Blomdahl wint weer wereldbeker

Blomdahl: “Nu verlies ik van hem, maar op de training versloeg ik hem met 3-0. Dat waren bovendien langere sets. Dus ben ik beter.” Lachend vertelt de zevenvoudige winnaar van de wereldbeker dat de Belg de finale terecht heeft gewonnen. Zijn eigen prestaties kunnen hem minder bekoren.

Caudron stelt vast dat hij onverhoopt goed heeft gespeeld. “Ik win pas als het niet goed gaat en als ik geen zelfvertrouwen heb.” Bijna verontschuldigend, vertelde de Belg dat het meestal zo gaat bij hem. Als hij goede prestaties denkt te gaan halen gaat het gegarandeerd mis. “Hier verwachtte ik helemaal niks. Dat was goed voor de concentratie denk ik.” De Belg werd ook gestimuleerd door de atmosfeer in het Theaterhotel De Oranjerie. Caudron: “Ik heb graag zo'n sfeer. Er was veel publiek en de mensen leefden echt mee. In het toernooi van Bogota waren er ook veel toeschouwers en toen won ik ook.”

Het is voor Caudron te hopen dat zijn zelfvertrouwen volgend seizoen nog verder keldert. Dan wordt de Belg wellicht een grote kandidaat voor het winnen van de wereldbeker. In een razend tempo werkte hij gisteren zijn finalepartij tegen de Zweed Blomdahl af. De eerste set won hij met 15-14, de tweede met 15-10 en de derde met 15-11. In het begin van de wedstrijd leek het voor Blomdahl nog goed te gaan. Hij stond met 9-7 voor maar Caudron wist met een laatste serie van 8 caramboles de set toch naar zich toe te trekken. In het begin van de tweede set ging het met Caudron een stuk minder. De Belg scoorde vier keer een nul en Blomdahl nam een voorsprong van 6 punten. Twee goede series van respectievelijk vijf en zeven punten brachten Caudron echter ook de winst in deze set. De derde set verliep wederom goed voor de Belg. Alleen op het laatst haperde het en scoorde hij drie maal geen punten. Toch haalde hij ook nu de winst naar zich toe: 15-11.

Nadat zijn laatste bal tergend langzaam caramboleerde stak Caudron zijn arm triomfantelijk omhoog. Voor de derde keer in zijn carrière had de Belg een wereldbekerwedstrijd gewonnen en hij had het zichtbaar niet verwacht.

Blomdahl had naar eigen zeggen weinig kansen om de partij te winnen. “Slechts één keer had ik het idee dat ik kon winnen. In de tweede set kreeg ik een goede kans om mijn voorsprong te verdedigen. Maar gedurende de rest van de partij zat ik niet in de wedstrijd.”

Ondanks zijn verlies in de finale ging de wereldbeker toch naar de Zweed. Blomdahl's grootste concurrent, de Nederlander Dick Jaspers, werd al in de tweede ronde uitgeschakeld door de Amerikaan Sang Chun Lee, en verspeelde daarmee zijn kansen op de eindzege. De Zweed werd daarmee onbereikbaar voor zijn concurrenten.

Toch was Blomdahl niet tevreden over zijn seizoen. De blijdschap over het winnen van de wereldbeker was dan ook minder dan in andere jaren hoewel dat na afloop van de kwartfinale anders leek. De Zweed schreeuwde het toen, na zijn overwinning op de Oostenrijker Andreas Efler spontaan uit, en kuste het blauwe laken van de biljarttafel. Blomdahl: “Het was niet zo'n glorieuze zege. Het hele jaar ging het niet zo goed. Ik heb veel wedstrijden slecht gespeeld. De enige conclusie die ik hieruit kan trekken is dat ik terug moet naar de trainingstafel. Bepaalde stoten, die niet goed gaan, moet ik beter leren uitvoeren.”

Volgens Blomdahl wordt het steeds moeilijker om wedstrijden te winnen. “Het verschil tussen de spelers is niet meer zo groot. We zitten allemaal dicht bij elkaar. Er zijn nu een zevental spelers die de wereldbeker kunnen winnen. Jaspers, Zanetti, Sayginer, Caudron, Nelin, Sanchez en ik zijn daar allemaal toe in staat. Het is een beetje een loterij geworden waarin geluk een belangrijke rol speelt. Maar geluk kun je afdwingen. Daarom moet ik harder trainen.”