Bij politieagent heerst vooral wantrouwen jegens leiding
Driekwart van de politiemensen is tamelijk tot zeer tevreden over zijn baan. Die tevredenheid betreft vooral het werk zelf, over de verhoudingen binnen het korps is men minder te spreken.
Dat zijn de belangrijkste conclusies uit een gisteren gepubliceerd rapport over de staat van de Nationale Politie. Het onderzoek naar de grootste werkgever van Nederland (65.000 werknemers) werd uitgevoerd door de Erasmus School of Economics en bureau Berenschot in op dracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van veiligheid en justitie.
Onder meer uit interviews en een enquête blijkt dat veel politiemensen ontevreden zijn over de wijze van leidinggeven. De communicatie met de leiding verloopt stroef en in de politieorganisatie 'is de menselijke maat verloren gegaan', zo melden de onderzoekers. Er is weinig vertrouwen in de werkgever en in de beleidsmakers in Den Haag.
Opmerkelijk is dat 30 procent van het personeel het afgelopen jaar geen functioneringsgesprek heeft gehad. En wie wel een gesprek heeft gehad, heeft kritiek op de kwaliteit ervan en op het nakomen van de afspraken. Veel politiemensen hebben het idee dat bij promoties niet altijd op kwaliteit wordt geselecteerd.
Belangrijkste verklaring die de onderzoekers geven voor het ontbreken van het vertrouwen is dat de Nationale Politie momenteel sterk wordt gereorganiseerd.
De politiebonden NPB en ACP hebben al aangegeven dat dit rapport betrokken zal worden bij de komende onderhandelingen over de cao.
undefined