zij dronken een borreltje; zij proefde er alleen maar van want bij haar bleef er al sinds twaalf dagen niets meer in. Maandagavond kreeg ze de palliatieve sedatie. Kees bleef bij haar, hoorde hoe het onweerde, speelde op zijn gitaar een paar nummers voor haar. Dinsdagmorgen vroeg overleed ze.
Brigitte Laan-Gilhuys werd op 17 februari 1962 in Amsterdam geboren. Ze overleed op 25 september 2007 in Grootebroek.