Bin Laden 'helpt' Somalië
AMSTERDAM - Somalië en Afghanistan hebben veel gemeen. In beide landen is Osama bin Ladens Al-Kaida actief. Het zijn allebei geïmplodeerde staten. En in beide landen heerst honger.
Niet alleen Nederlandse Somaliërs zijn ontstemd over de Amerikaanse maatregelen tegen het Somalische telecom- en bankiersbedrijf Al Barakaat, zoals Trouw gisteren meldde. Op internet klagen Somaliërs uit de hele wereld dat ze zonder deze firma, die gelieerd zou zijn aan Al-Kaida, geen geld meer kunnen overmaken naar hun familie.
De nood in het land, waar 300000 mensen hongeren, is even ernstig als in 1993, toen de VN onder Amerikaanse vlag de operatie Restore Hope uitvoerden. Die poging om in Somalië de orde te herstellen, strandde jammerlijk. In oktober 1993 werden 18 US Rangers, speciale troepen, gedood toen ze in Mogadishu de krijgsheer Mohammed Farah Aidid, wilden arresteren.
De aanval op de Rangers was voorbereid door Mohamed Atef, rechterhand van Osama bin Laden. Dat stellen de Britse en Amerikaanse regering in hun argumentatie voor de huidige campagne tegen Bin Laden. Atef bezocht Somalië meermaals in 1992 en 1993, om Somaliërs te trainen in het plegen van aanslagen op de Amerikaanse troepen.
Geschokt door de beelden van gedode Rangers die door de straten werden getrokken, verlieten de VS het land. Bin Laden feliciteerde de moslimstrijders met hun geslaagde actie vanuit zijn toenmalige verblijfplaats, de Soedanese hoofdstad Khartoem.
In de Hoorn van Afrika (Somalië, Ethiopië, Eritrea en Soedan) woeden - of sluimeren - vele burgeroorlogen. Daarin gedijen strijdgroepen die vaak ondersteuning krijgen vanuit buurlanden. Zo'n strijdgroep is ook de Al-Ittihaad-al Islamia (Islamitisch Verbond), de beweging waarmee Al Kaida volgens Washington samenwerkt in Somalië. De Ittihad vecht voor een onafhankelijke Ogaden, de woestijn die de grensregio vormt tussen Ethiopië en Somalië. Volgens Ethiopië krijgt de Ittihaad ook steun van Eritrea, een rivaal die erop uit is Ethiopië te verzwakken.
Van de Ittihaad zijn de laatste jaren weinig krijgshandelingen meer bekend. De beweging is verzwakt door Ethiopische offensieven, en heeft ook zijn basis verloren in het noorden, in Puntland, waar een andere groep strijdt voor onafhankelijkheid. De islamitische ijveraars hebben twee grote nadelen: de Somaliërs zijn niet erg orthodox, en de Ittihaad ontbeert een clan-basis, waarmee ze praktisch buiten de Somalische samenleving staat.
De Ittihaad is tegenwoordig gelieerd aan een club van krijgsheren, met als bekendste voorman Hoessein Aidid, zoon van de beruchte, inmiddels vreedzaam overleden Farah Aidid. De beweging houdt zich nu vooral bezig met 'humanitaire activiteiten'- en volgens de VS dus ook met het financieren van Al-Kaida-acties in Afrika, zoals de aanslagen op de Amerikaanse ambassades in Nairobi en Dar es-Salaam in 1998. Daarin zou Ittihaad een rol hebben gespeeld, onder andere met het geld dat Somaliërs overmaken via de Al-Barakaat.
In het hongerende Somalië groeit de roep om een nieuw VN-ingrijpen. Voorstander daarvan is de 'overgangsregering', die concurreert met de krijgsheren-club waartoe ook de Ittihaad-'hulpverleners' behoren. De humanitaire situatie in Somalië is rijp voor VN-optreden. Maar de vorige ervaring geldt in de VS en elders als afschrikwekkend voorbeeld hoe desastreus een operatie kan verlopen- ook in Afghanistan.