BOEK &
Een halve eeuw vond J. Jonker, oud-directeur van de verzekeringsmaatschappij RVS, beschutting onder een gereformeerde paraplu. In kerkelijk en sociaal werk weerde hij zich zoals het een mannenbroeder betaamde. Maar toen de zuilen begonnen te wankelen en zijn kinderen een ongereformeerde weg insloegen, wankelden zijn orthodoxe zekerheden mee.
De betekenis van kerk en theologie werd voor Jonker stilaan betrekkelijker. Zijn band met de gereformeerde kerken verslapte zienderogen, nadat hij in 1977 de Randstad verlaten en zich te midden van eenkennig-orthodoxe Overijsselaars gevestigd had. Hoe hij van de georganiseerde godsdienst vervreemdde, maar het geloof in het evangelie behield, beschrijft Jonker in 'In de kerk zie ik het niet zitten', een geschrift waarin voor duizenden (ex-)christenen, niet alleen van gereformeerde komaf, veel te herkennen valt (Kok, Kampen; 134 blz. ¿ 24,90).
Het is een mengeling van autobiografie, theologie en kerkhistorie. Ze wordt bevattelijk geserveerd door een belezen en onderlegde tachtiger, die in zijn jonge jaren K. Schilder en A. Janse van Biggekerke bewonderde en nu aan de voeten van Schillebeeckx zit. Het boek culmineert in een bezielde oproep aan de kerk, al haar energie te steken in een herstel van het gesprek met buiten- en randkerkelijken. Maar dan moet ze hen en hun ideeën wel als gelijkwaardig accepteren en iedere neiging tot betweterij en organisatorische egotripperij - ik vat Jonkers aanklacht losjes samen - van zich afschudden.
Geestelijk reisverslag
Een andere route 'van old-time religion naar steeds vrijzinniger contreien', ongetwijfeld ook voor velen herkenbaar, schetst de gepensioneerde geoloog Arndt Swanson in Tussen weten en geloven - Een speurtocht naar samenhang (Ten Have, Baarn; 158 blz. ¿ 29,90). Dit geestelijk reisverslag is gegoten in de vorm van een verhalend essay over de levensgang van twee echtparen. Het ene bestaat uit een geoloog en zijn vrouw, wier geloof allengs geontmythologiseerd wordt, het andere uit een niet-religieuze sterrenkundige en een katholieke Ierse die zich met Bonhoeffer verwant voelt. Om hun intellectuele interactie te verhelderen heeft Swanson heel wat - toegankelijk gepresenteerde - kosmologie, evolutietheorie en bijbelwetenschap in zijn boek verwerkt.
Hoe een mens veranderen kan, heeft ook Avellinus Janssens ervaren. Vroeger een generaal overste van de broeders van Maastricht die 'benauwd en naar de letter der wet' leefde, is hij nu 'een affectief wezen', dat God als bron van liefde beleeft en de mens als 'vrij en zelfverantwoordelijk'. Evenals Jonker laaft hij zich aan het werk van Schillebeeckx en ziet hij de kerk falen omdat ze veel te weinig begrip heeft voor het levensgevoel van deze tijd. Catharina Visser interviewde Janssens voor de bundel Broeder van mensen, onlangs bij zijn tachtigste verjaardag gepubliceerd. Tien anderen, onder wie Rik Torfs, Wies Stael-Merkx en Ton Baeten, droegen opstellen bij over mensenrechten in de kerk en andere Janssensiaanse thema's (Dabar-Luyten, Aalsmeer; 142 blz. ¿ 29,50).
Kuitert-Versnel
Enkele jaren geleden het debat tussen H. M. Kuitert en H. S. Versnel gemist? Karel Blei, secretaris-generaal van de hervormde kerk, praat u bij. In Geloven op gezag verstrekt hij een vrij uitvoerige samenvatting, met commentaar. Blei lijkt een eindweegs met Versnel mee te gaan. Zo meent ook hij dat Kuiterts pogingen tot redelijke verantwoording van het christelijk geloof niet geslaagd zijn. Vervolgens verlaat de kerkbestuurder het strijdperk van de rationele discussie met een boodschap, overgenomen van Theo de Boer. Deze: “Geloof is geen wereldbeeld dat als systeem van wereldverklaring houdbaar zou moeten zijn, maar een levensleer”. En die hoeft geen rationele papieren te hebben, maar mag zich beroepen op Gods openbaring via Zijn onverwachte presentie 'in mensen en gebeurtenissen'. Met de uitwerking van deze gedachte hoopt de hervormde kerkbestuurder een weg te wijzen 'tussen individualisering en fundamentalisme', zoals de ondertitel van Geloven op gezag luidt (Boekencentrum, Zoetermeer; 110 blz., ¿ 22,50).
Als voorbeeld van een fundamentaliste voert de Amsterdamse oud-hoogleraar Rochus Zuurmond in Om het levende Woord wijlen zijn grootmoeder op. Zij at geen bloedworst omdat Handelingen 15 haar gebood, zich te onthouden van 'het verstikte'. Een kenmerk van fundamentalisten is dat ze de Bijbel letterlijk nemen en voortdurend naar een historische werkelijkheid laten verwijzen. Daarmee overtreden ze volgens Zuurmond de regels die de Bijbel zelf aan exegeten aanreikt. Om het levende Woord, een tijdschrift-in-boekvorm van de Amsterdamse school, onthaalt de liefhebbers verder o.a. op een preek van wijlen Breukelman uit 1962 (K. A. Deurloo, eindred.; Kok, Kampen; 143 blz. ¿ 27,50).
Ook de Bergrede
Henk Vroom, godsdienstfilosoof, destilleerde uit lezingen en artikelen de bundel Religie als ziel van cultuur (Meinema, Zoetermeer; 184 blz., ¿ 32,50). Hij mondt uit in een pleidooi voor een samenleving waarin de aanhangers van de diverse godsdiensten en levensbeschouwingen niet om eigen en andermans hete brij heen lopen. Iedereen legt tegenover iedereen verantwoording af van zijn geloof en ideeën; christelijke ethici beroepen zich niet alleen op een algemene moraal maar ook op de Bergrede en de Tien Geboden; christelijke organisaties richten zich in woord en daad naar het evangelie; en de overheid laat zich in morele kwesties van advies dienen door een pluriforme Raad voor religies en levensbeschouwing.
Daar zal zo'n raad nog een harde dobber aan hebben, suggereert H. J. Tieleman in Met het oog op morgen, een verzameling ecclesiologische (de leer omtrent de kerk betreffende) artikelen, aangeboden aan de gepensioneerde Utrechtse hoogleraar Jan Visser. Binnen de kerken lopen de inzichten en belangen immers bijna evenzeer uiteen als daarbuiten en “weinig waarheden zijn nog absoluuut geldig”.
Toch vindt Tieleman het zinnig, zowel voor de samenleving als voor de kerk zelf, dat ze hardop meedenkt over concrete maatschappelijke vragen en zo 'deskundigheden' confronteert met een onafhankelijke zienswijze.
In dezelfde bundel strijkt H. W. de Knijff de gereformeerden tegen de haren in met de boodschap dat de hervormde kerk zich sterker moet profileren als 'de katholieke (algemene) kerk' voor alle protestanten (red. Jan Hallebeek & Bert Wirix; Boekencentrum, 241 blz., ¿ 32,50).
Nog een taak voor de kerken, gesignaleerd door Ikon-pastor Bram Grandia: beter omzien naar de talloze Nederlanders die zieken, ouderen of gehandicapten in hun naaste omgeving verzorgen. Douwine Zoutman biedt, op verzoek van de PCOB, deze mantelzorgers via interviews advies en steun in Gevangenen van de liefde (Kok, Kampen; 64 blz. ¿ 12,50).
Wat christenen van de ruim 70 000 hindoes hier te lande kunnen leren, en andersom, legt F. L. Bakker uit in een nota van de werkgroep hindoeïsme van de Raad van kerken: Hindoes en christenen (Kok, Kampen; 54 blz., ¿ 14,90).
Wat de bijbelschrijvers te zeggen hebben tot Schriftgetrouwe opvoeders anno 1996, vertolken dr. J. Hoek, prof. W. H. Velema en andere rechtzinnige theologen in Bijbel en kind (red. A. G. Knevel; Kok Voorhoeve, Kampen; 163 blz. ¿ 24,90).
Hans Blankesteijn neemt in Het spel en de regels, herdruk van een themanummer van Rondom het Woord, stap voor stap een eeuwenoude, her en der in protestants Nederland herleefde liturgie door (Boekencentrum; geïll., 112 blz. ¿ 16,50).
Nag Hammadi
Geïnteresseerden in de Nag-Hammadi-teksten trakteert Ankh-Hermes (Deventer) op de teksten van een symposium waarmee de voltooiing van de Nederlandse vertaling werd gevierd. De gereformeerde predikant Piet Schelling waarschuwde er tegen degradatie van het Oude Testament, nadat Willem Glaudemans, meer geimponeerd door 'Nag Hammadi', de God van de Hebreeuwse Bijbel had gekenschetst als 'een projectie van onszelf' (red. Jacob Slavenburg; 71 blz. ¿ 19,50).
Kras antisemitisch proza - naar hedendaagse begrippen - behelst het tweede deel van een bloemlezing uit De los nombres de Cristo, waarin de 16e-eeuwse Spanjaard Luis de Léon drie monniken benamingen van Christus liet bespreken (Over de namen van Christus, vertaling en commentaar van Robert Lemm; Kok Agora, Kampen; 186 blz. ¿ 35).