Bijstand voor het eerst sinds decennia omlaag
Het nieuwe jaar wordt financieel gezien niet het gemakkelijkste. Dat geldt zowel voor werkenden als werklozen, want voor de meeste Nederlanders daalt in 2013 de koopkracht. Mensen in de bijstand krijgen zelfs voor het eerst in decennia een lager netto bedrag te besteden. De bijstandsuitkering gaat omlaag, voor een samenwonend stel met bijna 15 euro per maand.
Het kabinet denkt zo mensen in de bijstand meer te verleiden om te gaan werken. Het is dan ook geen incidentele verlaging. De komende twintig jaar gaat deze uitkering omlaag, zoals de plannen er nu liggen. Het sociaal minimum - het bedrag dat nodig is voor levensonderhoud - wordt immers naar beneden bijgesteld. Dat gebeurt door in de berekening niet langer tweemaal de algemene heffingskorting te rekenen, maar eenmaal.
Om recht te hebben op bijstand moeten mensen wat doen, namelijk solliciteren. Het kabinet-Rutte/Asscher wil dat gemeenten een bijstandsuitkering drie maanden stoppen als de sollicitatieplicht niet wordt nageleefd. Om een bijstandsuitkering te krijgen, mag het eigen vermogen ook niet hoger dan een bepaald bedrag zijn.
Het vermogen bestaat niet alleen uit spaargeld, ook bijvoorbeeld een auto telt mee. Samen mag het vermogen voor alleenstaanden niet hoger zijn dan 5685 euro. Voor samenwonenden mag het vermogen niet hoger dan 11.370 euro zijn. Het vermogen van eventuele minderjarige kinderen wordt meegeteld.
Bij de bijstandsuitkering wordt in het geval dat iemand over een koopwoning beschikt, de waarde van de woning ook tot vermogen gerekend. Dat klinkt natuurlijk een beetje vreemd, een eigen huis voor iemand in de bijstand, maar dit kabinet is ook van plan om de WW voor werklozen te verkorten naar twee jaar - en daarna volgt de bijstand. En dat treft weer veel mensen met een (bescheiden) koophuis.
De gemeente kan bijzondere bijstand verstrekken aan bepaalde groepen: ouderen, chronisch zieken en gehandicapten of gezinnen met kinderen. Deze bijzondere bijstand wordt door gemeenten vaak ingezet om mensen met een laag inkomen goedkoper te laten sporten of voor de aanschaf van een computer of wasmachine.
Huishoudens met een inkomen op het sociaal minimum kunnen soms ook in aanmerking komen voor kwijtschelding van gemeentelijke heffingen, zoals de reinigingsheffing, rioolheffing en hondenbelasting. De gemeente bepaalt welke belastingen onder het kwijtscheldingsbeleid vallen en stelt de inkomensgrenzen vast.
Andere uitkeringen die aan het minimumloon gekoppeld zijn en op de bijstand lijken, zijn de IOAW (de inkomensvoorzieningen voor oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werklozen) en de IOAZ voor zelfstandigen. In tegenstelling tot de bijstand wordt bij de IOAW geen rekening gehouden met eigen vermogen. Bij de IOAZ mag het eigen vermogen flink hoger liggen dan in de bijstand, namelijk op 127.400 euro.